Wilderness of the golden coast
1 September 2013
En daar ging ik dan, op het vliegtuig naar het land van de rijke kust: Costa Rica! Mijn professor vind het belangrijk dat al zijn studenten minstens 1 conference bijwonen om hun werk te presenteren. Vanaf het begin was het al duidelijk dat ik naar Costa Rica zou gaan dit jaar. Echter, vorig jaar ben ik ook naar Puerto Rico geweest voor een conference, dit omdat er wat extra geld beschikbaar kwam op het laatste moment. Dat was dus mijn voorproefje voor het echte werk in Costa Rica, waar ik mijn onderzoek mocht presenteren. Normaal gesproken worden deze conferences ergens op het vaste land van Noord-Amerika gehouden, maar vanwege omstandigheden was het nu twee maal op rij in een tropisch oord, wat heb ik toch een mazzel.
Ik arriveerde in San Jose, de hoofdstad van Costa Rica, ruim een dag voordat de conference begon en had daardoor tijd om andere vleermuis fanaten te leren kennen en lekker bij het luxe hotel zwembad rond te hangen. Op de eerste dag van de conference was ik de tweede in rij om mijn werk te presenteren. Gelukkig had ik totaal geen zenuwen en was de presentatie gauw met succes afgerond, waarna ik op mijn gemak de andere tientallen presentaties op die dag en de vier dagen erna kon bijwonen. Het was een drukke week waarin ik veel geleerd heb en met mede wetenschappers gesproken heb over de methodology (dat is geloof ik geen Nederlands woord) van vleermuisonderzoek. Gedurende de conference was er zat te doen, behalve het bijwonen van presentaties waren er veel sociale gebeurtenissen met hapjes, drankjes, natuur documentaires en Costa Ricaanse dansers en muziek, maar het echte avontuur begon pas na de conference toen ik met een speciale vleermuistour door Costa Rica ging reizen.
En daar ging ik dan, op het vliegtuig naar het land van de rijke kust: Costa Rica! Mijn professor vind het belangrijk dat al zijn studenten minstens 1 conference bijwonen om hun werk te presenteren. Vanaf het begin was het al duidelijk dat ik naar Costa Rica zou gaan dit jaar. Echter, vorig jaar ben ik ook naar Puerto Rico geweest voor een conference, dit omdat er wat extra geld beschikbaar kwam op het laatste moment. Dat was dus mijn voorproefje voor het echte werk in Costa Rica, waar ik mijn onderzoek mocht presenteren. Normaal gesproken worden deze conferences ergens op het vaste land van Noord-Amerika gehouden, maar vanwege omstandigheden was het nu twee maal op rij in een tropisch oord, wat heb ik toch een mazzel.
Ik arriveerde in San Jose, de hoofdstad van Costa Rica, ruim een dag voordat de conference begon en had daardoor tijd om andere vleermuis fanaten te leren kennen en lekker bij het luxe hotel zwembad rond te hangen. Op de eerste dag van de conference was ik de tweede in rij om mijn werk te presenteren. Gelukkig had ik totaal geen zenuwen en was de presentatie gauw met succes afgerond, waarna ik op mijn gemak de andere tientallen presentaties op die dag en de vier dagen erna kon bijwonen. Het was een drukke week waarin ik veel geleerd heb en met mede wetenschappers gesproken heb over de methodology (dat is geloof ik geen Nederlands woord) van vleermuisonderzoek. Gedurende de conference was er zat te doen, behalve het bijwonen van presentaties waren er veel sociale gebeurtenissen met hapjes, drankjes, natuur documentaires en Costa Ricaanse dansers en muziek, maar het echte avontuur begon pas na de conference toen ik met een speciale vleermuistour door Costa Rica ging reizen.
Dit is de Helicona plant. De oranje delen zijn gemodificeerde bladeren die lijken op bloemen. De ware bloem bevindt zicht echter in deze bladeren (de groene delen die uitsteken). Deze fel gekleurde bladeren trekken kolibris aan, maar zijn slechts een paar soorten kolibris die een snavel hebben die past op deze bloemen en bladeren. In Costa Rica bestaan echter veel verschillende Heliconia soorten en elke soort heeft een ander vorm blad waar andere soorten kolibri snavels compatible mee zijn. Zo is de Helicona gegarandeerd dat een kolibri nectar drinkt, stuifmeel verzameld en vervolgens dit stuifmeel meeneemt naar een andere Heliconia van dezelfde soort en zo de andere plant bevrucht. De wisselwerking tussen de Heliconia en de kolibris is dus enorm belangrijk en draagt bij aan de rijke diversiteit aan flora en fauna in Costa Rica. Zo nu en dan lukt het een kolibri om van een soort te drinken waar zijn snavel niet goed op past. Deze plant wordt dan bevrucht met stuifmeel van een andere soort en zo ontstaan er hibride Heliconias die niet vruchtbaar zijn en in feite geen enkel nut hebben. Maar niet alleen de kolibri is afhankelijk van deze plant. Leaf-cutter ants knippen de groene bladeren aan stukken om naar hun nest mee te nemen, vleermuizen modificeren de groene bladeren tot tentjes om veilig onder te kunnen slapen. En zo zijn er nog veel meer dieren en planten die op de een of andere manier afhankelijk zijn van de Heliconia.
Costa rica en Panama (ten zuiden) zijn de smalste landen in centraal America. Zij zijn ook de jongste landen, de meest recente aarde die door het water omhoog zijn gedrukt om een landbrug tussen Noord- en Zuid-Amerika te maken. Door het verbinden van deze twee inmens grote continenten zijn diersoorten van noord en zuid samen gekomen. Costa Rica heeft daarom een enorm grote diversiteit aan wildlife met de zuidelijke range van vele soorten uit Noord-Amerika en de noordelijke range van soorten uit Zuid-Amerika. Elke plantensoort en elke dierensoort heeft zijn eigen ecologische waarde en verhaal, zoals de Heliconia. Helaas kan ik niet over alles dat ik laat zien zo'n verhaal vertellen, simpelweg omdat ik niet slim genoeg ben om al deze details te onthouden en ik niet de tijd heb om al deze details op te zoeken. Hieronder volgt dan ook slechts een samenvatting van mijn avonturen in Costa Rica met enkele highlights. Ik hoop dat het je inspireert om zelf meer informatie op te zoeken over dat wat jouw het meeste aanspreekt. Of het nu de vissende vleermuis is, de vlugge ctenosaur of de enge whip scorpion, allen spelen zij een essentiele rol in het ecosysteem. Laat je niet verleiden door de schoonheid van de ene soort of verjagen door het monsterlijke uiterlijk van de andere soort, want in de natuur is niets wat het lijkt: soms is schoonheid gevaarlijk en zijn de monsters onschadelijk.
