The one that got away
17 augustus 2012
Hier zit ik dan, op de bank in de gezellige farm dat ik de afgelopen maanden “thuis” heb genoemd. Mijn laatste veldwerk week voor dit seizoen is aangebroken en nog steeds zoek ik wanhopig naar een reden om langer te kunnen blijven. Voor de vleermuizen is het seizoen ook ten einde en hier en daar zullen verschillende groepen zich klaar maken om hun grotten of mijnen op te zoeken. De vleermuizen geven mij dus geen enkele reden om langer in het veld te blijven. Ik heb nog wat plots in de bossen om aan te werken, maar ik zie dit niet langer dan een paar dagen duren, veel tijd kan ik hier niet mee rekken. Ik kom langzaam tot de realisatie dat er geen excuus meer is; het is bijna tijd om naar mijn huis in Halifax te gaan om weer een normaal mensenleven te lijden, of is het leiden? Behalve de toepasselijke dubbele betekenis van deze twee woorden moet ik eerlijk toegeven dat ik geen idee heb welke van de twee figuurlijk is en welke grammaticaal correct. Pap zou waarschijnlijk zeggen dat ik het nooit geweten heb (en hij heeft gelijk ook),
maar nu ik drie maanden alleen maar in technische Engelse termen heb gesproken heb ik tenminste een excuus voor mijn spelling en grammatica fouten. In contrast speel ik hier in Canada ook nog vaak genoeg de “buitenlander kaart”, een uitermate geschikt excuus voor gebrek aan kennis door te doen alsof het de
taalbarriere is waardoor ik iets niet begrijp. Eerder deze avond speelde ik deze kaart nog. Door een lokaal pannekoeken restaurant ben ik gevraagd om een presentatie over vleermuizen te geven. Het geld dat dit opbracht gaat naar een organisatie dat zich inzet voor het behoud en onderzoek van vleermuizen
wereldwijd. Dus voor een groep van zo’n 60 mensen, varierend in leeftijd van 7 tot 70 en van kennis niveau 0 tot vleermuis experts, heb ik een informatieve presentatie gegeven. Het was een gezellige avond met live muziek en spelletjes (ik heb de kinderen verstoppertje laten spelen in de stijl van vleermuisonderzoekers; met een radio en antenne op zoek naar het kind dat zich verstopt heeft met een vleermuis zendertje). De presentatie was een groot succes, het publiek was zeer tevreden. Aan het einde was er natuurlijk de gelegenheid voor vragen en toen ik een moeilijke vraag kreeg kon ik tijd rekken om een antwoord te bedenken door de eerder genoemde “buitenlander kaart” te spelen: “I don’t know what that means, I’m a foreigner”.
17 augustus 2012
Hier zit ik dan, op de bank in de gezellige farm dat ik de afgelopen maanden “thuis” heb genoemd. Mijn laatste veldwerk week voor dit seizoen is aangebroken en nog steeds zoek ik wanhopig naar een reden om langer te kunnen blijven. Voor de vleermuizen is het seizoen ook ten einde en hier en daar zullen verschillende groepen zich klaar maken om hun grotten of mijnen op te zoeken. De vleermuizen geven mij dus geen enkele reden om langer in het veld te blijven. Ik heb nog wat plots in de bossen om aan te werken, maar ik zie dit niet langer dan een paar dagen duren, veel tijd kan ik hier niet mee rekken. Ik kom langzaam tot de realisatie dat er geen excuus meer is; het is bijna tijd om naar mijn huis in Halifax te gaan om weer een normaal mensenleven te lijden, of is het leiden? Behalve de toepasselijke dubbele betekenis van deze twee woorden moet ik eerlijk toegeven dat ik geen idee heb welke van de twee figuurlijk is en welke grammaticaal correct. Pap zou waarschijnlijk zeggen dat ik het nooit geweten heb (en hij heeft gelijk ook),
maar nu ik drie maanden alleen maar in technische Engelse termen heb gesproken heb ik tenminste een excuus voor mijn spelling en grammatica fouten. In contrast speel ik hier in Canada ook nog vaak genoeg de “buitenlander kaart”, een uitermate geschikt excuus voor gebrek aan kennis door te doen alsof het de
taalbarriere is waardoor ik iets niet begrijp. Eerder deze avond speelde ik deze kaart nog. Door een lokaal pannekoeken restaurant ben ik gevraagd om een presentatie over vleermuizen te geven. Het geld dat dit opbracht gaat naar een organisatie dat zich inzet voor het behoud en onderzoek van vleermuizen
wereldwijd. Dus voor een groep van zo’n 60 mensen, varierend in leeftijd van 7 tot 70 en van kennis niveau 0 tot vleermuis experts, heb ik een informatieve presentatie gegeven. Het was een gezellige avond met live muziek en spelletjes (ik heb de kinderen verstoppertje laten spelen in de stijl van vleermuisonderzoekers; met een radio en antenne op zoek naar het kind dat zich verstopt heeft met een vleermuis zendertje). De presentatie was een groot succes, het publiek was zeer tevreden. Aan het einde was er natuurlijk de gelegenheid voor vragen en toen ik een moeilijke vraag kreeg kon ik tijd rekken om een antwoord te bedenken door de eerder genoemde “buitenlander kaart” te spelen: “I don’t know what that means, I’m a foreigner”.
Hoe dan ook, ik heb weer ruim een maand achter de vleermuizen aan gezeten en het is tijd om weer wat foto’s en verhalen te vertellen. De verhalen over mijn bat mobile heb ik bewust al eerder geschreven, want dat is een avontuur op zich geweest. Gelukkig heeft de auto zich daarna prima gedragen, zelfs na alle
mishandelingen op hobbelige “weggetjes” ver van de beschaving. Er is natuurlijk weer veel gebeurd en ik heb weer zoveel gezien, meer dan ik hier kan beschrijven.
Een van de meest memorabele momenten was na een nacht vleermuizen volgen. Ik kwam thuis op mijn veldbasis en at nog gauw wat brood met hagelslag (jaja, ik heb een winkel gevonden die de echte Nederlandse hagelslag verkoopt) toen ik een nieuw maar onmiskenbaar geluid hoorde. Door het open raam
klonk een galmende roep, gevolgd door een antwoord niet veel verder daar vandaan. Ik liet mijn broodje hagelslag op mijn bord vallen en sprong naar het raam in de hoop iets te zien, maar het duister van de nacht was ondoordringbaar. Wederom hoorde ik de roep gevolgd door een antwoord waarna de beide roepen samen harmonieus verder zongen. Dit was de eerste keer dat ik een groep coyotes heb horen zingen. Hoewel ik in mijn vele nachtelijke avonturen zeker door vele coyotes ben opgemerkt heb ik deze nieuwsgierige maar onzichtbare dieren nooit eerder gezien of gehoord. Het deed mij denken aan mijn nachten in Wolfpark waar
ik onder de sterrenhemel lag te genieten van het huilen van de wolven.
Enkele dagen later, midden op de dag, reed ik door de windmolen farm om wat apparatuur te checken toen ik een elegant dier midden op de weg zag staan. Het beestje merkte mij gelijk op en sprong snel de bossen in. Ik riep gelijk: “vos!”, maar realiseerde mij dat dit geen vos was. Het was te groot voor een vos en in plaats van een rode vacht had het een gelige vacht. De conclusie was snel getrokken; mijn eerste coyote waarneming. Het dier was verdwenen in een flits, maar er was geen twijfel mogelijk over zijn of haar identiteit. Rond diezelfde periode kwam ik echter ook een vos tegen die wel een echte vos was. Het was diep in de nacht en terwijl ik terug reed naar de farm zag ik twee ogen oplichten in mijn koplampen. Langzaam reed ik dichterbij en zag al gauw dat er een vos midden op de weg liep. Maar de vos had iets in zijn bek, een prooi? Verward door de felle koplampen liet het zijn prooi los, liep zigzaggende over de weg en verdween daarna in het onverlichte veld naast mij. In de hoop dat de vos zijn prooi niet verloren zou laten gaan besloot ik om gauw verder te rijden, maar in het voorbijgaan wilde ik toch even mijn raam openen om te zien wat voor buit de vos op de weg had laten liggen. Het was... een bh... De dagen daaropvolgend zag ik de bh op dezelfde plek op de weg liggen, maar op een gegeven moment was deze verdwenen. Ik kan slechts gissen dat de vos is terug gekomen om zijn waardevolle buit te claimen, hij heeft het verdient.
De wildlife ervaringen zijn weer eindeloos geweest, maar ik kan er geen genoeg van k rijgen. Met grote regelmaat zie ik ’s nachts een wild dier langs de kant van de weg, terwijl ik met 60km per uur langs raas, geen tijd om te stoppen en foto’s te maken, bovendien zijn de meeste dieren te snel verdwenen in de donkere
wereld. Echter, vorige week kreeg ik eindelijk de kans om een van de meest voorkomende zoogdieren op de foto vast te leggen. Een stekelvarken! Het was in de avondschemer toen ik op een achterweg plots dit reuze knaagdier tegenkwam. Ik trapte op de rem (niet omdat ik het beestje moest ontwijken, maar omdat ik mijn
lang gewachte foto moment zag) en sprong uit de auto. Stekelvarkens moeten het niet hebben van hun snelheid, op hun best waggelen zij richting de dichstbijzijnde boom, waar zij eindelijk hun behendigheid kunnen tonen. Ik rende langzaam achter het beestje aan. Het stak de stekels op zijn rug omhoog als
verdediging, een tweede reden waarom het niet snel hoeft te rennen, en sprong in de boom.
mishandelingen op hobbelige “weggetjes” ver van de beschaving. Er is natuurlijk weer veel gebeurd en ik heb weer zoveel gezien, meer dan ik hier kan beschrijven.
Een van de meest memorabele momenten was na een nacht vleermuizen volgen. Ik kwam thuis op mijn veldbasis en at nog gauw wat brood met hagelslag (jaja, ik heb een winkel gevonden die de echte Nederlandse hagelslag verkoopt) toen ik een nieuw maar onmiskenbaar geluid hoorde. Door het open raam
klonk een galmende roep, gevolgd door een antwoord niet veel verder daar vandaan. Ik liet mijn broodje hagelslag op mijn bord vallen en sprong naar het raam in de hoop iets te zien, maar het duister van de nacht was ondoordringbaar. Wederom hoorde ik de roep gevolgd door een antwoord waarna de beide roepen samen harmonieus verder zongen. Dit was de eerste keer dat ik een groep coyotes heb horen zingen. Hoewel ik in mijn vele nachtelijke avonturen zeker door vele coyotes ben opgemerkt heb ik deze nieuwsgierige maar onzichtbare dieren nooit eerder gezien of gehoord. Het deed mij denken aan mijn nachten in Wolfpark waar
ik onder de sterrenhemel lag te genieten van het huilen van de wolven.
