Grootoorvos / Bat-eared Fox (Otocyon megalotis)
Uiterlijke kenmerken:
De naam zegt het al, Bat-eared Fox betekend vleermuisoor vos maar in het Nederlands wordt deze vos grootoorvos genoemd. De duidelijkste kenmerken van deze soort zijn dan ook de grote oren die wel 13 cm lang kunnen zijn. Net als bij de Fennec vos fungeren deze oren waarschijnlijk als thermoregulatoren. De grootoorvos heeft een schouderhoogte van 30 tot 40 cm en weegt 2 tot 5 kilogram. Ze hebben een grijsbruine vacht met zwarte strepen over de lengte van hun staart die doorloopt tot de staartpunt. Ook hebben zij een zwarte streep over hun gezicht en ogen vallen waardoor het lijkt alsof ze een maskertje op hebben.
Sociale structuur:
Deze vossen kunnen zowel overdag als ´s nacht gezien worden. Het al dan niet zijn van een nachtdier is afhankelijk van het individu. Ook is er geen sprake van een duidelijk paarseizoen, maar koppels kunnen wel voor meerder jaren samen blijven en hun nakomelingen elk jaar in het zelfde hol opvoeden.
Na ongeveer 10 weken kunnen er tot 6 jonkies geboren worden, de vader let op de jongen terwijl de moeder jaagt naar voedsel. Na 6 maanden verlaten de meeste jongen het nest, vrouwtjes blijven echter geregeld bij het nest en vormen zo een kleine groep. Door hun relatief kleine formaat pakt het meestal veiliger uit om in een groep samen te leven en zijn zij zelfs in staat om luipaarden of jakhalzen te verjagen.
Voedsel:
Terwijl de meeste vossen bijna alles eten is de grootoorvos een specialist. Voornamelijk insecten worden gegeten en daarbij lijken termieten hun favoriete voedsel, de verspreiding van de grootoorvos is dan ook sterk afhankelijk van de hoeveelheid termieten die aanwezig zijn. Omdat het exoskelet van insecten moeilijk te verteren is heeft de grootoorvos een gebit dat hierop aangepast is met 3 of 4 malende kiezen in de bovenkaak en wel 5 in de onderkaak.
Knaagdieren worden ook gegeten maar nemen meestal maar 10% van hun dieet in.
Verspreiding:
Twee duidelijke populaties zijn bekend. Eén populatie leeft in Oost Africa (Somalië, Ethiopië, Sudan en zuid Tanzania), de andere leeft van Angola en Zambia tot Zuid-Africa.
Door hun sterke groepsverband breken er helaas vaak ziektes, zoals hondsdolheid, uit waardoor de populaties slinken.
Maar terwijl de meeste diersoorten last hebben van de toenemende landbouw en veeteelt gronden heeft de grootoorvos hier juist baat bij. De vlakke graslanden die hierdoor ontstaan trekken termieten aan, het voornaamste voedsel van deze vos. Hoewel de vossen wel bejaagd worden zijn zij relatief veel voorkomend.