Costa rica en Panama (ten zuiden) zijn de smalste landen in centraal America. Zij zijn ook de jongste landen, de meest recente aarde die door het water omhoog zijn gedrukt om een landbrug tussen Noord- en Zuid-Amerika te maken. Door het verbinden van deze twee inmens grote continenten zijn diersoorten van noord en zuid samen gekomen. Costa Rica heeft daarom een enorm grote diversiteit aan wildlife met de zuidelijke range van vele soorten uit Noord-Amerika en de noordelijke range van soorten uit Zuid-Amerika. Elke plantensoort en elke dierensoort heeft zijn eigen ecologische waarde en verhaal, zoals de Heliconia. Helaas kan ik niet over alles dat ik laat zien zo'n verhaal vertellen, simpelweg omdat ik niet slim genoeg ben om al deze details te onthouden en ik niet de tijd heb om al deze details op te zoeken. Hieronder volgt dan ook slechts een samenvatting van mijn avonturen in Costa Rica met enkele highlights. Ik hoop dat het je inspireert om zelf meer informatie op te zoeken over dat wat jouw het meeste aanspreekt. Of het nu de vissende vleermuis is, de vlugge ctenosaur of de enge whip scorpion, allen spelen zij een essentiele rol in het ecosysteem. Laat je niet verleiden door de schoonheid van de ene soort of verjagen door het monsterlijke uiterlijk van de andere soort, want in de natuur is niets wat het lijkt: soms is schoonheid gevaarlijk en zijn de monsters onschadelijk.
Pijlgifkikkers komen in vele verschillende soorten en kleuren, maar wat zij allen gemeen hebben is dat zij enorm opvallen in de groene jungle van Costa Rica. Sommige diersoorten gebruiken camouflage ter verdediging tegen roofdieren, maar niet de pijlgifkikker. Deze kleine kikkertjes willen juist gezien worden. Een roofdier denkt wel twee keer voordat deze een pijlgifkikker eet, want na dit kleine maal zal deze gauw dood neervallen. De brilliante kleuren van de kikkers vertellen de roofdieren dat zij (de kikkers) super giftig zijn, het is dus een waarschuwingskleur. Over het algemeen geld in de natuur dat als het super mooi of super lelijk is, je er maar beter vanaf kunt blijven. De naam, pijlgifkikker, hebben zij gekregen omdat de inheemse bevolking vroeger hun pijlen in het gif van de kikker doopte waarna zij giftig pijlen met hun boog konden schieten. Pijlgifkikkers in gevangenschap zijn echter vaak niet giftig. In de natuur verkrijgt de kikker zijn gif door zijn dieet (bijvoorbeeld mieren) hun lichaam maakt het gif aan met de grondstoffen uit hun prooi, maar in gevangenschap krijgen zij meestal niet hun natuurlijke prooidieren voorgeschoteld en ontbreken de bouwstenen om het gif te produceren.
Mijn tour begon in het binnenland van Costa Rica, bij de Arenal vulkaan; een zeer actieve vulkaan die tot 2008 constant lava spuwden, nu is de vulkaan echter in een rustigere staat en is er op heldere dagen slechts een klein rook pluimpje boven de krater te zien. Waar ik ook keek, de vulkaan stond altijd trots aan de achtergrond met daarvoor prachtige jungle vol kleurrijke vogels, mysterieuze slangen, schattige neusbeertjes en zelfs een luiaard hoog in de bomen (klik de foto's voor groter formaat en meer details).
Mijn tour begon in het binnenland van Costa Rica, bij de Arenal vulkaan; een zeer actieve vulkaan die tot 2008 constant lava spuwden, nu is de vulkaan echter in een rustigere staat en is er op heldere dagen slechts een klein rook pluimpje boven de krater te zien. Waar ik ook keek, de vulkaan stond altijd trots aan de achtergrond met daarvoor prachtige jungle vol kleurrijke vogels, mysterieuze slangen, schattige neusbeertjes en zelfs een luiaard hoog in de bomen (klik de foto's voor groter formaat en meer details).
Na het vulkanisch plateau reden we naar de Monteverde cloudforest; een prachtig jungle reservaat dat barst van de wildlife. Deze hoog gelegen jungle bevind zich hoog in de wolken waardoor er altijd een horizontale regen tussen de bomen door trekt. Waar bloemen waren waren kolibris, waar bomen waren waren spider-monkeys en waar bladeren waren was een tal van insekten. Vroeg in de ochtend zag ik prachtig gekleurde vogels, zoals mot-mots en toekans. 's Nachts, wanneer de kolibris sliepen, vlogen de vleermuizen af en aan om zich te voeden aan de bloemen en vele fruitbomen.
In Costa Rica bestaan slechts twee seizoenen: het regen seizoen en het seizoen waarin het iets minder regent. Met de hoge temperaturen het hele jaar door is de regen echter geen straf maar slechts een heerlijke afkoeling, bovendien ben je in minuten droog nadat de regen ophoudt. Gedurene mijn tijd in Costa Rica kon je je klok erop gelijk zetten: klokslag vier uur 's middags opende de hemel zich voor een uur, dit ging vaak gepaard met hevige donder en bliksem. Niet alleen was dit super voorspelbaar het was ook enorm indrukwekkend om zulke intense bliksem recht boven je hoofd te zien. De hevige regen deed de lager gelegen jungles veranderen in rivieren en meren en de hoger gelegen jungles veranderden in een weelde aan riviertjes en watervallen. Een ander bijzonder aspect in Costa Rica is dat dagen het hele jaar door zo'n 12 uur duren. De zon komt op rond 6 uur 's ochtends en gaat onder rond 6 uur 's avonds. Voor mijn vleermuisavontuur was dit natuurlijk uitermate geschikt. Voor het avondeten zetten wij onze vallen op om tot 8 uur 's avonds vleermuizen te vangen en daarna lekker een Costa Ricaans maal (veel rijst met bonen en bakbananen, yum yum) te eten. Een van de meest bijzondere dingen die ik gegeten heb is (houd je vast) hondenvlees. Ik was mij er op het moment niet eens van bewust, maar achteraf werd mij verteld dat het vlees (wat ik naar hert vond smaken) hondenvlees was. Het smaakte in ieder geval erg goed, en je mag niet discrimineren tussen diersoorten; rundvlees, kip of hond, een leven is een leven.