Enkele dagen later, midden op de dag, reed ik door de windmolen farm om wat apparatuur te checken toen ik een elegant dier midden op de weg zag staan. Het beestje merkte mij gelijk op en sprong snel de bossen in. Ik riep gelijk: “vos!”, maar realiseerde mij dat dit geen vos was. Het was te groot voor een vos en in plaats van een rode vacht had het een gelige vacht. De conclusie was snel getrokken; mijn eerste coyote waarneming. Het dier was verdwenen in een flits, maar er was geen twijfel mogelijk over zijn of haar identiteit. Rond diezelfde periode kwam ik echter ook een vos tegen die wel een echte vos was. Het was diep in de nacht en terwijl ik terug reed naar de farm zag ik twee ogen oplichten in mijn koplampen. Langzaam reed ik dichterbij en zag al gauw dat er een vos midden op de weg liep. Maar de vos had iets in zijn bek, een prooi? Verward door de felle koplampen liet het zijn prooi los, liep zigzaggende over de weg en verdween daarna in het onverlichte veld naast mij. In de hoop dat de vos zijn prooi niet verloren zou laten gaan besloot ik om gauw verder te rijden, maar in het voorbijgaan wilde ik toch even mijn raam openen om te zien wat voor buit de vos op de weg had laten liggen. Het was... een bh... De dagen daaropvolgend zag ik de bh op dezelfde plek op de weg liggen, maar op een gegeven moment was deze verdwenen. Ik kan slechts gissen dat de vos is terug gekomen om zijn waardevolle buit te claimen, hij heeft het verdient.
De wildlife ervaringen zijn weer eindeloos geweest, maar ik kan er geen genoeg van k rijgen. Met grote regelmaat zie ik ’s nachts een wild dier langs de kant van de weg, terwijl ik met 60km per uur langs raas, geen tijd om te stoppen en foto’s te maken, bovendien zijn de meeste dieren te snel verdwenen in de donkere
wereld. Echter, vorige week kreeg ik eindelijk de kans om een van de meest voorkomende zoogdieren op de foto vast te leggen. Een stekelvarken! Het was in de avondschemer toen ik op een achterweg plots dit reuze knaagdier tegenkwam. Ik trapte op de rem (niet omdat ik het beestje moest ontwijken, maar omdat ik mijn
lang gewachte foto moment zag) en sprong uit de auto. Stekelvarkens moeten het niet hebben van hun snelheid, op hun best waggelen zij richting de dichstbijzijnde boom, waar zij eindelijk hun behendigheid kunnen tonen. Ik rende langzaam achter het beestje aan. Het stak de stekels op zijn rug omhoog als
verdediging, een tweede reden waarom het niet snel hoeft te rennen, en sprong in de boom.
Het was de enige boom in de omgeving en veel beschutting had het niet, maar een dapper (of dom) roofdier dat vanuit deze hoek een stekelvarken probeerd te benaderen. Op zijn gemak klom het beestje hoger in de boom en nam daar een veilige rustpositie aan. Na nog een paar foto’s liet ik het dier met rust om mijn vleermuizen te zoeken.
Tijdens mijn vleermuiszoektochten kwam ik ook nog een hoop andere leuke, kleinere beestjes tegen. De slangen vind ik nog steeds de mooiste. Nova Scotia heeft geen giftige slangen dus het is altijd redelijk veilig om een slang op te pakken.
’s nachts, wanneer de slangen slapen, komen er totaal andere dieren tevoorschijn. Voordat ik aan dit veldwerk begon had ik nooit eerder een salamander in het wild gezien, maar in de eerste maand vond ik een hele groep baby salamanders en in deze tweede maand vond ik een volwassen exemplaar van een andere soort; een blue-spotted salamander.
Tijdens mijn verblijf op de camping aan de zee maakte ik elke dag een korte wandeling over het strand om te zien hoeveel zeehonden er waren. Eerder in het seizoen lagen er slechts vijf van deze luie beesten op het strand, maar inmiddels is het een ware creche geworden waar tientallen dieren flipper aan
flipper liggen te luieren.
flipper liggen te luieren.
In de week waarin ik zoveel auto problemen had, waren ook de vleermuizen een probleem. Beter gezegd: het gebrek aan vleermuizen. Nacht na nacht had ik alle vallen open, maar geen vleermuis liet zich zien of horen. Het was ook niet de juiste periode om vleermuizen te vangen aangezien het de week was waarin zij bevallen van hun baby. In de dagen daarna vliegen de moeders nooit ver van hun jonkies om hen regelmatig te kunnen voeden. Gelukkig wist ik waar enkele vleermuiskolonies zijn, dus besloot ik mijn vallen daar op te zetten. De eerste avond leek wederom zonder succes, maar vlak voor het einde had ik dan toch
eindelijk weer een vleermuis.
eindelijk weer een vleermuis.
De nachten daarna vingen we eindelijk weer meer vleermuisen en had ik weer de gelegenheid om zendertjes aan hen te hangen en hun vliegpatronen te volgen.
Via het pannekoeken restaurant werd ik in contact gebracht met mensen die een huisje in de buurt hebben. Zij vertelde mij dat ze een vleermuis box aan hun huis hebben hangen waar een vleermuis in zat. Die avond heb ik mijn vallen op gezet en twee vleermuizen gevangen.
De volgende dag was ik benieuwd waar de vleermuizen zich schuil hielden, ze waren niet in de vleermuis box. Een van de twee vond ik een eind verderop in een boom, de ander bracht mij naar een huis aan een groot meer. Ik klopte op de deur en een oud mannetje kwam tevoorschijn. Ik vertelde hem wie ik was en dat ik onderzoek deed naar vleermuizen. Hij vertelde mij dat hij al jaren geen vleermuizen meer in zijn huis had, waarop ik hem het nieuws kon brengen dat hij toch echt minstens 1 vleermuis in zijn zolder had. Hij was blij verrast en vond het geen enkel probleem dat wij die avond rond zijn huis een vleermuis telling gingen doen. In de hoop dat er meer vleermuizen in zijn zolder zaten stond ik klaar met een van onze netten om hen te vangen. Tijdens de schemer kwamen er maar liefst 40 vleermuizen uit zijn zolder, maar zij vlogen te hoog om met het net te vangen. De volgende avond kwam ik terug met een ladder en een groot vlindernet, dit keer stond ik, zes meter boven de grond, klaar met mijn vlindernet, precies daar waar zij de vorige avond het huis uit kwamen. De eerste vleermuizen kwamen naar buiten en wisten mijn net te ontwijken, maar na een half
uur wist ik zes vleermuizen te slim af te zijn, de buit was binnen. Drie van de zes waren jonkies en daardoor ongeschikt voor mijn onderzoek, dus gaf ik hen direct de vrijheid. De overige drie waren vrouwtjes en daarom wel geschikt voor mijn onderzoek. Een van de vleermuizen was Steffy.
uur wist ik zes vleermuizen te slim af te zijn, de buit was binnen. Drie van de zes waren jonkies en daardoor ongeschikt voor mijn onderzoek, dus gaf ik hen direct de vrijheid. De overige drie waren vrouwtjes en daarom wel geschikt voor mijn onderzoek. Een van de vleermuizen was Steffy.
Steffy is… een interessante vleermuis. Behalve dat ze erg verlegen is mag ze een recordbreker genoemd worden. De eerste week na vangst heb ik Steffy niet meer terug gezien. Dag na dag en nacht na nacht ben ik naar haar op zoek geweest. Ik heb nieuwe paden verkend, paden die ’s nachts totaal anders lijken dan
overdag.
overdag.
Ook heb ik met de auto rondgereden in de omgeving, maar nergens pikte ik een signaal op van Steffy’s zender. Na een paar dagen is het veilig om aan te nemen dat het zendertje kapot gegaan is en geen signaal meer uitzend. Toch bleef ik elke dag en nacht naar haar signaal scannen, ik was bovendien extra gedreven om een goed verhaal te kunnen vertellen over de vleermuis die ik naar mijn biek siestew (grote zus) vernoemd heb, maar het leek er op dat dit er niet meer in zat. Het was precies een week later toen ik toch weer naar haar signaal scande. Ik reed ver van het huis waar wij haar gevangen hadden en het leek mij
niet logisch dat zij hier was, maar toch probeerde ik het. En jahoor, het was bijna niet hoorbaar, maar door de white noise van de radio leek een zacht, piepend geluid te komen. Ik schakelde de motor van de auto uit om het beter te kunnen horen. Het was nog steeds zachtjes, er was bijna niets te horen, maar er was zeker een piep. Ik parkeerde de auto en begon een lange wandeltocht in een wildernis reservaat. Een lang pad bracht mij uiteindelijk bij een zijpad, vanaf waar inmiddels een duidelijk signaal de bossen in wees. Ik volgde het signaal en bevond mij al gauw in een prachtig oud bos vol grote bomen. En een van deze bomen werd bewoond door Steffy, ruim 4km van haar huis vandaan. Die nacht liepen we datzelfde pad in de hoop Steffy te vinden tijdens haar foerageer tocht.
niet logisch dat zij hier was, maar toch probeerde ik het. En jahoor, het was bijna niet hoorbaar, maar door de white noise van de radio leek een zacht, piepend geluid te komen. Ik schakelde de motor van de auto uit om het beter te kunnen horen. Het was nog steeds zachtjes, er was bijna niets te horen, maar er was zeker een piep. Ik parkeerde de auto en begon een lange wandeltocht in een wildernis reservaat. Een lang pad bracht mij uiteindelijk bij een zijpad, vanaf waar inmiddels een duidelijk signaal de bossen in wees. Ik volgde het signaal en bevond mij al gauw in een prachtig oud bos vol grote bomen. En een van deze bomen werd bewoond door Steffy, ruim 4km van haar huis vandaan. Die nacht liepen we datzelfde pad in de hoop Steffy te vinden tijdens haar foerageer tocht.
Het was een kraak heldere nacht, even later kwam de maan boven de horizon uit en hadden we onze zaklampen niet eens meer nodig. Na het lange pad gelopen te hebben kwamen we in de buurt van Steffy’s boom waar haar signaal luid en duidelijk hoorbaar was vanuit mijn radio. Ik was er van overtuigd dat ik
Steffy’s rust en fourageer gebied eindelijk gevonden had. We bleven enkele uren in het bos om zoveel mogelijk data punten te verzamelen waarna we terugkeerden om mijn andere vleermuizen te vinden.
Ik was de dag daarop helemaal voorbereid om het lange pad weer af te lopen om Steffy te vinden, maar eerst
checkte ik de andere vleermuizen in het huis aan het meer. Voor de zekerheid schakelde ik ook even naar Steffy’s frequentie waarop ik een luide piep hoorde; Steffy was weer terug in het huis... Die nacht was een mistige nacht en tegen de tijd dat ik bij het huis aan kwam waren alle vleermuizen al lang vertrokken.
Enkele van mijn vliegende vriendjes vond ik verderop vliegend rond het meer, maar Steffy en een andere vleermuis, Quincy, waren verdwenen. Gelukkig wist ik waar ik Quincy kon vinden, zij vliegt elke nacht 4.4km om te fourageren langs de snelweg. Nadat ik haar gevonden had schakelde ik wederom over naar Steffy’s frequency, maar aangezien dit 4.4km van het huis was en zo’n 6km van haar boom ging ik er al vanuit dat ik haar niet zou vinden. Beep, beep, beep... Steffy was hier?! Ik liet mijn assistent over de radio weten dat we een meting naar Steffy konden verrichten maar tegen de tijd dat we in positie waren was Steffy alweer verder gevolgen. We sprongen in de auto en reden achter haar aan. Toen we weer dichtbij genoeg waren probeerden we het nog een keer, maar wederom bleek zij met hoge snelheid van ons vandaan te vliegen. De mist op dit moment was dikker dan ooit tevoren en dwong mij om stapvoets verder rijden.
