Fennec vos (Fennecus zerda)
Uiterlijke kenmerken:
De Fennec vos is een echte woestijnvos, daarom is deze ook bekend onder de naam woestijnvos. Fennecus zerda wordt soms ook ingedeelt bij de Vulpes als Vulpes zerda hier wordt de fennec vos echter in zijn eigen geslacht (Fennecus) ingedeelt.
De Fennec vos is van alle vossen en alle hondachtigen de kleinste soort. Zijn schouder hoogte is ongeveer 2o centimeter en het beestje weegt slechts tussen 1 en 1,5 kilogram. Ze hebben een cremekleurige vacht met bruine en grijze vegen die perfect past bij de woestijn waar ze in leven. Het puntje van de staart is zwart.
Deze vos staat bekend om zijn enorm grote oren. De oren kunnen wel 15 centimeter lang zijn (let wel: hun schouderhoogte is slechts 20 centimeter) en daarme heeft de fennec vos in verhouding tot zijn lichaam de grootste oren van alle vossen. Behalve dat de grote oren het dier enorm goed laten horen dienen zij ook als thermoregulators. Kleine bloedvaten zitten hier vlak onder het oppervlak en daardoor kan de vos makkelijker overtollige warmte kwijtraken. De fennec heeft een dikke ondervacht die hen warm houdt tijdens de koude nachten in de woestijn terwijl de licht gekleurde bovenvacht het warme zonlicht weerkaats overdag. Hun voetzolen zijn volledig bedekt met haar om de kwetsbare voetjes te beschermen tegen het hete zand.
De tanden van de fennec vos zijn relatief klein, vooral de hoektanden. Grote prooien worden dan ook niet gevangen.
Sociale structuur:
Fennecs graven holen waar zij vaak hun hele leven bij in de buurt blijven. Ze leven voornamelijk in paren, maar vaak worden ook familiegroepen aangetroffen. Het bijzondere aan de fennec vos is dat het vrouwtje wel twee nesten per jaar kan krijgen. Dit gebeurt echter alleen als het eerste nest het niet redt.
Het paarseizoen in gevangenschap is tijdens januarie en februarie, of dit in het wild ook zo is kan niet met zekerheid gezegd worden. Na 50 tot 63 dagen worden 2 tot 5 jongen geboren. Fennec vos wijfjes zijn rond deze tijd zeer agressief en verdedigen hun hol fel. Na één jaar zijn de jonkies volwassen.
Fennecs maken een blaffend geluid naar soortgenoten, maar kunnen ook spinnen als een kat. Wanneer zij zich bedreigd voelen trekken zij hun bovenlip omhoog.
Voedsel:
Vanwege hun formaat kunnen fennec vossen geen al te grote prooien vangen. Hun dieet bestaat dan ook voornamelijk uit gerbils en hagedissen, maar konijnen (die groter zijn dan de fennec vos) worden ook wel gevangen. Ook eet deze vos wortels van woestijnplanten hetgeen een belangrijke bron van vocht is voor hen. Als vogels, insecten, palmfruit en eieren veel aanwezig zijn worden ook deze gegeten.
Fennecs drinken bij poeltjes in de woestijnen of likken douwdruppels op maar ze zijn ook goed in staat om een lange tijd met zeer weinig water te overleven. De nieren zijn hier perfect op ingesteld.
Verspreiding:
De fennec vos leeft in woestijngebieden in het noorden van Afrika in landen als Marokko, Algarije, Tunesië, Libië, Egypte, Niger en Sudan. Ook zijn ze tweemaal waargenomen in het Midden Oosten, maar veel is hier niet over bekend.
Voor lange tijd werd er op deze vossen gejaagd, ookal vormen zij geen bedreiging voor mensen of vee. Ook wordt de fennec veel gevangen en commerciëel verkocht. Verder is er niet genoeg bekend over dit dier en zijn status.