In Costa Rica bestaan slechts twee seizoenen: het regen seizoen en het seizoen waarin het iets minder regent. Met de hoge temperaturen het hele jaar door is de regen echter geen straf maar slechts een heerlijke afkoeling, bovendien ben je in minuten droog nadat de regen ophoudt. Gedurene mijn tijd in Costa Rica kon je je klok erop gelijk zetten: klokslag vier uur 's middags opende de hemel zich voor een uur, dit ging vaak gepaard met hevige donder en bliksem. Niet alleen was dit super voorspelbaar het was ook enorm indrukwekkend om zulke intense bliksem recht boven je hoofd te zien. De hevige regen deed de lager gelegen jungles veranderen in rivieren en meren en de hoger gelegen jungles veranderden in een weelde aan riviertjes en watervallen. Een ander bijzonder aspect in Costa Rica is dat dagen het hele jaar door zo'n 12 uur duren. De zon komt op rond 6 uur 's ochtends en gaat onder rond 6 uur 's avonds. Voor mijn vleermuisavontuur was dit natuurlijk uitermate geschikt. Voor het avondeten zetten wij onze vallen op om tot 8 uur 's avonds vleermuizen te vangen en daarna lekker een Costa Ricaans maal (veel rijst met bonen en bakbananen, yum yum) te eten. Een van de meest bijzondere dingen die ik gegeten heb is (houd je vast) hondenvlees. Ik was mij er op het moment niet eens van bewust, maar achteraf werd mij verteld dat het vlees (wat ik naar hert vond smaken) hondenvlees was. Het smaakte in ieder geval erg goed, en je mag niet discrimineren tussen diersoorten; rundvlees, kip of hond, een leven is een leven.
Na twee dagen en nachten in de cloud forest te hebben doorgebracht bracht de tour mij naar de westkust van Costa Rica. Prachtige uitzichten gleden aan mij voorbij terwijl we de heuvels achter ons lieten en de kust in zicht kwam. Vanaf hier stapten ik op een boot die mij naar het einde van een lang schiereiland bracht; naar Curu wildlife refuge. Op de boot werd ik vergezeld door groepen bruine pelikanen en frigatebirds die druk aan het foerageren waren over het blauwe, tropische zeewater. Halverwege de boottocht was ik zelfs getuige van een frigatebird die een paling ving en deze in de lucht in zijn geheel verorberde. Na zo'n anderhalf uur kwam het schiereiland in zicht met witte zandstranden, palmbomen en azuur blauw water. Curu, in contrast met het cloud forest, is een zogenaamd dry forest. Echter is alles relatief, want ook hier viel elke dag om vier uur het water met bakken uit de lucht.
Langs de autoweg hingen de howler monkeys en white-faced capucin aapjes lui in de bomen, rode ara papegaaien vlogen luid schreeuwend over en kleine hertjes stonden op de open vlaktes. Bij aankomst in het hotel nam ik een duik in de warme oceaan voordat het donker genoeg was om meer vleermuizen te vangen. In de hoop een vissende vleermuis te vangen hadden we een net over een rivier gespannen. Echter deed het regen van die middag het water zo snel stijgen dat al gauw het net half onder water stond en wij slechts krabben en kikkers in het net hadden. Gelukkig vingen we in de droge netten de ene vleermuis na de andere. Ook vonden wij een vleermuissoort die in grote groepen aan muren of bomen hangt.
Langs de autoweg hingen de howler monkeys en white-faced capucin aapjes lui in de bomen, rode ara papegaaien vlogen luid schreeuwend over en kleine hertjes stonden op de open vlaktes. Bij aankomst in het hotel nam ik een duik in de warme oceaan voordat het donker genoeg was om meer vleermuizen te vangen. In de hoop een vissende vleermuis te vangen hadden we een net over een rivier gespannen. Echter deed het regen van die middag het water zo snel stijgen dat al gauw het net half onder water stond en wij slechts krabben en kikkers in het net hadden. Gelukkig vingen we in de droge netten de ene vleermuis na de andere. Ook vonden wij een vleermuissoort die in grote groepen aan muren of bomen hangt.
Op de laatste dag kreeg ik de gelegenheid om nog meer in de dry forest van Curu rond te wandelen en de dieren en jungle bij daglicht te zien. Een lange wandeling bracht mij door mangrovebossen, over witte zandstranden en een prachtig uitzicht over de baai. Toen ik bij een riviertje in de jungle kwam hoorde ik iets meerdere malen in het water spetteren terwijl ik in mijn ooghoek iets weg zag rennen. Aan alle kanten van mij begonnen beestjes te bewegen, verstoort door mijn aanwezigheid. Het waren kleine hagedissen. Hun tactiek om aan roofdieren te ontsnappen is door super snel over het water te rennen. Door een aanloop te nemen en met hun poten hard op het wateroppervlak te slaan krijgen zij het voor elkaar om letterlijk over het water te rennen zonder te zinken. Deze bijzondere vaardigheid heeft hen de naam Jesus Christ lizard gegeven (net als Jezus kunnen deze hagedissen over water lopen). Het is mij echter niet gelukt om een foto van deze bijzondere dieren te nemen, dus je moet mij op mijn woord geloven. Echter heeft niemand ooit kunnen vastleggen dat Jezus over het water liep, dus ik vind dit wel zo toepasselijk voor deze hagedis. Twee hagedissen die ik wel heb weten vast te leggen zijn de Leguaan en de Ctenosaurs. Leguanen komen in verschillende kleuren, meestal groen maar ook geel. Of, zoals in dit geval, prachtig rood. De Ctenosaurs is een leguaan-achtige die een bijzonder record houdt: de snelste hagedis ter wereld. Zij zijn in staat om 35 km per uur te rennen, probeer dat maar eens bij te houden. Gelukkig was het individu dat ik vond druk bezig zijn lunch te verorberen, dus had ik geen moeite om hem bij te houden. Ook kwam ik een prachtig vogel koppel tegen, de crested caracara, grote, prachtige roofvogels. Op de grond in de dry forest lagen kokosnoten verspreid en in de modder barste het van de tunnels. Elke tunnel was een huis voor rode krabben die werkelijk overal rondkropen. Krabben waren echter niet de enige beesten met acht pootjes. Twee dieren waar ik veel respect voor heb waren de golden orb-web spider en de whip scorpion. Golden orb-web spiders zijn beter bekend onder de naam "banenspin" en zijn prachtig blauw met gele en zwarte strepen. Het zijn enorme spinnen en zij maken het sterkste web van alle spinnen, sterk genoeg om kleine vogels en vleermuizen mee te vangen. De whip scorpion is echter het meest enge beest dat ik ooit gezien heb. Het zijn echter geen schorpioenen maar spin-achtigen. Hun lange dunnen poten maken hen super groot en vliegensvlug. Echter zijn deze dieren voor ons volkomen veilig, hun aanzicht doet mij toch huiveren. Maar niet alleen de dieren waren noemenswaardig en dreigend. Er was een soort boom dat vooral mijn aandacht trok, een boomsoort die ik niet gauw zal beklimmen. Ik weet niet om wat voor soort boom het hier gaat, maar de foto zal duidelijk maken waarom.
Vanaf daar werd ik weer terug gebracht naar de boot, die mij naar het vaste land bracht en ik uiteindelijk weer in San Jose terug was. Vroeg de volgende ochtend stapte ik op het vliegtuig en liet ik de tropische wildernis van Costa Rica achter mij. Velen ervaringen, avonturen, goede herinneringen en foto's rijker zette ik weer voet op Canadeze grond. Ik ben weer thuis en het volgende avontuur begon slechts een dag later, maar dat is een verhaal voor de volgende keer.