Steffy’s rust en fourageer gebied eindelijk gevonden had. We bleven enkele uren in het bos om zoveel mogelijk data punten te verzamelen waarna we terugkeerden om mijn andere vleermuizen te vinden.
Ik was de dag daarop helemaal voorbereid om het lange pad weer af te lopen om Steffy te vinden, maar eerst
checkte ik de andere vleermuizen in het huis aan het meer. Voor de zekerheid schakelde ik ook even naar Steffy’s frequentie waarop ik een luide piep hoorde; Steffy was weer terug in het huis... Die nacht was een mistige nacht en tegen de tijd dat ik bij het huis aan kwam waren alle vleermuizen al lang vertrokken.
Enkele van mijn vliegende vriendjes vond ik verderop vliegend rond het meer, maar Steffy en een andere vleermuis, Quincy, waren verdwenen. Gelukkig wist ik waar ik Quincy kon vinden, zij vliegt elke nacht 4.4km om te fourageren langs de snelweg. Nadat ik haar gevonden had schakelde ik wederom over naar Steffy’s frequency, maar aangezien dit 4.4km van het huis was en zo’n 6km van haar boom ging ik er al vanuit dat ik haar niet zou vinden. Beep, beep, beep... Steffy was hier?! Ik liet mijn assistent over de radio weten dat we een meting naar Steffy konden verrichten maar tegen de tijd dat we in positie waren was Steffy alweer verder gevolgen. We sprongen in de auto en reden achter haar aan. Toen we weer dichtbij genoeg waren probeerden we het nog een keer, maar wederom bleek zij met hoge snelheid van ons vandaan te vliegen. De mist op dit moment was dikker dan ooit tevoren en dwong mij om stapvoets verder rijden.
Ik nam een afslag, de afslag richting de windmolen farm en Steffy’s signaal bleef almaar voor ons uit komen. Vanwege de mist kon ik niet al te snel rijden, maar toch sneller dan een vleermuis zou vliegen dacht ik. We reden tot bijna aan de top van de heuvel waar de mist net zo dicht was. Eindelijk werd Steffy’s signaal sterker en sterker. Plots zag ik vanuit de mist een vleermuis over ons schieten, Steffy’s signaal werd direct zwakker. We keerden de antenne naar achter en het signaal steeg weer in volume. Steffy vloog zojuist over ons heen!
Ik sprong uit de auto (nadat ik deze tot stilstand had gebracht), gelukkig hoef ik mij zo diep in de nacht nooit zorgen te maken over waar ik deze parkeer, dus staan we regelmatig midden en dwars op de weg. Steffy was hier, ik zag haar nog enkele keren rondvliegen en even later verdween ze tussen de bomen waar ze een tijdje leek uit te rusten van haar lange vlucht. Ik liet mijn GPS de afstand meten van haar huis en boom; 6km en 9.6km. Steffy heeft een prachtig huis aan een meer, een meer dat barst van de muggen en andere smakelijke insecten. Ook heeft ze een vakantiewoning in een boom, midden in een wildernis reservaat vol prachtige bossen en beekjes die ook barsten van het voedsel, toch vind ze het nodig om meer dan 10km (de 9.6 was in een rechte lijn en vleermuizen vliegen niet in rechte lijnen) naar de windmolens te vliegen. Ook dit keer bleven we meer dan een uur rondhangen om te zien of Steffy nog verder zou vliegen, maar ze bleef in de directe omgeving. Met een voldaan gevoel keerden wij die ochtend bij zonsopkomst terug naar huis.
Ik sprong uit de auto (nadat ik deze tot stilstand had gebracht), gelukkig hoef ik mij zo diep in de nacht nooit zorgen te maken over waar ik deze parkeer, dus staan we regelmatig midden en dwars op de weg. Steffy was hier, ik zag haar nog enkele keren rondvliegen en even later verdween ze tussen de bomen waar ze een tijdje leek uit te rusten van haar lange vlucht. Ik liet mijn GPS de afstand meten van haar huis en boom; 6km en 9.6km. Steffy heeft een prachtig huis aan een meer, een meer dat barst van de muggen en andere smakelijke insecten. Ook heeft ze een vakantiewoning in een boom, midden in een wildernis reservaat vol prachtige bossen en beekjes die ook barsten van het voedsel, toch vind ze het nodig om meer dan 10km (de 9.6 was in een rechte lijn en vleermuizen vliegen niet in rechte lijnen) naar de windmolens te vliegen. Ook dit keer bleven we meer dan een uur rondhangen om te zien of Steffy nog verder zou vliegen, maar ze bleef in de directe omgeving. Met een voldaan gevoel keerden wij die ochtend bij zonsopkomst terug naar huis.
We vonden Steffy daarna nog eenmaal in haar huis aan het meer, maar daarna verdween zij zoals in het begin. Elke dag en nacht bleven wij naar haar frequency scannen terwijl we naar alle uithoeken reden waar wij haar eerder gevonden hadden. Ze was niet meer in haar boom en ook niet bij de windmolens. Als zij elke andere richting uitvliegt en zo ver als eerder dan is de kans erg klein dat wij haar vanaf een weg kunnen oppikken. Steffy was voorgoed van de radar verdwenen. En zo heb ik toch nog mijn verhaal over Etje-batje; de vleermuis die een record afstand vloog, the one that got away.
Niet veel later verdwenen ook mijn andere vleermuizen en moest ik de realiteit onder ogen komen; het seizoen is ten einde. Er rest nog wat afrondingswerk, maar langer dan een week zal dit niet duren. Deze laatste week gebruik ik om nog zoveel mogelijk vanuit mijn hangmat van de kolibri’s en konijnen rond de farm te genieten.
Niet veel later verdwenen ook mijn andere vleermuizen en moest ik de realiteit onder ogen komen; het seizoen is ten einde. Er rest nog wat afrondingswerk, maar langer dan een week zal dit niet duren. Deze laatste week gebruik ik om nog zoveel mogelijk vanuit mijn hangmat van de kolibri’s en konijnen rond de farm te genieten.
Behalve de vleermuizen en de farm zal ik ook het kleine dorpje Tatamagouche gaan missen. Elke dag reed ik zo’n vier keer door het dorp en in de loop van de tijd heb ik haar verborgen schatten gevonden. Mijn favoriete ontbijtplek, the train station inn, gaf mij altijd het gevoel dat ik in het jaar 1800 leefde.
Ook het uitzicht over de de bossen en velden zullen mij bij blijven, vooral de vele, kleurrijke blue berry velden die ik overal tegenkwam. Tijdens veldwerk bracht het plukken van de bessen, bramen en frambozen een welkome rustpauze. Het volgen van hertenpaden om een makkelijke route de bossen in te vinden en het klimmen in bomen om een goede route de bossen uit te vinden is een avontuur dat ik elke dag zou willen beleven. De planten en dieren, maar ook de paddestoelen hebben mij met hun schoonheid verrast.
Zoals de zon onder gaat en de dag eindigd zo komt mijn veldseizoen ook ten einde (hmmm, dit klinkt teveel als “like sand through the hour glass, so are the days of our lives”...). Maar als vleermuisonderzoeker begint het avontuur juist wanneer de zon onder gaat. Dit was pas mijn eerste veldseizoen, de winter komt er aan en de vleermuizen in de grotten moeten geteld en gecheckt worden. Als het meezit kan ik volgend jaar mijn veldwerk voortzetten, maar alleen als genoeg vleermuizen de winter overleven. Duim voor de vleermuizen (en ook een beetje voor mij).
En toen ging mijn telefoon, het was Hugh, de professor: “Jordi, ik heb een extra project voor je, je mag de dag na het afronden van je eigen project naar Cape Breton (het noorden van de provincie) om vleermuizen bij grotten en mijnen te vangen. Met het geld dat dit project oplevert kan ik je naar Puerto Rico sturen voor een vleermuis congress later dit jaar. Zie je dat zitten?”
... ... ...
(English summary: I have to face the facts; my fieldwork is coming to an end. This second part was as exciting as, if not more exciting than the first part. After all the car troubles that I’ve had in the beginning
the bat mobile proved to be a worthy companion for the rest of the season. Also the bat numbers that I managed to trap picked up and for most of the season I’ve been very busy tracking my bats. The most amazing bat that I’ve caught was Steffy, named after my big sister. She was caught at a house near a beautiful lake, but after that she disappeared for a week. After that week I found her by coincidence, roosting in a tree several kilometres from her house roost. That night she was busy flying around in that general area, but the next night she was gone again. Again by coincidence we found her late at night, flying parallel to the road. A wild chase over dirt roads followed as I finally caught up to her, 9.6 kilometres from her tree roost; a record for foraging behaviour as far as we know.
Besides bats I’ve found a lot of other neat animals like snakes, salamanders and a very cute porcupine, waddling down the road. Now the summer will come to an end and after autumn I will go check out caves and mines to see how the bats are doing in hibernation. If they survive it through the winter I might be able to continue my fieldwork next year. Fingers crossed for the bats (and also a little bit for me).
But then my phone rang, it was Hugh, my professor: “Jordi, I’ve got an additional project for you to work on, the day after you end your project I can send you to Cape Breton to catch bats around caves and mines. With the money that this project raises I could send you to the bat conference in Puerto Rico later this year. Are you interested?
… … …)
... ... ...
(English summary: I have to face the facts; my fieldwork is coming to an end. This second part was as exciting as, if not more exciting than the first part. After all the car troubles that I’ve had in the beginning
the bat mobile proved to be a worthy companion for the rest of the season. Also the bat numbers that I managed to trap picked up and for most of the season I’ve been very busy tracking my bats. The most amazing bat that I’ve caught was Steffy, named after my big sister. She was caught at a house near a beautiful lake, but after that she disappeared for a week. After that week I found her by coincidence, roosting in a tree several kilometres from her house roost. That night she was busy flying around in that general area, but the next night she was gone again. Again by coincidence we found her late at night, flying parallel to the road. A wild chase over dirt roads followed as I finally caught up to her, 9.6 kilometres from her tree roost; a record for foraging behaviour as far as we know.
Besides bats I’ve found a lot of other neat animals like snakes, salamanders and a very cute porcupine, waddling down the road. Now the summer will come to an end and after autumn I will go check out caves and mines to see how the bats are doing in hibernation. If they survive it through the winter I might be able to continue my fieldwork next year. Fingers crossed for the bats (and also a little bit for me).
But then my phone rang, it was Hugh, my professor: “Jordi, I’ve got an additional project for you to work on, the day after you end your project I can send you to Cape Breton to catch bats around caves and mines. With the money that this project raises I could send you to the bat conference in Puerto Rico later this year. Are you interested?
… … …)
Friday the 13th
Het was de week van vrijdag de 13de waar mijn veldwerk zijn vervolg vond.
Zondag, 5 dagen tot vrijdag de 13de.
Na eindelijk weer twee volle nachten in Halifax geslapen te hebben kon ik vol energie weer op pad richting de vleermuizen in Nuttby. Onderweg haalde ik Chris op, mijn nieuwe veldassistent voor dit seizoen en na het doen van de nodige boodschappen kwamen we bij de oude boerderij in Tatamagouche aan. Na het uitladen van de auto en een korte rust gingen we na middernacht op weg naar mijn vleermuizen Joke, Hermine en Ivy. Daar aangekomen bleek dat de radio signalen van Joke en Hermine nog steeds niet verplaatst waren, een duidelijk teken dat de zenders van de vleermuizen afgevallen zijn. De zoektocht naar Ivy was echter nog niet afgelopen, haar signaal was verdwenen. We liepen naar alle plekjes waar zij zou kunnen zijn en reden enige afstand met de antenne uit het raam maar haar signaal was verdwenen, waarschijnlijk zijn de batterijen van haar zender leeg. Vroeger dan verwacht keerden wij huiswaarts en sliepen tot laat de volgende ochtend.