Knuffels Jordi
English summary: To present my thesis research I attended the International Bat Research Conference in tropical Costa Rica. My presentation went well and was over in a flash. The real adventure though, started after the conference when I joined a batting tour, traveling through the country. The tour brought me to an impressive vulcanic plateau, the Monteverde cloud forest and the dry forest of Curu. All places were packed with amazing wildlife and beautiful landscapes. The birds, the bats, the monkeys, the lizards, the bugs and the trees, everything seems to be special and there is a story to tell about each and every one of 'em. But the photos will say more than thousand words.
Knuffels Jordi
English summary: To present my thesis research I attended the International Bat Research Conference in tropical Costa Rica. My presentation went well and was over in a flash. The real adventure though, started after the conference when I joined a batting tour, traveling through the country. The tour brought me to an impressive vulcanic plateau, the Monteverde cloud forest and the dry forest of Curu. All places were packed with amazing wildlife and beautiful landscapes. The birds, the bats, the monkeys, the lizards, the bugs and the trees, everything seems to be special and there is a story to tell about each and every one of 'em. But the photos will say more than thousand words.
Dance of the spirits
21 July 2013
Labrador, Canada: Het land (provincie) dat nog niet ontdekt is. Pure wildernis. Waar de beren koning zijn. Land van het noorderlicht. Bomen, bomen en nog eens bomen. Muggen, muggen en nog meer muggen. Kerstbomen het hele jaar door. Land waar de labrador hond vandaan komt... niet in 1 zin te omschrijven. Ik heb het geluk gehad dat ik drie weken in de wildernis van Labrador heb kunnen rond dwalen, een unieke en onvergetelijke ervaring vol met avonturen en bijzondere natuurlijke fenomenen. Ik heb teveel gezien om ooit allemaal aan de wereld te kunnen vertellen, maar ik zal mijn best doen om de hoogtepunten te delen.
Enkele weken voor mijn vertrek boekte ik een ticket naar Costa Rica; een ticket waarmee ik over enkele weken door de douane poortjes zal lopen. Maar laat ik niet op de zaken vooruit lopen. Echter, om wat perspectief te tonen, Costa Rica is zo'n 4000 km van Nova Scotia, dit ticket kostte $800. Mijn vlucht naar Labrador was slechts 900 km, dit ticket kostte $1100. Waarom zo'n verschil voor een relatief korte afstand? Omdat (bijna) niemand naar Labrador gaat. Het is werkelijk een onverkend stuk grond waar nog zoveel te ontdekken valt, en dat was dan ook precies de reden waarom ik naar Labrador werd gestuurd. Diep tussen de meren en in de bossen van Labrador ligt een praktisch verlaten, kleine, leger trainings basis verscholen. In de winter is de basis meestal onbemand, maar in de zomer wordt het af en toe gebruikt voor training en wonen er twee rangers om de boel te managen. De natuurbeschermingswetten in Canada stellen de overheid verplicht om onderzoek te laten doen naar de impact van de basis op de wildernis. Eens in de zoveel jaar worden vogelonderzoekers naar de basis gestuurd om er achter te komen welke soorten, en hoeveel, er rond de basis leven, maar niemand heeft daar ooit onderzoek gedaan naar de vleermuizen. Ik moet echter in de verleden tijd spreken: "niemand HAD daar ooit onderzoek gedaan naar vleermuizen", totdat mijn collega (Lynne) en ik voet op de basis zetten. Maar ik loop alweer op de zaken vooruit, terug naar het begin.
In Halifax stapten we op een vliegtuigje naar Labrador. Het vliegtuig zat stampvol, maar het was slechts een klein dingetje, dus het is nog steeds waar dat bijna niemand naar Labrador reist. 900 km is niet zo ver voor een vliegtuig dus na een korte vlucht landden wij al in Labrador, in een klein dorpje genaamd: Happy Valley-Goosebay, de naam alleen brengt al een glimlach op je gezicht. Wij arriveerden enkele dagen te vroeg zodat wij tijd hadden om voorbereidingen te treffen voor onze avonturen in de wildernis. Echter, onze opdrachtgevers hadden zulke goede voorbereidingen getroffen dat er voor ons niets meer te doen viel. Een huur auto stond voor ons klaar bij aankomst, hotel kamers waren geboekt voor de eerste paar nachten en al onze nodige veld materialen stonden opgeslagen in de loods met het vliegtuigje dat ons naar de basis zou brengen. Dit gaf ons dus de gelegenheid om lekker toeristje te gaan spelen. Eerst reden we naar ons hotel en vonden beiden onze eigen privé suites met twee tv's, dvd speler, keuken, woonkamer, super de luxe badkamer en grote bedden. Niet echt wat een bioloog verwacht te zien in deze situatie. De dagen voordat ons kleine vliegtuigje vertrok reden we rond over de enige weg die door de provincie loopt en maakten we wandelingen door de bossen naar prachtige watervallen en vergezichten over de meren.
Maar de dag dat ons vleermuis avontuur begon was eindelijk aangebroken. In de ochtend reden we eerst naar een legerbasis in Happy Valley waar wij een officiële leger briefing kregen over de gevaren van de wildernis en het werken op een basis. Daarna stond ons vliegtuigje klaar voor vertrek en al gauw waren we in de lucht. Prachtige eindeloze bossen trokken aan ons voorbij door de vliegtuig raampjes. Talloze meertjes, geslepen in de ijstijd, stonden als littekens in het landschap, soms leek de provincie meer water dan land. Hoewel Labrador in de winter (van horen zeggen) volledig bedekt is met een dik pak sneeuw en de temperaturen tot onder de -40 C zakken, zijn de zomers warm (> 30 C) en droog. Met de eindeloze bossen en de droogte zijn bosbranden dan ook aan de orde van de dag. Enorme stukken bos branden jaarlijks af, maar er is zoveel bos dat het slechts een fractie van het geheel is. Velen dagen in de zomer hangt er echter een dikke rook-mist over delen van de provincie die het land in een mysterieuze nevel hullen. Vanuit het vliegtuig waren enkele bosbranden te zien, de meeste blijven onbeheerd en doven uiteindelijk vanzelf wel een keer, dat is de natuur (klik op de eerste foto en daarna op de pijltjes om alle foto's in groot formaat te bekijken).
Labrador, Canada: Het land (provincie) dat nog niet ontdekt is. Pure wildernis. Waar de beren koning zijn. Land van het noorderlicht. Bomen, bomen en nog eens bomen. Muggen, muggen en nog meer muggen. Kerstbomen het hele jaar door. Land waar de labrador hond vandaan komt... niet in 1 zin te omschrijven. Ik heb het geluk gehad dat ik drie weken in de wildernis van Labrador heb kunnen rond dwalen, een unieke en onvergetelijke ervaring vol met avonturen en bijzondere natuurlijke fenomenen. Ik heb teveel gezien om ooit allemaal aan de wereld te kunnen vertellen, maar ik zal mijn best doen om de hoogtepunten te delen.