Maandag, 4 dagen tot vrijdag de 13de
Aangezien mijn laatste drie vleermuizen niet meer te volgen zijn hadden wij geen dag roosts om te vinden. In plaats daarvan hebben wij onze middag besteed aan het identificeren van oude dag roosts. Als standaard procedure bij het doen van vleermuisonderzoek voor Saint Mary’s uni moeten wij alle bomen die door vleermuizen gebruikt worden en hun directe omgeving identificeren. Dit is een flinke klus met het aantal bomen dat ik tot nu toe al gevonden heb. Ik bewaar deze klus voor het einde van het seizoen wanneer we geen vleermuizen meer hebben om te volgen, maar op een dag als deze kunnen we mooi wat voorwerk doen.’s Avonds was het tijd om vleermuisvallen op te zetten zodat we weer nieuwe vleermuizen hebben om te volgen. In de buurt van de windmolens zetten wij drie harp vallen en twee mist netten op. De hele nacht hebben wij daar in de bossen gewacht, maar geen vleermuis gevangen, gezien of gehoord. Wel hoorden wij regelmatig voetstappen in de bossen rond ons, vlak bij maar nooit dichtbij genoeg om te zien wat voor dier ons vanuit het duister aan het bekijken was.
Na middernacht braken wij de vallen af en sleepten de boel terug naar de auto aan de rand van het bos. Tijdens het rijden over de grindweg naar de snelweg merkte ik nog niet op dat de truck weinig grip had op de hobbelige grindweg. Eenmaal op de snelweg hoorde ik een geluid dat ik niet al te lang geleden in Newfoundland ook hoorde. De eerste mogelijkheid die ik had om van de onverlichte, verlaten snelweg af te komen nam ik om de situatie te analyseren. Ik stapte uit de auto, liep naar het rechter voor wiel en zag dat deze volledig plat was. In het pikke donker (gelukkig hebben vleermuisonderzoekers altijd genoeg verlichting bij zich) pakte ik de handleiding en nodige gereedschappen erbij om het reserve wiel onder de auto te zetten. Het vereiste enig speur- en puzzelwerk maar uiteindelijk zat het reserve wiel onder de auto en konden we voorzichtig terug naar huis rijden.
Dinsdag, 3 dagen tot vrijdag de 13de
Wederom hadden we overdag geen roosts om te vinden, maar we hoefden ons niet te vervelen. In de ochtend reden we naar onze buurman (een kilometer verderop) met een garage. Hij repareerden onze platte band maar helaas bleek dat we er de vorige avond te lang op gereden hadden waardoor deze beschadigd was. Hoewel hij onze band gerepareerd had raadde hij ons aan deze als reservewiel te gebruiken. Gelukkig was ons eigenlijke reservewiel een prima wiel waar wij gewoon verder mee konden rijden. Vol goede moed reden we die middag van hot naar her in de omgeving om vleermuis detectoren, die ik eerder in het seizoen heb neergezet, op te halen en op nieuwe locaties neer te zetten. Deze zogenaamde Anabats schakelen elke nacht aan en nemen de sonar frequencies van vleermuizen op. Deze gegevens kunnen mij hopelijk aan het eind van het seizoen vertellen waar de meeste vleermuis-activiteit was. Na deze taak was het alweer tijd om naar huis te gaan, avond te eten en er weer op uit te gaan om vleermuizen te vangen. Helaas gaan de dingen tijdens veldwerk niet altijd volgens plan. In the middle of nowhere, terwijl ik down hill reed merkte ik dat mijn cruise control zichzelf had uitgeschakeld. Ook ging het sturen plots erg waar en hoorde ik de motor van de auto niet meer. De motor was uitgevallen en we gleden langzaam down hill tot we beneden waren en de auto tot stilstand kwam... Ik probeerde meerdere malen om de motor te starten, maar de auto was niet van plan mij bij te staan. Onder de motorkap kon ik niets zien en verder gaf de auto mij ook geen enkele indicatie van waar het probleem lag. Ik besloot naar het dichtsbijzijnde huis te lopen dat gelukkig niet ver weg was maar wel een dozijn grote, Duitse herders in de tuin had rondlopen. Ik had geen andere keus dan de hondenbende te trotseren en bij het huis aan te bellen. De bewoner was erg verbaasd dat ik ten eerste zo dapper was om langs de honden te lopen en ten tweede niet verscheurd was. Hoe dan ook, ik mocht haar telefoon gebruiken en belde uiteindelijk een sleepwagen om ons op te komen halen. Meer dan een uur later reden we in de sleepwagen naar de garage in Tatmagouche waar mij verteld werd dat ze onmogelijk vandaag nog de oorzaak konden vinden en wij waarschijnlijk in een motel moesten verblijven. Op dat moment belde het verhuurbedrijf van onze auto mij terug om mij er op te wijzen dat de auto een noodschakelaar heeft om de doorgang van de benzine naar de pomp te blokkeren. Deze schakelaar zou eventueel kunnen springen tijdens het rijden op hobbelige
wegen. Ik vertelde dat het gebeurde op een vlakke snelweg, maar de garage zou wel even gaan kijken. Niet veel later kwam de man terug om ons te vertellen dat het inderdaad die schakelaar was. Waarom deze gesprongen was weet niemand, maar
het probleem was meteen opgelost en wij konden weer huiswaarts. Hoewel we veel tijd verloren hadden waren we nog niet te laat om alsnog een vangsessie te houden, dus die avond hadden wij weer een hele serie vallen open staan. Na weer een lange nacht hadden wij nog niets gevangen. Na middernacht braken wij de vallen af om huiswaarts te keren, maar bij het afbreken van een van de vallen kwam er plots een vleermuis uit de val gerold. Eindelijk weer een vleermuis, maar... het bleek een mannetje te zijn en helaas volg ik alleen vrouwtjes. We verzamelden enkele basisgegevens van de vleermuis en lieten het beestje daarna, zonder zender, weer los om met lege handen huiswaarts te keren.
Zondag, 5 dagen tot vrijdag de 13de.
Na eindelijk weer twee volle nachten in Halifax geslapen te hebben kon ik vol energie weer op pad richting de vleermuizen in Nuttby. Onderweg haalde ik Chris op, mijn nieuwe veldassistent voor dit seizoen en na het doen van de nodige boodschappen kwamen we bij de oude boerderij in Tatamagouche aan. Na het uitladen van de auto en een korte rust gingen we na middernacht op weg naar mijn vleermuizen Joke, Hermine en Ivy. Daar aangekomen bleek dat de radio signalen van Joke en Hermine nog steeds niet verplaatst waren, een duidelijk teken dat de zenders van de vleermuizen afgevallen zijn. De zoektocht naar Ivy was echter nog niet afgelopen, haar signaal was verdwenen. We liepen naar alle plekjes waar zij zou kunnen zijn en reden enige afstand met de antenne uit het raam maar haar signaal was verdwenen, waarschijnlijk zijn de batterijen van haar zender leeg. Vroeger dan verwacht keerden wij huiswaarts en sliepen tot laat de volgende ochtend.
Maandag, 4 dagen tot vrijdag de 13de
Aangezien mijn laatste drie vleermuizen niet meer te volgen zijn hadden wij geen dag roosts om te vinden. In plaats daarvan hebben wij onze middag besteed aan het identificeren van oude dag roosts. Als standaard procedure bij het doen van vleermuisonderzoek voor Saint Mary’s uni moeten wij alle bomen die door vleermuizen gebruikt worden en hun directe omgeving identificeren. Dit is een flinke klus met het aantal bomen dat ik tot nu toe al gevonden heb. Ik bewaar deze klus voor het einde van het seizoen wanneer we geen vleermuizen meer hebben om te volgen, maar op een dag als deze kunnen we mooi wat voorwerk doen.’s Avonds was het tijd om vleermuisvallen op te zetten zodat we weer nieuwe vleermuizen hebben om te volgen. In de buurt van de windmolens zetten wij drie harp vallen en twee mist netten op. De hele nacht hebben wij daar in de bossen gewacht, maar geen vleermuis gevangen, gezien of gehoord. Wel hoorden wij regelmatig voetstappen in de bossen rond ons, vlak bij maar nooit dichtbij genoeg om te zien wat voor dier ons vanuit het duister aan het bekijken was.
Na middernacht braken wij de vallen af en sleepten de boel terug naar de auto aan de rand van het bos. Tijdens het rijden over de grindweg naar de snelweg merkte ik nog niet op dat de truck weinig grip had op de hobbelige grindweg. Eenmaal op de snelweg hoorde ik een geluid dat ik niet al te lang geleden in Newfoundland ook hoorde. De eerste mogelijkheid die ik had om van de onverlichte, verlaten snelweg af te komen nam ik om de situatie te analyseren. Ik stapte uit de auto, liep naar het rechter voor wiel en zag dat deze volledig plat was. In het pikke donker (gelukkig hebben vleermuisonderzoekers altijd genoeg verlichting bij zich) pakte ik de handleiding en nodige gereedschappen erbij om het reserve wiel onder de auto te zetten. Het vereiste enig speur- en puzzelwerk maar uiteindelijk zat het reserve wiel onder de auto en konden we voorzichtig terug naar huis rijden.