Enkele weken voor mijn vertrek boekte ik een ticket naar Costa Rica; een ticket waarmee ik over enkele weken door de douane poortjes zal lopen. Maar laat ik niet op de zaken vooruit lopen. Echter, om wat perspectief te tonen, Costa Rica is zo'n 4000 km van Nova Scotia, dit ticket kostte $800. Mijn vlucht naar Labrador was slechts 900 km, dit ticket kostte $1100. Waarom zo'n verschil voor een relatief korte afstand? Omdat (bijna) niemand naar Labrador gaat. Het is werkelijk een onverkend stuk grond waar nog zoveel te ontdekken valt, en dat was dan ook precies de reden waarom ik naar Labrador werd gestuurd. Diep tussen de meren en in de bossen van Labrador ligt een praktisch verlaten, kleine, leger trainings basis verscholen. In de winter is de basis meestal onbemand, maar in de zomer wordt het af en toe gebruikt voor training en wonen er twee rangers om de boel te managen. De natuurbeschermingswetten in Canada stellen de overheid verplicht om onderzoek te laten doen naar de impact van de basis op de wildernis. Eens in de zoveel jaar worden vogelonderzoekers naar de basis gestuurd om er achter te komen welke soorten, en hoeveel, er rond de basis leven, maar niemand heeft daar ooit onderzoek gedaan naar de vleermuizen. Ik moet echter in de verleden tijd spreken: "niemand HAD daar ooit onderzoek gedaan naar vleermuizen", totdat mijn collega (Lynne) en ik voet op de basis zetten. Maar ik loop alweer op de zaken vooruit, terug naar het begin.
In Halifax stapten we op een vliegtuigje naar Labrador. Het vliegtuig zat stampvol, maar het was slechts een klein dingetje, dus het is nog steeds waar dat bijna niemand naar Labrador reist. 900 km is niet zo ver voor een vliegtuig dus na een korte vlucht landden wij al in Labrador, in een klein dorpje genaamd: Happy Valley-Goosebay, de naam alleen brengt al een glimlach op je gezicht. Wij arriveerden enkele dagen te vroeg zodat wij tijd hadden om voorbereidingen te treffen voor onze avonturen in de wildernis. Echter, onze opdrachtgevers hadden zulke goede voorbereidingen getroffen dat er voor ons niets meer te doen viel. Een huur auto stond voor ons klaar bij aankomst, hotel kamers waren geboekt voor de eerste paar nachten en al onze nodige veld materialen stonden opgeslagen in de loods met het vliegtuigje dat ons naar de basis zou brengen. Dit gaf ons dus de gelegenheid om lekker toeristje te gaan spelen. Eerst reden we naar ons hotel en vonden beiden onze eigen privé suites met twee tv's, dvd speler, keuken, woonkamer, super de luxe badkamer en grote bedden. Niet echt wat een bioloog verwacht te zien in deze situatie. De dagen voordat ons kleine vliegtuigje vertrok reden we rond over de enige weg die door de provincie loopt en maakten we wandelingen door de bossen naar prachtige watervallen en vergezichten over de meren.
Maar de dag dat ons vleermuis avontuur begon was eindelijk aangebroken. In de ochtend reden we eerst naar een legerbasis in Happy Valley waar wij een officiële leger briefing kregen over de gevaren van de wildernis en het werken op een basis. Daarna stond ons vliegtuigje klaar voor vertrek en al gauw waren we in de lucht. Prachtige eindeloze bossen trokken aan ons voorbij door de vliegtuig raampjes. Talloze meertjes, geslepen in de ijstijd, stonden als littekens in het landschap, soms leek de provincie meer water dan land. Hoewel Labrador in de winter (van horen zeggen) volledig bedekt is met een dik pak sneeuw en de temperaturen tot onder de -40 C zakken, zijn de zomers warm (> 30 C) en droog. Met de eindeloze bossen en de droogte zijn bosbranden dan ook aan de orde van de dag. Enorme stukken bos branden jaarlijks af, maar er is zoveel bos dat het slechts een fractie van het geheel is. Velen dagen in de zomer hangt er echter een dikke rook-mist over delen van de provincie die het land in een mysterieuze nevel hullen. Vanuit het vliegtuig waren enkele bosbranden te zien, de meeste blijven onbeheerd en doven uiteindelijk vanzelf wel een keer, dat is de natuur (klik op de eerste foto en daarna op de pijltjes om alle foto's in groot formaat te bekijken).
Na 45 minuten vliegen over de eeuwige wildernis zagen we het eerste teken van mensen; een kleine, gestrekt, kaal stuk land, bedekt met zand, was onze landingsbaan. Het vliegtuigje zette de landing in zette ons even later aan de grond; een landing zachter dan op een echt vliegveld. Wij waren geland op de PTA (Practice Target Area). Op de grond werden wij opgewacht door de twee rangers die ons gelijk in hun ATV (all-terrain vehicle) meenamen voor een rondleiding door de basis. Ook hier waren velen stukken bossen afgebrand, sommige redelijk recent waar slechts de grootste bomen nog stonden als kale, zwarte stengels. Rond andere afgebrande delen was de eerste terug groei van kleine sparren al te zien. Bossen zoals in Nova Scotia waren er niet, loofbomen waren praktisch niet aanwezig, de bossen hier zijn exlusief sparren bossen, waar de bomen netjes verspreid van elkaar af staan. De grond is bedekt met allerlei soorten korstmossen die super droog worden op een warme dag. Ik kon mij gelijk voorstellen waarom bosbranden hier zo vaak voorkomen; de korstmossen zijn kurk droog. Tijdens de tour over de basis zagen wij in een flits een zwarte beer weg rennen en ook vonden wij verse sporen van elanden. Hoewel je deze dieren nauwelijks tegenkomt zijn zij altijd in de buurt.
Na de rondleiding kregen wij onze eigen privé bunkers (12 bedden om uit te kiezen) en onze eigen ATV, een zes-wieler die wij toepasselijk 'Goliath' noemden (omdat geen obstakel te groot of steil was om te passeren). Dit was voor de komende 12 dagen ons voornaamste vervoermiddel waarmee we steile heuvels beklommen en in korte tijd grote afstanden door de wildernis konden afleggen. Hoewel Goliath ons bijna overal kon brengen is het geen amfibie voertuig, voor de velen rivieren en stroompjes moesten wij creatief andere vervoersmiddelen ontwikkelen. Een touw en drijvend vlot boden uitkomst om de rivier mee over te steken, hoewel dit alleen al avontuurlijk genoeg is begon het echte avontuur pas wanneer wij tijdens ons nachtwerk rivieren moesten oversteken.
Na de rondleiding kregen wij onze eigen privé bunkers (12 bedden om uit te kiezen) en onze eigen ATV, een zes-wieler die wij toepasselijk 'Goliath' noemden (omdat geen obstakel te groot of steil was om te passeren). Dit was voor de komende 12 dagen ons voornaamste vervoermiddel waarmee we steile heuvels beklommen en in korte tijd grote afstanden door de wildernis konden afleggen. Hoewel Goliath ons bijna overal kon brengen is het geen amfibie voertuig, voor de velen rivieren en stroompjes moesten wij creatief andere vervoersmiddelen ontwikkelen. Een touw en drijvend vlot boden uitkomst om de rivier mee over te steken, hoewel dit alleen al avontuurlijk genoeg is begon het echte avontuur pas wanneer wij tijdens ons nachtwerk rivieren moesten oversteken.
Dat was bovendien waar wij voor kwamen: het nachtleven. Elke avond, voordat het donker werd, reden wij met Goliath naar een nieuwe locatie om onze vleermuis netten en vallen op te zetten. De nacht viel en de maan stak boven de horizon uit. De meeste nachten werkten wij in de bossen onder een super grote bloedmaan, groter dan normaal en diep rood gekleurd. Er hing een bijzondere sfeer. Hoewel het de meeste dagen behoorlijk warm was koelde het in de nachten vaak af tot rond het vriespunt. IJskristallen vormden zich op de korstmossen en op onze handen. Maar dit leek het nachtleven niet te deren. Onder de bloedmaan en de heldere sterrenhemel vingen wij onze eerste vleermuis! Het was een Little brown bat, de meest veelvuldig voorkomende soort in Canada. De meeste nachten vingen wij niet meer dan 1 of 2 vleermuizen, het was niet zeer druk, maar in zo'n groot en uitgestrekt landschappen met open bossen is het moeilijk om veel vleermuizen te vangen. Met onze eerste vangst begon de instroom van belangrijke data, hiermee hadden we direct de aanwezigheid van vleermuizen rond de basis bevestigd. Sommige nachten, vooral de hele koude nachten, vingen wij echter helemaal niets. Het was elke nacht een verrassing om te zien of onze net locaties goed genoeg waren. Op een avond staken wij met ons vlot de rivier over. Langs de rivier zetten wij onze vallen verspreid op, vanaf dat moment is het wachten tot zonsondergang en hopen dat de vleermuizen hier rond gaan vliegen. Het donker viel terwijl Lynne en ik op ons vlot zaten, met een vleermuisdetector tussen ons in. Vleermuizen zijn in het donker moeilijk te zien, maar als er iets langs vliegt dan pikt de detector hun echolocatie op en vertaalt dit in een geluid dat wij kunnen horen. In feite werkte de detector dus als een soort alarmbel voor vleermuis activiteit. Het werd flink donker en was al flink laat en wij hadden nog steeds geen teken van activiteit gevonden terwijl wij nog steeds op ons drijvende vlot zaten. Plots hoorden en zagen wij een enorme plons in het water. Het was te donker om te zien wat het was, maar wij wisten dat het maar 1 ding kon zijn. Enkele plonsen later zagen wij eindelijk de rimpels in het water van het rondzwemmende dier. Het dier zwom in cirkels en kwam steeds dichterbij, zo dichtbij dat wij uiteindelijk zijn bruine vacht en kleine oren boven het water uit zagen steken. Onder een heldere sterrenhemel werden wij in de rivier vergezeld door een bever die regelmatig met zijn platte staart op het water sloeg en grote plonsen en luide knallen veroorzaakte. Wij waren volledig in trance terwijl wij ons uiterste best deden om met onze ogen de bever door het donkere water te volgen toen de vleermuis detector plots luid begon te ratelen. Het geluid was onmiskenbaar een vleermuis die over de rivier vloog. Zo nu en dan zagen wij een donker silhouet tegen de sterrenhemel overvliegen. Een laatste keer cirkeldenhet over de rivier toen het over onze hoofden de bossen in vloog. Wij sprongen direct op en renden naar onze eerste val, we hadden beet! Lynne haalde de vleermuis uit de val en inspecteerde het beestje. Direct werd ons duidelijk dat wij iets bijzonders hadden gevangen. Het was een Northern long-eared bat, een vrouwtje! Hoewel de Northern long-eared bat een redelijk veelvoorkomende soort is in Canada zijn nooit eerder vrouwtjes in Labrador gevangen (het eerste mannetje was een jaar eerder door Lynne in Labrador gevangen). Wij waren natuurlijk super enthousiast! Voordat wij onze metingen op haar gingen verrichten rende ik gauw naar de andere vallen om te zien of wij toevallig meer hadden gevangen. Toen ik terug kwam bij Lynne, waar zij onze portable lab aan het opzetten was, vroeg zij of wij nog 1 vleermuis hadden gevangen. Ik liep naar haar toe en zei: "niet 1, maar 2!". Ook deze twee waren Northern long-eared vrouwtjes en een van hen was zelfs zwanger. Hiermee hebben wij voor het eerst aangetoond dat er een reproductieve populatie northern long-eared bats in Labrador leeft! Dit waren slechts twee van de twaalf spectaculaire nachten op de PTA, hoewel sommige nachten niet productief waren wat betreft de vleermuizen was er altijd wel iets prachtigs aan de gang. Als het geen vleermuizen of bevers waren dan was het wel een sterrenregen, het geluid van de wilde dieren over de heuvels of het vangen en zien van andere prachtige dieren.
Wanneer onze vallen opstonden en de zon nog niet onder was vingen wij zo nu en dan ook verschillende vogelsoorten zoals zanglijsters en Canadese mussen. Maar rond de PTA leeft ook een zeer zeldzame, nachtactieve vogel die hier lokaal zeer veel voorkomt; de night hawk (nacht zwaluw). Deze vogels vlogen de hele nacht rond hoog in de lucht, jagend naar insecten, maar zo nu en dan hadden wij het geluk dat zij dichter bij de grond kwamen en zo in onze netten belandden. Het is altijd bijzonder om een zeldzame vogel in je handen te hebben.