Dinsdag, 3 dagen tot vrijdag de 13de
Wederom hadden we overdag geen roosts om te vinden, maar we hoefden ons niet te vervelen. In de ochtend reden we naar onze buurman (een kilometer verderop) met een garage. Hij repareerden onze platte band maar helaas bleek dat we er de vorige avond te lang op gereden hadden waardoor deze beschadigd was. Hoewel hij onze band gerepareerd had raadde hij ons aan deze als reservewiel te gebruiken. Gelukkig was ons eigenlijke reservewiel een prima wiel waar wij gewoon verder mee konden rijden. Vol goede moed reden we die middag van hot naar her in de omgeving om vleermuis detectoren, die ik eerder in het seizoen heb neergezet, op te halen en op nieuwe locaties neer te zetten. Deze zogenaamde Anabats schakelen elke nacht aan en nemen de sonar frequencies van vleermuizen op. Deze gegevens kunnen mij hopelijk aan het eind van het seizoen vertellen waar de meeste vleermuis-activiteit was. Na deze taak was het alweer tijd om naar huis te gaan, avond te eten en er weer op uit te gaan om vleermuizen te vangen. Helaas gaan de dingen tijdens veldwerk niet altijd volgens plan. In the middle of nowhere, terwijl ik down hill reed merkte ik dat mijn cruise control zichzelf had uitgeschakeld. Ook ging het sturen plots erg waar en hoorde ik de motor van de auto niet meer. De motor was uitgevallen en we gleden langzaam down hill tot we beneden waren en de auto tot stilstand kwam... Ik probeerde meerdere malen om de motor te starten, maar de auto was niet van plan mij bij te staan. Onder de motorkap kon ik niets zien en verder gaf de auto mij ook geen enkele indicatie van waar het probleem lag. Ik besloot naar het dichtsbijzijnde huis te lopen dat gelukkig niet ver weg was maar wel een dozijn grote, Duitse herders in de tuin had rondlopen. Ik had geen andere keus dan de hondenbende te trotseren en bij het huis aan te bellen. De bewoner was erg verbaasd dat ik ten eerste zo dapper was om langs de honden te lopen en ten tweede niet verscheurd was. Hoe dan ook, ik mocht haar telefoon gebruiken en belde uiteindelijk een sleepwagen om ons op te komen halen. Meer dan een uur later reden we in de sleepwagen naar de garage in Tatmagouche waar mij verteld werd dat ze onmogelijk vandaag nog de oorzaak konden vinden en wij waarschijnlijk in een motel moesten verblijven. Op dat moment belde het verhuurbedrijf van onze auto mij terug om mij er op te wijzen dat de auto een noodschakelaar heeft om de doorgang van de benzine naar de pomp te blokkeren. Deze schakelaar zou eventueel kunnen springen tijdens het rijden op hobbelige
wegen. Ik vertelde dat het gebeurde op een vlakke snelweg, maar de garage zou wel even gaan kijken. Niet veel later kwam de man terug om ons te vertellen dat het inderdaad die schakelaar was. Waarom deze gesprongen was weet niemand, maar
het probleem was meteen opgelost en wij konden weer huiswaarts. Hoewel we veel tijd verloren hadden waren we nog niet te laat om alsnog een vangsessie te houden, dus die avond hadden wij weer een hele serie vallen open staan. Na weer een lange nacht hadden wij nog niets gevangen. Na middernacht braken wij de vallen af om huiswaarts te keren, maar bij het afbreken van een van de vallen kwam er plots een vleermuis uit de val gerold. Eindelijk weer een vleermuis, maar... het bleek een mannetje te zijn en helaas volg ik alleen vrouwtjes. We verzamelden enkele basisgegevens van de vleermuis en lieten het beestje daarna, zonder zender, weer los om met lege handen huiswaarts te keren.
Woensdag, 2 dagen tot vrijdag de 13de
Na de lange en teleurstellende nacht konden wij gelukkig flink uitslapen, we hadden bovendien wederom geen vleermuizen om te volgen. Ik begon mij een beetje zorgen te maken over de vleermuizen, maar gelukkig kreeg ik bericht van een andere student dat deze week de bevallingsweek is voor de vleermuizen; een week waarin de moeders slechts korte afstanden vliegen om gauw weer bij hun pups te zien en hen te voeden. Hoewel dit voor mijn onderzoek nog steeds erg frustrerend is hoef ik mij in ieder geval geen zorgen te maken om de vleermuizen, ze zijn te druk om gevangen te worden door ons.
Die avond reden we over een hobbelig off-road weggetje naar een nieuwe vang locatie. We hadden een val opgezet en reden een stukje verder om een tweede val op te zetten. Daar aangekomen stapte ik uit de auto en hoorde direct een sissend “psssssssssssss”. Direct werd mij duidelijk wat er aan de hand was; ons linker
voor wiel was dit keer lek en lucht spoot er onder hoge druk uit. Chris en ik konden niet anders dan flink lachen na alle autoproblemen die we al gehad hebben. Dit keer wist ik het gereedschap snel te vinden en was het wiel in no time vervangen. Echter reden wij nu op ons reservewiel en op een gerepareerd en beschadigd tweede reservewiel, niet echt een ideale combinatie om een off-road weg mee te berijden. We braken de eerder opgezette val af en keerden voorzicht huiswaarts nog voordat de zon onder ging. Het was een lange rit, op dit beschadigde wiel kon ik bovendien niet al te hard rijden. Elk vreemde geluid dat wij hoorden deed ons denken dat het wiel het begaf en het netwerk van grindwegen dat wij elke dag moeten berijden maakten dit gevoel alleen maar sterker. Gelukkig kwamen wij veilig weer bij de boerderij aan. Morgen zien we wel hoe we dit gaan oplossen.
Donderdag, 1 dag tot vrijdag de 13de
Het eerste dat wij deden was weer naar onze buurman rijden, hij zag ons weer aankomen met nog een platte band achter in de auto. Wederom repareerde hij de band voor ons en zette deze terug onder de auto (behalve een gerepareerd lek was deze band een stuk betrouwbaarder dan ons beschadigde wiel). Later die ochtend belde het verhuur bedrijf mij terug om te vertellen dat ze een afspraak voor ons gemaakt hadden bij een autobanden garage in de buurt. Die middag reden wij bij hen binnen en ze begonnen gelijk met onze voorwielen. Ze bekeken ook onze achterwielen en kwamen tot de ontdekking dat al onze banden vol
met scheuren zaten. De man van de garage belde het verhuurbedrijf en vertelde hen dat hij niet van plan was om ons verder te laten rijden op de banden die onder de auto zaten. Gelukkig kon hij het verhuurbedrijf er van overtuigen dat wij vier gloednieuwe banden nodig hadden en even later reden wij (kosteloos voor
ons) op deze nieuwe banden terug naar de boerderij.
We waren weer op tijd terug om vleermuizen te vangen en reden terug naar de plek waar we gister onze
tweede lekke band hadden. Dit keer ging alles een stuk soepeler; de banden hielden het prima en de vallen waren snel opgezet. Helaas vingen we ook deze avond slechts een vleermuis en wederom een mannetje die we weer gauw vrij lieten. De vrouwtjes blijven moeilijk te vangen helaas. We reden die nacht weer terug naar de boerderij en realiseerden bij aankomst dat dit de eerste dag was dat we geen autoproblemen
hebben gehad. De vleermuizen laten zichzelf nog steeds moeilijk vangen, maar daarover mogen we nu niet klagen. Toch konden we het gevoel niet los laten dat dit slechts de stilte voor de storm was...
Vrijdag... de 13de
De dag begon stralend; de zon stond al hoog aan de hemel toen wij wakker werden, een briesje zorgde
voor de nodige verkoeling en de helder blauwe hemel maakte al gauw plaats voor een donkere, met sterren bezaaide nacht. Vroeg in de avond waren wij weer op een locatie om vallen op te zetten. We bevonden ons in een netwerk van donkere, smalle paden op de flank van Nuttby mountain (eigenlijk slechts een heuvel).
Bossen strekken zich hier uit tot aan de horizon en in de nacht hoor je alleen nog maar de geluiden van de wilde dieren. Hoewel we nooit coyotes zagen wisten we dat zij ons wel konden zien. Op de donkere paden hebben de ogen alleen houvast aan het licht van onze zaklampen die slechts de eerste paar meters voor onze voeten verlichten. Elk half uur liepen wij door het netwerk van paden, van val naar val in de hoop een
vleermuis te vinden. De kraak heldere hemel bracht de kou met zich mee die alleen maar versterkt wordt door het vele wachten. De avond kroop langzaam voorbij terwijl wij tijdens het wachten probeerden om genoeg geluid te maken om de coyotes en beren weg te houden.
Het was inmiddels al na middernacht en het was tijd om de vallen weer af te breken na nog een avond niets gevangen te hebben. Het afbreken van de vallen maakten het in ieder geval iets warmer in deze frisse nacht. We hadden de eerste twee vallen vrij vlot afgebroken toen we bij de derde val aankwamen. Vanaf een korte afstand kon ik al zien dat er iets in lag en al gauw bleek het een vleermuis te zijn. Ik trok mijn handschoenen
aan, pakte de vleermuis uit de val en checkte hoopvol of het een mannetje of vrouwtje was. Bingo, ons eerste vrouwtje sind tijden. Ik legde haar even aan de kant zodat we de laatste twee vallen konden afbreken waarna ik haar naar de auto, onze verwerk tafel, bracht. Als laatst plakte ik een zendertje op haar rug en doopte haar “Kamikaze”, wat “goddelijke wind” betekend. We hadden eindelijk weer een vleermuis om te volgen.
Na haar vrijlating laadden we de auto in en gingen we huiswaarts. Ongemerkt was de mist binnengeslopen
terwijl wij zo druk met onze vleermuis bezig waren. Het hobbelige pad terug naar de snelweg was moeilijk te zien en leek langer dan normaal door onze aangepaste snelheid. De snelweg leek door een nog dichtere mist omgeven. Voorzichtig reed ik daar met zicht minder dan twintig meter, oplettend dat er geen dieren over de
weg liepen. Een enkele straatlantaarn langs de snelweg wierp een magisch maar sinister licht over de weg. Het was een vermoeiende en lange rit naar huis. We hadden de laatste etappe bereikt en waren weer terug in een netwerk van grindwegen waar je gemakkelijk je afslag mist in de dichte mist. De mist vormde een dichte muur toen we een rivier overstaken, maar hogerop kropen we er even uit om vervolgens weer terug de wolken in te rijden. We kwamen bij de laatste afslag aan en reden over de lange oprijlaan richting de oude boerderij,stapvoets, afwachtend en hopend dat het huis gauw zichtbaar zou worden in de koplampen van de truck...
Vanuit de mist doemde het plots op, we waren thuis.
De week naar vrijdag de 13de was een bewogen week met weinig vleermuizen en veel autopech. Alle pech hadden wij blijkbaar al gehad dus schonk vrijdag de 13de ons het geluk van onze eerste vleermuis en het vervolg van mijn project. Gelukkig hebben Chris en ik ons geen moment zorgen gemaakt, we wisten precies
hoe we moesten handelen elke keer dat de auto ons in de steek leek te laten en hebben de problemen vlot en verantwoordelijk aangepakt. De auto heeft sindsdien geen kuren meer vertoont (maar het is nog niet te laat om dat alsnog te gaan doen) en het aantal vleermuizen met zenders is een stuk beter geworden, maar daarover meer de volgende keer.
Knuffels van Batman en zijn “trouwe” bat-mobile
Na de lange en teleurstellende nacht konden wij gelukkig flink uitslapen, we hadden bovendien wederom geen vleermuizen om te volgen. Ik begon mij een beetje zorgen te maken over de vleermuizen, maar gelukkig kreeg ik bericht van een andere student dat deze week de bevallingsweek is voor de vleermuizen; een week waarin de moeders slechts korte afstanden vliegen om gauw weer bij hun pups te zien en hen te voeden. Hoewel dit voor mijn onderzoek nog steeds erg frustrerend is hoef ik mij in ieder geval geen zorgen te maken om de vleermuizen, ze zijn te druk om gevangen te worden door ons.
Die avond reden we over een hobbelig off-road weggetje naar een nieuwe vang locatie. We hadden een val opgezet en reden een stukje verder om een tweede val op te zetten. Daar aangekomen stapte ik uit de auto en hoorde direct een sissend “psssssssssssss”. Direct werd mij duidelijk wat er aan de hand was; ons linker
voor wiel was dit keer lek en lucht spoot er onder hoge druk uit. Chris en ik konden niet anders dan flink lachen na alle autoproblemen die we al gehad hebben. Dit keer wist ik het gereedschap snel te vinden en was het wiel in no time vervangen. Echter reden wij nu op ons reservewiel en op een gerepareerd en beschadigd tweede reservewiel, niet echt een ideale combinatie om een off-road weg mee te berijden. We braken de eerder opgezette val af en keerden voorzicht huiswaarts nog voordat de zon onder ging. Het was een lange rit, op dit beschadigde wiel kon ik bovendien niet al te hard rijden. Elk vreemde geluid dat wij hoorden deed ons denken dat het wiel het begaf en het netwerk van grindwegen dat wij elke dag moeten berijden maakten dit gevoel alleen maar sterker. Gelukkig kwamen wij veilig weer bij de boerderij aan. Morgen zien we wel hoe we dit gaan oplossen.
Donderdag, 1 dag tot vrijdag de 13de
Het eerste dat wij deden was weer naar onze buurman rijden, hij zag ons weer aankomen met nog een platte band achter in de auto. Wederom repareerde hij de band voor ons en zette deze terug onder de auto (behalve een gerepareerd lek was deze band een stuk betrouwbaarder dan ons beschadigde wiel). Later die ochtend belde het verhuur bedrijf mij terug om te vertellen dat ze een afspraak voor ons gemaakt hadden bij een autobanden garage in de buurt. Die middag reden wij bij hen binnen en ze begonnen gelijk met onze voorwielen. Ze bekeken ook onze achterwielen en kwamen tot de ontdekking dat al onze banden vol
met scheuren zaten. De man van de garage belde het verhuurbedrijf en vertelde hen dat hij niet van plan was om ons verder te laten rijden op de banden die onder de auto zaten. Gelukkig kon hij het verhuurbedrijf er van overtuigen dat wij vier gloednieuwe banden nodig hadden en even later reden wij (kosteloos voor
ons) op deze nieuwe banden terug naar de boerderij.
We waren weer op tijd terug om vleermuizen te vangen en reden terug naar de plek waar we gister onze
tweede lekke band hadden. Dit keer ging alles een stuk soepeler; de banden hielden het prima en de vallen waren snel opgezet. Helaas vingen we ook deze avond slechts een vleermuis en wederom een mannetje die we weer gauw vrij lieten. De vrouwtjes blijven moeilijk te vangen helaas. We reden die nacht weer terug naar de boerderij en realiseerden bij aankomst dat dit de eerste dag was dat we geen autoproblemen
hebben gehad. De vleermuizen laten zichzelf nog steeds moeilijk vangen, maar daarover mogen we nu niet klagen. Toch konden we het gevoel niet los laten dat dit slechts de stilte voor de storm was...
Vrijdag... de 13de
De dag begon stralend; de zon stond al hoog aan de hemel toen wij wakker werden, een briesje zorgde
voor de nodige verkoeling en de helder blauwe hemel maakte al gauw plaats voor een donkere, met sterren bezaaide nacht. Vroeg in de avond waren wij weer op een locatie om vallen op te zetten. We bevonden ons in een netwerk van donkere, smalle paden op de flank van Nuttby mountain (eigenlijk slechts een heuvel).
Bossen strekken zich hier uit tot aan de horizon en in de nacht hoor je alleen nog maar de geluiden van de wilde dieren. Hoewel we nooit coyotes zagen wisten we dat zij ons wel konden zien. Op de donkere paden hebben de ogen alleen houvast aan het licht van onze zaklampen die slechts de eerste paar meters voor onze voeten verlichten. Elk half uur liepen wij door het netwerk van paden, van val naar val in de hoop een
vleermuis te vinden. De kraak heldere hemel bracht de kou met zich mee die alleen maar versterkt wordt door het vele wachten. De avond kroop langzaam voorbij terwijl wij tijdens het wachten probeerden om genoeg geluid te maken om de coyotes en beren weg te houden.
Het was inmiddels al na middernacht en het was tijd om de vallen weer af te breken na nog een avond niets gevangen te hebben. Het afbreken van de vallen maakten het in ieder geval iets warmer in deze frisse nacht. We hadden de eerste twee vallen vrij vlot afgebroken toen we bij de derde val aankwamen. Vanaf een korte afstand kon ik al zien dat er iets in lag en al gauw bleek het een vleermuis te zijn. Ik trok mijn handschoenen
aan, pakte de vleermuis uit de val en checkte hoopvol of het een mannetje of vrouwtje was. Bingo, ons eerste vrouwtje sind tijden. Ik legde haar even aan de kant zodat we de laatste twee vallen konden afbreken waarna ik haar naar de auto, onze verwerk tafel, bracht. Als laatst plakte ik een zendertje op haar rug en doopte haar “Kamikaze”, wat “goddelijke wind” betekend. We hadden eindelijk weer een vleermuis om te volgen.
Na haar vrijlating laadden we de auto in en gingen we huiswaarts. Ongemerkt was de mist binnengeslopen
terwijl wij zo druk met onze vleermuis bezig waren. Het hobbelige pad terug naar de snelweg was moeilijk te zien en leek langer dan normaal door onze aangepaste snelheid. De snelweg leek door een nog dichtere mist omgeven. Voorzichtig reed ik daar met zicht minder dan twintig meter, oplettend dat er geen dieren over de
weg liepen. Een enkele straatlantaarn langs de snelweg wierp een magisch maar sinister licht over de weg. Het was een vermoeiende en lange rit naar huis. We hadden de laatste etappe bereikt en waren weer terug in een netwerk van grindwegen waar je gemakkelijk je afslag mist in de dichte mist. De mist vormde een dichte muur toen we een rivier overstaken, maar hogerop kropen we er even uit om vervolgens weer terug de wolken in te rijden. We kwamen bij de laatste afslag aan en reden over de lange oprijlaan richting de oude boerderij,stapvoets, afwachtend en hopend dat het huis gauw zichtbaar zou worden in de koplampen van de truck...
Vanuit de mist doemde het plots op, we waren thuis.
De week naar vrijdag de 13de was een bewogen week met weinig vleermuizen en veel autopech. Alle pech hadden wij blijkbaar al gehad dus schonk vrijdag de 13de ons het geluk van onze eerste vleermuis en het vervolg van mijn project. Gelukkig hebben Chris en ik ons geen moment zorgen gemaakt, we wisten precies
hoe we moesten handelen elke keer dat de auto ons in de steek leek te laten en hebben de problemen vlot en verantwoordelijk aangepakt. De auto heeft sindsdien geen kuren meer vertoont (maar het is nog niet te laat om dat alsnog te gaan doen) en het aantal vleermuizen met zenders is een stuk beter geworden, maar daarover meer de volgende keer.
Knuffels van Batman en zijn “trouwe” bat-mobile
(English summary: The first week after my short break in Halifax was an interesting one. It was the week towards Friday the 13th. We started off realizing that we no longer had any bats to track, all transmitters died or dropped off. In the days following we tried to catch more bats but they just seemed to have disappeared. On top of that most of our time was taken up by fixing car issues. We got two flat tires and an engine stall in three days. The fourth day we went to a garage to get four brand new tires, we haven't had any issues since. Friday the 13th was actually the best day of the week; no car troubles an we finally caught a bat again, the tracking can continue at last!
Cheers
Jordi)
Cheers
Jordi)
When Jupiter lines with... Venus
Zaterdag, 7 juli 2012
Na een volle maand veldwerk ben ik een voor een weekend terug in Halifax om op te laden voordat ik mij ga richten op de rest van mijn veldwerk. Een mooie gelegenheid om mijn avonturen met jullie te delen. Vorige week heb ik al wat foto's kunnen laten zien, nu de verhalen bij de foto's. De afgelopen maand stond natuurlijk helemaal in het teken van de vleermuizen, maar in de bush kom je natuurlijk veel meer tegen, maar laat ik beginnen met de vleermuizen.
Met onze witte pick-up truck vol met field gear reed ik naar de oude farm bij Tatamagouche, de basis voor mijn veldwerk deze afgelopen maand. De farm is een oud krakend huis met vleermuizen in de zolder. De bovenverdieping is stoffig en vies dus daar komen we nooit. De beneden verdieping heeft een woonkamer, slaapkamer, keuken en badkamer. Stromend water is er echter niet dus het toilet spoelen wij door door een emmer water uit een meertje er in te gieten. Mijn veld assistenten laat ik in de slaapkamer en woonkamer slapen, maar zelf heb ik een tentje naast het huis waar ik de afgelopen maand in geslapen heb. Hoewel er veel wildlife 's nachts rondloopt ben ik in mijn tent nog niet lastig gevallen door beren of coyotes, wel ben ik 's nachts een keer wakker geworden door het gehuils van coyotes in de verte.
De eerste paar dagen hebben we (mijn constant veranderende team en ik) de omgeving verkend door zoveel mogelijk zijpaden in te rijden en bos paadjes te bewandelen. 's Avonds zetten wij onze mistnetten (dezelfde die ik in Nieuw Zeeland voor vogels gebruikte) en harp traps (een metalen, vierkante frame met verticaal gespannen vislijnen en een grote vangzak onderaan) op in de bossen en rond bekende kolonies (huizen). Na een paar nachten hadden we nog maar twee vleermuizen gevangen, maar dit was voldoende voor de eerste week. Deze week konden wij elke nacht de vleermuizen volgen dankzij een kleine radio zender die ik op de rug van de beestjes geplakt heb. Door simpelweg wat vacht van hun rug weg te knippen zodat de huid zichtbaar is en speciale medische huidlijm (lijm dat door doktoren gebruikt wordt om een wond dicht te lijmen) te gebruiken blijft het lichtgewicht zendertje (minder halve gram in gewicht) meestal ruim een week plakken. Met twee grote antenne's en radio ontvangers, kompas, gps en walkie talkie gaan we dan 's nachts op zoek naar waar zij rondhangen (snap je de woordgrap) en vliegen. Omdat de vleermuizen vaak boven een meer of in de bossen vliegen kunnen wij nooit direct bij hen komen, daarom gebruiken wij twee antenne's. Wanneer het signaal van de vleermuis' zender (een constante "beep" van 49 beeps per minuut) sterk genoeg is betekent het dat ons studie object dichtbij genoeg is om een zogenaamde triangulation uit te voeren. Mijn andere teamlid laat ik dan meestal achter terwijl ik probeer om de vleermuis vanuit een andere hoek te kunnen aflezen. Via de walkie talkie laten we elkaar weten of we het signaal nog steeds oppikken en op hetzelfde moment kijken wij op ons kompas en laten wij elkaar weten in welke richting de vleermuis zich bevind. Als we dan denkbeeldige lijnen vanaf ons naar de vleermuis tekenen en de lijnen elkaar met ongeveer 90 graden (in een driehoek/triangulation) kruizen dan hebben wij een goed beeld van waar de vleermuis is. Met de gps kunnen we precies zien waar wij zijn en zo kan ik de computer later laten uitrekenen waar de vleermuis precies was. Dit is wat ik de hele nacht doe met alle vleermuizen met een radio zender.
Sommige avonden zetten we de vallen weer uit om meer vleermuizen te vangen en van zenders te voorzien. Tot dusver heb ik 10 vleermuizen door de bossen gevolgd, sommige vlogen elke nacht rond in de buurt van waar wij hen gevangen hebben, maar andere vlogen vanaf daar ruim 2 km heen en weer naar hun dag rustplaats en hun foerageergebied (voedselzoekgebied).
Na een volle maand veldwerk ben ik een voor een weekend terug in Halifax om op te laden voordat ik mij ga richten op de rest van mijn veldwerk. Een mooie gelegenheid om mijn avonturen met jullie te delen. Vorige week heb ik al wat foto's kunnen laten zien, nu de verhalen bij de foto's. De afgelopen maand stond natuurlijk helemaal in het teken van de vleermuizen, maar in de bush kom je natuurlijk veel meer tegen, maar laat ik beginnen met de vleermuizen.