Nu heb ik al een hoop verteld over de mooie en bijzondere dingen die wij in Labrador hebben meegemaakt. Maar ik voel mij wel een klein beetje schuldig dat ik iedereen zo jaloers kan maken, dus bij deze presenteer ik: waarom JIJ niet in Labrador wilt zijn (met nadruk op 'jij', want dit geld zeer zeker niet voor mij). Labrador is een waar wildlife paradijs, iets dat gewaardeerd kan worden door iedereen, ook mensen die niet zoveel hebben met de natuur. Het barst er van de bomen en wilde dieren, maar er is slechts 1 groep dieren die hier de baas is. Het zijn niet de grote zwarte beren, of de machtige elanden. Ook de wolven en ijsberen verdienen deze titel niet. De heersers van de Labrador wildernis zijn de bloedzuigende muggen, de vleesetende black flies, de naaldenprikkende noseems en de gigantische vleesetende paardenvliegen. Dag en nacht, in Labrador stikt het van de bijtende insecten. 'Stikken' is in dit geval een perfect woord, want als je niet de juiste voorzorgsmaatregelen neemt zal je werkelijk stikken in de insecten. Op elk moment van de dag waren wij omringd door een wolk van black flies. Deze kleine vliegjes vallen je in grote aantallen aan en knippen je huid open om je bloed op te likken of een stuk vlees mee te pikken. In de laatste week waren het vooral de grote paardenvliegen die ons plaagden. In feite doen zij hetzelfde als black flies, maar zij zijn vele malen groter (formaat van een wesp) en zij bijten met gemak een groot stuk vlees uit je huid. Wanneer de avond viel kwamen eerst de noseems tevoorschijn. Dit zijn super kleine vliegjes die een ongelofelijk pijnlijke beet veroorzaken. Iets later, wanneer de zon onder gaat, komen ook de muggen tevoorschijn. Dit is de ergste tijd, wanneer alle vier actief zijn. Even later verdwijnen de eerste drie soorten en blijven alleen de muggen over, maar gedurende de nacht komen er steeds meer en meer muggen totdat wij omringd zijn door deze insecten. De enige manier die wij hebben om ons te beschermen is het dragen van een muggenvest. Hoewel wij ook veel antimuggen spray gebruikten leek dit nauwelijks opgewassen te zijn tegen de grote hoeveelheid insecten. De muggenvesten waren gaas dat meestal prima werkten, alleen de noseems waren klein genoeg om door het gaas heen te kruipen. De enige manier om met al deze monsters om te gaan is er voor te zorgen dat er geen enkel stukje onbedekte huid beschikbaar is. Maar het is onmogelijk om te ontsnappen aan het gezoem. Iedereen heeft het wel meegemaakt dat je 's avonds in bed ligt en probeert te slapen, maar 1 of 2 muggen blijven irritant rond je hoofd zoemen. Het zijn niet zozeer de muggen bulten waar je je zorgen om maakt, maar eerder het geluid van hun gezoem waar je gek van wordt. Stel je nu voor dat er duizenden muggen rond je hoofd zoemen. Op het moment dat je je hand uit je vest steekt om je muggen spray te pakken landen er gelijk 30 insecten die gelijk beginnen te bijten. Je kunt een paar muggen platslaan, maar voor elke mug die je plat slaat maak je ruimte voor een tienvoud andere insecten. Bovendien stopt het gezoem nooit. 24 uur per dag hangt er een wolk zoemende beesten rond je hoofd. Je zult nooit een prachtig landschap zien zonder honderden onscherpe vlekjes die voor je ogen langsvliegen. Hier laat ik de foto's voor zich spreken. Vertel mij, wil JIJ nog steeds naar Labrador komen? Ik wel: hoe meer muggen, hoe meer vleermuizen!
Nu heb ik al een hoop verteld over de mooie en bijzondere dingen die wij in Labrador hebben meegemaakt. Maar ik voel mij wel een klein beetje schuldig dat ik iedereen zo jaloers kan maken, dus bij deze presenteer ik: waarom JIJ niet in Labrador wilt zijn (met nadruk op 'jij', want dit geld zeer zeker niet voor mij). Labrador is een waar wildlife paradijs, iets dat gewaardeerd kan worden door iedereen, ook mensen die niet zoveel hebben met de natuur. Het barst er van de bomen en wilde dieren, maar er is slechts 1 groep dieren die hier de baas is. Het zijn niet de grote zwarte beren, of de machtige elanden. Ook de wolven en ijsberen verdienen deze titel niet. De heersers van de Labrador wildernis zijn de bloedzuigende muggen, de vleesetende black flies, de naaldenprikkende noseems en de gigantische vleesetende paardenvliegen. Dag en nacht, in Labrador stikt het van de bijtende insecten. 'Stikken' is in dit geval een perfect woord, want als je niet de juiste voorzorgsmaatregelen neemt zal je werkelijk stikken in de insecten. Op elk moment van de dag waren wij omringd door een wolk van black flies. Deze kleine vliegjes vallen je in grote aantallen aan en knippen je huid open om je bloed op te likken of een stuk vlees mee te pikken. In de laatste week waren het vooral de grote paardenvliegen die ons plaagden. In feite doen zij hetzelfde als black flies, maar zij zijn vele malen groter (formaat van een wesp) en zij bijten met gemak een groot stuk vlees uit je huid. Wanneer de avond viel kwamen eerst de noseems tevoorschijn. Dit zijn super kleine vliegjes die een ongelofelijk pijnlijke beet veroorzaken. Iets later, wanneer de zon onder gaat, komen ook de muggen tevoorschijn. Dit is de ergste tijd, wanneer alle vier actief zijn. Even later verdwijnen de eerste drie soorten en blijven alleen de muggen over, maar gedurende de nacht komen er steeds meer en meer muggen totdat wij omringd zijn door deze insecten. De enige manier die wij hebben om ons te beschermen is het dragen van een muggenvest. Hoewel wij ook veel antimuggen spray gebruikten leek dit nauwelijks opgewassen te zijn tegen de grote hoeveelheid insecten. De muggenvesten waren gaas dat meestal prima werkten, alleen de noseems waren klein genoeg om door het gaas heen te kruipen. De enige manier om met al deze monsters om te gaan is er voor te zorgen dat er geen enkel stukje onbedekte huid beschikbaar is. Maar het is onmogelijk om te ontsnappen aan het gezoem. Iedereen heeft het wel meegemaakt dat je 's avonds in bed ligt en probeert te slapen, maar 1 of 2 muggen blijven irritant rond je hoofd zoemen. Het zijn niet zozeer de muggen bulten waar je je zorgen om maakt, maar eerder het geluid van hun gezoem waar je gek van wordt. Stel je nu voor dat er duizenden muggen rond je hoofd zoemen. Op het moment dat je je hand uit je vest steekt om je muggen spray te pakken landen er gelijk 30 insecten die gelijk beginnen te bijten. Je kunt een paar muggen platslaan, maar voor elke mug die je plat slaat maak je ruimte voor een tienvoud andere insecten. Bovendien stopt het gezoem nooit. 24 uur per dag hangt er een wolk zoemende beesten rond je hoofd. Je zult nooit een prachtig landschap zien zonder honderden onscherpe vlekjes die voor je ogen langsvliegen. Hier laat ik de foto's voor zich spreken. Vertel mij, wil JIJ nog steeds naar Labrador komen? Ik wel: hoe meer muggen, hoe meer vleermuizen!