Met onze witte pick-up truck vol met field gear reed ik naar de oude farm bij Tatamagouche, de basis voor mijn veldwerk deze afgelopen maand. De farm is een oud krakend huis met vleermuizen in de zolder. De bovenverdieping is stoffig en vies dus daar komen we nooit. De beneden verdieping heeft een woonkamer, slaapkamer, keuken en badkamer. Stromend water is er echter niet dus het toilet spoelen wij door door een emmer water uit een meertje er in te gieten. Mijn veld assistenten laat ik in de slaapkamer en woonkamer slapen, maar zelf heb ik een tentje naast het huis waar ik de afgelopen maand in geslapen heb. Hoewel er veel wildlife 's nachts rondloopt ben ik in mijn tent nog niet lastig gevallen door beren of coyotes, wel ben ik 's nachts een keer wakker geworden door het gehuils van coyotes in de verte.
De eerste paar dagen hebben we (mijn constant veranderende team en ik) de omgeving verkend door zoveel mogelijk zijpaden in te rijden en bos paadjes te bewandelen. 's Avonds zetten wij onze mistnetten (dezelfde die ik in Nieuw Zeeland voor vogels gebruikte) en harp traps (een metalen, vierkante frame met verticaal gespannen vislijnen en een grote vangzak onderaan) op in de bossen en rond bekende kolonies (huizen). Na een paar nachten hadden we nog maar twee vleermuizen gevangen, maar dit was voldoende voor de eerste week. Deze week konden wij elke nacht de vleermuizen volgen dankzij een kleine radio zender die ik op de rug van de beestjes geplakt heb. Door simpelweg wat vacht van hun rug weg te knippen zodat de huid zichtbaar is en speciale medische huidlijm (lijm dat door doktoren gebruikt wordt om een wond dicht te lijmen) te gebruiken blijft het lichtgewicht zendertje (minder halve gram in gewicht) meestal ruim een week plakken. Met twee grote antenne's en radio ontvangers, kompas, gps en walkie talkie gaan we dan 's nachts op zoek naar waar zij rondhangen (snap je de woordgrap) en vliegen. Omdat de vleermuizen vaak boven een meer of in de bossen vliegen kunnen wij nooit direct bij hen komen, daarom gebruiken wij twee antenne's. Wanneer het signaal van de vleermuis' zender (een constante "beep" van 49 beeps per minuut) sterk genoeg is betekent het dat ons studie object dichtbij genoeg is om een zogenaamde triangulation uit te voeren. Mijn andere teamlid laat ik dan meestal achter terwijl ik probeer om de vleermuis vanuit een andere hoek te kunnen aflezen. Via de walkie talkie laten we elkaar weten of we het signaal nog steeds oppikken en op hetzelfde moment kijken wij op ons kompas en laten wij elkaar weten in welke richting de vleermuis zich bevind. Als we dan denkbeeldige lijnen vanaf ons naar de vleermuis tekenen en de lijnen elkaar met ongeveer 90 graden (in een driehoek/triangulation) kruizen dan hebben wij een goed beeld van waar de vleermuis is. Met de gps kunnen we precies zien waar wij zijn en zo kan ik de computer later laten uitrekenen waar de vleermuis precies was. Dit is wat ik de hele nacht doe met alle vleermuizen met een radio zender.
Sommige avonden zetten we de vallen weer uit om meer vleermuizen te vangen en van zenders te voorzien. Tot dusver heb ik 10 vleermuizen door de bossen gevolgd, sommige vlogen elke nacht rond in de buurt van waar wij hen gevangen hebben, maar andere vlogen vanaf daar ruim 2 km heen en weer naar hun dag rustplaats en hun foerageergebied (voedselzoekgebied).
Dit is Joke (ja mam, naar jou vernoemd). Joke is een Northern long-eared bat (lang-oor vleermuis). Ik heb haar gevangen in een harp val dat ik had opgezet op een bospad vlak langs een meertje. Joke was waarschijnlijk, zoals elke nacht, op zoek naar insecten rond het meer om haar groeiende buik van genoeg energie te voorzien. Haar buik was rond en opgezwollen toen ik haar ving, want Joke is zwanger van een klein vleermuisje. De dag nadat ik haar gevangen heb ben ik op zoek gegaan naar haar dag rustplaats (dag roost), dit doen wij elke dag om te zien hoe groot hun rustgebied is. De eerste dag vond ik Joke in een maple boom (esdoorn) (heel toepasselijk aangezien dit het nationale symbool van Canada is) slechts 200 meter van de plek vandaan waar ik haar gevangen heb. De nacht daarop vloog zij vooral daar rond en ging zij regelmatig terug naar dezelfde rustplaats, het zal een stuk zwaarder zijn voor een vliegend zoogdier om een baby in de buik mee te dragen, dus ze moet vaak rusten.
De dag daarna vond ik haar in een andere boom in de buurt, maar het spannende was dat zij hier samen met twee andere door ons gezenderde, zwangere vleermuizen (Hermine en Ivy) was. De Northern long-eared bat vrouwtjes rusten overdag samen met soortgenoten in bomen, maar met zoveel vleermuizen en zoveel geschikte bomen in de buurt is het toch best bijzonder te zien dat de drie vleermuizen die wij volgen in dezelfde boom slapen. Ook de dagen daarna sliep zij met onze andere twee vleermuizen, maar in een andere boom. Het lijkt er dus op dat sommige individuen elkaar bewust opzoeken. Elke nacht waren haar vlieg- en rustpatronen redelijk constant, tot ik haar signaal op een dag niet meer oppikte vanaf de gebruikelijke plek. Dit kan verschillende dingen betekenen; de zender is tijdens het vliegen ergens afgevallen, de batterijen van de zender zijn leeg, of ze is ver weg gevlogen. Met onze witte pick-up reden we door de regio terwijl we de antenne uit het raam hebben hangen. Na enige tijd gereden te hebben hoorden ik een zwakke "beep". Ze was uit haar bos gevlogen, is een snelweg en een blue berry veld overgestoken en een halve kilometer door een ander bos gevlogen waar zij een nieuwe boom heeft uitkozen. Het is elke keer weer een avontuur om een nieuwe dag roost te vinden. Je weet nooit waar de vleermuizen je naar toe brengen. Regelmatig moet ik balancerend over omgevallen bomen riviertjes oversteken of proberen mijn voeten droog te houden terwijl ik door een moeras navigeer. Als het signaal van mijn radio eindelijk sterk genoeg is om te concluderen dat ik de boom gevonden heb markeer de positie en moet ik mijn weg weer uit het bos vinden. Het lukt bijna nooit om dezelfde weg terug te vinden dus elke keer is het weer een uitdaging om de weg terug naar de auto te vinden.
De dag daarna vond ik haar in een andere boom in de buurt, maar het spannende was dat zij hier samen met twee andere door ons gezenderde, zwangere vleermuizen (Hermine en Ivy) was. De Northern long-eared bat vrouwtjes rusten overdag samen met soortgenoten in bomen, maar met zoveel vleermuizen en zoveel geschikte bomen in de buurt is het toch best bijzonder te zien dat de drie vleermuizen die wij volgen in dezelfde boom slapen. Ook de dagen daarna sliep zij met onze andere twee vleermuizen, maar in een andere boom. Het lijkt er dus op dat sommige individuen elkaar bewust opzoeken. Elke nacht waren haar vlieg- en rustpatronen redelijk constant, tot ik haar signaal op een dag niet meer oppikte vanaf de gebruikelijke plek. Dit kan verschillende dingen betekenen; de zender is tijdens het vliegen ergens afgevallen, de batterijen van de zender zijn leeg, of ze is ver weg gevlogen. Met onze witte pick-up reden we door de regio terwijl we de antenne uit het raam hebben hangen. Na enige tijd gereden te hebben hoorden ik een zwakke "beep". Ze was uit haar bos gevlogen, is een snelweg en een blue berry veld overgestoken en een halve kilometer door een ander bos gevlogen waar zij een nieuwe boom heeft uitkozen. Het is elke keer weer een avontuur om een nieuwe dag roost te vinden. Je weet nooit waar de vleermuizen je naar toe brengen. Regelmatig moet ik balancerend over omgevallen bomen riviertjes oversteken of proberen mijn voeten droog te houden terwijl ik door een moeras navigeer. Als het signaal van mijn radio eindelijk sterk genoeg is om te concluderen dat ik de boom gevonden heb markeer de positie en moet ik mijn weg weer uit het bos vinden. Het lukt bijna nooit om dezelfde weg terug te vinden dus elke keer is het weer een uitdaging om de weg terug naar de auto te vinden.
Joke zal deze week, net als de andere vleermuizen, bevallen van haar pup. De laatste paar dagen en nachten heb ik haar signaal continu richting de dag roost opgepikt. De kans is groot dat zij inmiddels bevallen is van haar pup en minder vliegt, maar misschien is haar zender van haar rug gevallen. In dat geval is mijn onderzoek naar haar specifieke bewegingspatronen afgerond en is het tijd om nieuwe vleermuizen te vangen.
Hiermee zijn mijn avonturen met het volgen van Joke waarschijnlijk afgesloten, maar de vleermuizen die ik nog moet vangen zullen mij net zulke mooie bossen laten zien. De Northern long-eared bat is een echte bos specialist, de Little brown bat (de soort die ik in Newfoundland gevangen heb) leeft ook in deze omgeving, maar deze vrouwtjes rusten vooral in de zolders van huizen en foerageren in meer open plekken zoals boven meren, velden en bosranden. Vanwege de open aard van hun habitat is het een stuk lastiger om hen tijdens het foerageren te vangen, daarom probeer ik huizen te vinden waar zij rusten zodat wij hen kunnen vangen zodra zij de zolder uit vliegen. Voor een lange tijd kende ik slechts 1 huis met little brown bats, maar afgelopen week heb ik een tweede huis gevonden waar ik binnenkort een vang sessie zal houden.
Zoals ik eerder al zei kom ik behalve vleermuizen nog veel meer andere mooie dieren tegen. Een van de grootste en waarschijnlijk gevaarlijkste dieren is de zwarte beer.
Hiermee zijn mijn avonturen met het volgen van Joke waarschijnlijk afgesloten, maar de vleermuizen die ik nog moet vangen zullen mij net zulke mooie bossen laten zien. De Northern long-eared bat is een echte bos specialist, de Little brown bat (de soort die ik in Newfoundland gevangen heb) leeft ook in deze omgeving, maar deze vrouwtjes rusten vooral in de zolders van huizen en foerageren in meer open plekken zoals boven meren, velden en bosranden. Vanwege de open aard van hun habitat is het een stuk lastiger om hen tijdens het foerageren te vangen, daarom probeer ik huizen te vinden waar zij rusten zodat wij hen kunnen vangen zodra zij de zolder uit vliegen. Voor een lange tijd kende ik slechts 1 huis met little brown bats, maar afgelopen week heb ik een tweede huis gevonden waar ik binnenkort een vang sessie zal houden.
Zoals ik eerder al zei kom ik behalve vleermuizen nog veel meer andere mooie dieren tegen. Een van de grootste en waarschijnlijk gevaarlijkste dieren is de zwarte beer.
Mijn onderzoeksgebied is in en rond een windmolenpark. Het gebied tussen de windturbines is off-limits voor de meeste mensen en waarschijnlijk daarom een paradijs voor schuwe dieren zoals zwarte beren. In dit gebied ben ik inmiddels al 5 beren tegengekomen, allemaal gelukkig vanuit de auto. De beer hierboven bleef lang genoeg zitten zodat ik een foto kon maken, waarna het beestje snel weg rende. Zwarte beren zijn in principe super schuw en zullen direct vluchten wanneer zij ons zien, horen of ruiken. In een auto zijn wij echter wat sneller dan te voet en daarom verrassen wij hen soms. Te voet ben ik nog geen beren tegengekomen, waarschijnlijk omdat wij veel te luidruchtig zijn en de beer weg is voordat wij doorhebben dat zij daar ooit waren. Mijn professor heeft ons ook beerbellen gegeven die ik aan mijn tas heb hangen. Ik loop dus constant door de bossen achtervolgd door het geluid van jingle bells. De beren horen mij dan altijd aankomen en hebben genoeg tijd om te vluchten. Het enige moment waarop een zwarte beer gevaarlijk kan zijn is als je hen per ongeluk te stil benaderd (vaak zonder dat je het zelf in de gaten hebt) en een moeder met jonkies tegenkomt. Maar zolang de beren weten waar wij zijn zullen zij een confrontatie altijd uit de weg gaan. In de theoretishe wildlife-encounter training die ik in het lab gehad heb heb ik het volgende geleerd met betrekking tot beren: Als je aangevallen wordt door een grizzly beer (die overigens hier niet voorkomen) moet je je zo klein mogelijk oprollen en je organen beschermen, als je aangevallen wordt door een zwarte beer... vecht dan terug...
Een ander schuw beestje dat ik in het windmolenpark tegenkwam was dit jonge hertje.
Een ander schuw beestje dat ik in het windmolenpark tegenkwam was dit jonge hertje.
Dit jonge dier doet hard zijn best om niet gezien te worden, in het korte gras heeft dit echter weinig effect. White-tailed deer kom je overal tegen, sommige zijn erg schuw en rennen direct weg, andere blijven ongestoord door grazen. Ook tijdens het autorijden moet je erg opletten dat ze niet plots uit de bossen komen springen, dit geldt ook voor al het andere wildlife in de omgeving. Vooral 's nachts lopen er veel wasberen, marmotten en stekelvarkens op de wegen. Gelukkig is er niet veel verkeer en kan ik lekker langzaam over de snelweg tuffen om geen slachtoffers te maken.
Terwijl ik over de country roads aan het wandelen was kwam ik ook een ander prachtig dier tegen.
Terwijl ik over de country roads aan het wandelen was kwam ik ook een ander prachtig dier tegen.
In de verte zag ik een zwart-wit gestreept beestje over de weg huppelen. Dit stinkdier liep nietsvermoedend voor mij uit. Om wat dichterbij te komen rende ik stilletjes achter het dier aan met mijn camera in de aanslag. Toen ik dichtbij genoeg was om een foto te maken kreeg het beestje mij door. Hij/zij draaide zich verschrikt om, keek mij recht in de ogen en gooide zijn staart in de lucht; een dreigemend dat ze hun stinkklier kunnen openen en een wolk van stinkende troep kunnen spuiten. Zonder dat het stinkdier dit deed kon ik hem/haar al ruiken dus ik was niet van plan om dichterbij te komen en stank te riskeren. Het stinkdier draaide zich weg van mij en huppelde verder terwijl de staart omhoog bleef, klaar om te spuiten totdat hij/zij in de bossen verdween.
Zoogdieren zijn hier zo veel voorkomend dat ik elke dag weer verbaasd ben, maar ook het vogel-, reptielen- en amfibie-leven kent een grote rijkdom.
Zoogdieren zijn hier zo veel voorkomend dat ik elke dag weer verbaasd ben, maar ook het vogel-, reptielen- en amfibie-leven kent een grote rijkdom.
Een van de meest voorkomende vogels, net als in Nederland, is de kraai. Wanneer ik Hitchcock's "The birds" of andere Amerikaanse films met kraaien zag was ik altijd verbaasd over de neppe sound effects van de kraaien; de film kraaien klinken totaal niet zoals de kraaien die ik ken. Maar, nu ik in Noord-Amerika ben hoor ik dat de kraaien hier een totaal ander geluid maken dan de Europese zwarte kraai. De sound effects kloppen dus wel.
Dat kolibrie's in Canada leven wist ik ook niet, ik dacht altijd dat zij exclusief in de tropen voorkwamen, maar deze kleine vogeltjes vliegen deze afstand naar Canada voor de zomer. Op het eerste gezicht lijken zij net super grote insecten die abnormaal vlug langs je hoofd zoemen (vandaar de naam "hummingbird", zoemende vogel), maar in werkelijkheid zijn het dus super kleine vogeltjes. Het is geweldig om te zien hoe zij elkaar achterna zitten en hun voedsel stekjes verdedigen.
Dat kolibrie's in Canada leven wist ik ook niet, ik dacht altijd dat zij exclusief in de tropen voorkwamen, maar deze kleine vogeltjes vliegen deze afstand naar Canada voor de zomer. Op het eerste gezicht lijken zij net super grote insecten die abnormaal vlug langs je hoofd zoemen (vandaar de naam "hummingbird", zoemende vogel), maar in werkelijkheid zijn het dus super kleine vogeltjes. Het is geweldig om te zien hoe zij elkaar achterna zitten en hun voedsel stekjes verdedigen.
Kikkers, padden en salamanders vergezellen mij tijdens mijn veldwerk 's nachts en overdag. Overdag zitten zij stilletjes in hun waterpoeltjes of op omgevallen bomen, maar 's nachts zingen zij allen (de kikkers) zo luid als ze kunnen. Het is een bijzondere wereld wanneer de kikkers hun keel openen en de vele vuurvliegen hun lichtjes laten fonkelen. Het doet mij een beetje denken aan mijn nachtelijke avonturen in Nieuw Zeeland; de roep van de kiwi wordt vervangen door de kikkers en de lichtjes van de noctiluca (lichtgevende golven in de zee) door de vuurvliegen. Elk land heeft zijn eigen pracht.
Op een dag, terwijl ik wederom op zoek was naar de dag roost van mijn vleermuizen, zag ik een veter op het bospad liggen. Het was best ver van de bewoonde wereld, dus een schoenveter is niet erg logisch. Toen ik een stap dichterbij zette begon de schoenveter plots te bewegen. Terwijl de eerste reactie van mijn veldassistente was dat ze gillend een sprong naar achter maakte was mijn eerste reflex dat ik er bovenop sprong en het vastgreep.
Op een dag, terwijl ik wederom op zoek was naar de dag roost van mijn vleermuizen, zag ik een veter op het bospad liggen. Het was best ver van de bewoonde wereld, dus een schoenveter is niet erg logisch. Toen ik een stap dichterbij zette begon de schoenveter plots te bewegen. Terwijl de eerste reactie van mijn veldassistente was dat ze gillend een sprong naar achter maakte was mijn eerste reflex dat ik er bovenop sprong en het vastgreep.
Geen schoenveter dus, maar een slang. Canada heeft verschillende slangensoorten, maar in deze regio zijn geen giftige soorten; mijn relfex om hen te vangen kent dus geen risico's. Mijn relfex is echter niet altijd zoals het hier was. Enkele dagen geleden was ik op pad met iemand uit de regio die mij enkele verlaten huisjes in de bossen liet zien, in de hoop vleermuizen te vinden. Hij opende het slot van de deur en trok de deur open. Op dat moment kwam een slang, die blijkbaar tussen de deuren op het slot lag te slapen, tevoorschijn gesprongen. Zowel ik als de oude man sprongen naar achter terwijl wij beide een "mannelijke" gil ten gehoren brachten. Ik neem maar aan dat de slang meer van ons schrok dan wij van hem...
De bossen zijn een schuilplaats voor mee dan alleen wildlife. Zelfs ver weg van de paden kom je onverwachte dingen tegen, zoals de verlaten huisjes.
De bossen zijn een schuilplaats voor mee dan alleen wildlife. Zelfs ver weg van de paden kom je onverwachte dingen tegen, zoals de verlaten huisjes.
Mijn fantasie gaat dan gelijk werken. Hoe komt dit huisje hier? Hoe oud is het? Is het nog bewoond? Misschien is het het huisje van de zeven dwergen of van Shrek de ogre. Maar misschien is het minder fraai en is het het huis van de Blair Witch of Hans en Grietje...
Omdat mijn werk zowel overdag als 's nachts is zie ik de wereld van verschillende kanten; de wereld anders belicht. Dit levert elke keer weer een fraaie verzamelingen van indrukken en foto's op.
Omdat mijn werk zowel overdag als 's nachts is zie ik de wereld van verschillende kanten; de wereld anders belicht. Dit levert elke keer weer een fraaie verzamelingen van indrukken en foto's op.
Zo nu en dan laat ik de bossen en velden achter mij en ruil ik deze om voor een zeezicht. Omdat de oude boerderij waar ik meestal verblijf ook soms door de eigenaar bezocht wordt in de weekenden verhuis ik naar een camping aan de kust. De camping heet Sunset watch en doet haar naam elke avond weer eer aan.
De wildlife hier is een wereld van verschil met de bossen, maar kent net zo'n rijkdom. Krabbetjes, visjes en zeesterren kruipen door het ondiepe water en met laag tij liggen de zeehonden op de droge schelpenbanken te luieren.
Zoals te merken is zijn de verhalen eindeloos, er is zoveel meer te vertellen, maar ik kan het onmogelijk allemaal hier beschrijven. Elke dag wanneer ik off trail door de bossen klauter prijs ik mijzelf een gelukkig mens; de vleermuizen brengen mij naar plekken waar geen mens komt. Hoewel ik 's nachts niet van de paden af ga (dat zou vragen om problemen zijn) zie ik de wereld in een heel ander licht terwijl de vleermuizen mij letterlijk om de oren vliegen.
Zondagavond vertrek ik weer richting Tatamagouche om mijn veldwerk voort te zetten. Ik ben ongeveer halverwege dus deze foto update is een mooie break. Aan het einde van dit seizoen heb ik vast weer zat nieuwe verhalen en foto's om te delen.
Knuffels en groetjes van Jordi
Zondagavond vertrek ik weer richting Tatamagouche om mijn veldwerk voort te zetten. Ik ben ongeveer halverwege dus deze foto update is een mooie break. Aan het einde van dit seizoen heb ik vast weer zat nieuwe verhalen en foto's om te delen.
Knuffels en groetjes van Jordi
(English summary: The last month I've been busy trapping and tracking bats day and night. One of the bats, which I named "Joke" has been found roosting together with other bats that I've been tracking. During the day, in my search for their day roost, I get to see amazing forests, blue berry fields and swamps. Because I work day and night I get to see the world in so many different ways; pretty blue skies, golden sunsets and dark nights where Venus and Jupiter stand right over the horizon.
The wildlife sightings are awesome: black bears, raccoons, porcupines, skunks, frogs, toads, salamanders, humming birds, crows... too much to mention all. Even seals are part of it. Snake encounters are also amongst the highlights, fortunatly they are not venomous so I can catch them without any worries.
My field season is half way now, Sunday I will depart to my fieldsite again to track the bats for another month. I'm a lucky person!
Cheers
Jordi)