Maar laten wij ons weer richten op dingen die ook een gewoon mens weet te waarderen. Een natuurlijk fenomeen dat al jaren hoog op mijn 'to-see' lijst staat is het noorderlicht (aurora borealis op het noordelijk halfrond, aurora australis op het zuidelijk halfrond). Dit licht is alleen ver op het noorden en zuiden van de wereld te zien tijdens donkere, heldere nachten. Hoewel een groot deel van Canada zuidelijker ligt dan Nederland is het in zijn geheel dichter bij het magnetische noorden (het magnetische noorden is variabel en verplaatst zich, terwijl het geografische noorden altijd op dezelfde plek blijft). Wanneer de zon een soort van uitbarsting heeft, stuurt het onzichtbare licht deeltjes (fotonen) de ruimte in. Zo'n 20 uur later bereiken deze deeltjes de aarde en worden opgevangen door ons magnetisme (de magnetische noord en zuid pool). De deeltjes verzamelen zich in een ring rond deze magnetische centra, reageren met onze atmosfeer en geven groen, geel of rood licht. In de zomer is het meestal te licht (omdat de zon niet, of niet ver genoeg onder gaat), dus herfst en winter zijn de beste tijden om de aurora te zien. In Alaska en Canada bestaan instituten die zich bezig houden met ruimte weer; letterlijk een weersvoorspelling van de ruimte. Zij monitoren o.a. de zon om deze fotonen uitbarstingen in de gaten te houden en zo te voorspellen of de aurora ons zal bereiken, maar net als weerbericht hier op aarde is het ook in de ruimte zeer variabel en moeilijk te voorspellen. Op een dag waarop zonneschijn voorspeld werd regent het, en een nacht waarop de aurora voorspeld is zal niets te zien zijn. Bovendien is het nu zomer, dus zelfs als de deeltjes zich in onze atmosfeer bevinden zal het in Labrador niet donker genoeg zijn om dit licht te zien. Maar een mens mag altijd dromen.
Natuurlijk waren wij elke nacht buiten, onder de sterrenhemel, en vingen wij niet gek veel vleermuizen. Er was dus een hoop tijd om lekker op mijn rug in het bos te liggen en naar de sterrenhemel te kijken. Ik had voor mijn vertrek gezien dat er op enkele avonden ruimteweer voorspeld werd, ik had dus hoge hoop, maar realiseerden mij dat het zeer onwaarschijnlijk was. Bovendien stond er die hele week een super maan aan de hemel (het moment in het jaar dat de aarde het dichtst bij de maan staat en deze daardoor groter dan normaal aan de hemel staat) die scherpe schaduwen van bomen op de grond wierp. Vaak hadden wij onze zaklampen niet eens nodig 's nachts omdat de maan zoveel licht gaf.
Op een avond, het was al laat en we hadden al een tijdje geen vleermuizen in onze netten gehad, zaten we in het bos naar de hemel te staren, zoals wij elke avond deden. Het was een koude, heldere nacht, maar er stonden twee kleine, wazige wolkjes aan de hemel die mij niet eerder opgevallen waren. De wolken leken sneller te bewegen dan normaal en ik zei tegen Lynne:
"I'm probably fooling myself but is that...??", toen plots een groep wolken door de hemel schoot van west naar oost. De lucht begon te flikkeren. Lichtflitsen, als bliksem achter de wolken, schoten door de hemel. Hoewel ik vrij zeker was dat ik het echt zag leek het mij te mooi om waar te zijn. Ik sprong op van geluk, ik was eindelijk getuige van de aurora borealis, het was werkelijk overal aan de hemel. Recht boven ons tot aan de horizon schoten witte en groene lichtflitsen door de hemel. Het bewoog veel sneller dan ik verwachtte. Ik greep de camera en maakte zoveel 30seconden foto's als ik kon, niet denkend dat het überhaupt te zien zou zijn op de foto's. Na 20 minuten leek de aurora te verdwijnen, maar het kwam vervolgens weer terug om de show voor te zetten. Dit keer bewogen de lichtbanen veel langzamer, niet flitsend maar meer langzaam golvend. Het was onwerkelijk hoe hoog en laag aan de hemel dit vreemde licht door de lucht danste. Verschillende banen kwamen samen en leken elkaar vast te pakken om kort en sierlijk met elkaar te dansen, waarna zij los lieten en even verderop vervaagden. Met open mond stond ik daar als een nietig mens, in een oneindige wildernis, onder een nog oneindigere lucht te staren naar deze dansende geesten. De rest van de nacht bleef dit zo door gaan. Vlak voordat ik naar bed ging gloeide de aurora fel groen terwijl het tot hoog boven de horizon steeg als een magische vlam. Ik vraag mij dan af wat de dieren hiervan denken. Of zelfs wat de mens hier vroeger over dacht, voordat wetenschap ver genoeg ontwikkeld was om dit fenomeen te verklaren. Ik kan mij nu wel voorstellen dat de mens dit vroeger alleen kon verklaren door er een hogere macht aan toe te kennen. Bovendien wordt de aurora door een inheemse groep mensen in Canada "dancing spirits" genoemd.
Het is moeilijk te omschrijven hoe de aurora er echt uit ziet. Ik zei altijd dat ik het bestaan ervan niet geloof totdat ik het zelf zie, ongeacht wat mensen mij vertellen of wat ik op tv zie. Nu heb ik het met eigen ogen gezien en weet ik hoe bovennatuurlijk en indrukwekkend het werkelijk is. Hopelijk kan ik een fractie van mijn emoties die nacht met jullie delen via deze foto's.
Natuurlijk waren wij elke nacht buiten, onder de sterrenhemel, en vingen wij niet gek veel vleermuizen. Er was dus een hoop tijd om lekker op mijn rug in het bos te liggen en naar de sterrenhemel te kijken. Ik had voor mijn vertrek gezien dat er op enkele avonden ruimteweer voorspeld werd, ik had dus hoge hoop, maar realiseerden mij dat het zeer onwaarschijnlijk was. Bovendien stond er die hele week een super maan aan de hemel (het moment in het jaar dat de aarde het dichtst bij de maan staat en deze daardoor groter dan normaal aan de hemel staat) die scherpe schaduwen van bomen op de grond wierp. Vaak hadden wij onze zaklampen niet eens nodig 's nachts omdat de maan zoveel licht gaf.
Op een avond, het was al laat en we hadden al een tijdje geen vleermuizen in onze netten gehad, zaten we in het bos naar de hemel te staren, zoals wij elke avond deden. Het was een koude, heldere nacht, maar er stonden twee kleine, wazige wolkjes aan de hemel die mij niet eerder opgevallen waren. De wolken leken sneller te bewegen dan normaal en ik zei tegen Lynne:
"I'm probably fooling myself but is that...??", toen plots een groep wolken door de hemel schoot van west naar oost. De lucht begon te flikkeren. Lichtflitsen, als bliksem achter de wolken, schoten door de hemel. Hoewel ik vrij zeker was dat ik het echt zag leek het mij te mooi om waar te zijn. Ik sprong op van geluk, ik was eindelijk getuige van de aurora borealis, het was werkelijk overal aan de hemel. Recht boven ons tot aan de horizon schoten witte en groene lichtflitsen door de hemel. Het bewoog veel sneller dan ik verwachtte. Ik greep de camera en maakte zoveel 30seconden foto's als ik kon, niet denkend dat het überhaupt te zien zou zijn op de foto's. Na 20 minuten leek de aurora te verdwijnen, maar het kwam vervolgens weer terug om de show voor te zetten. Dit keer bewogen de lichtbanen veel langzamer, niet flitsend maar meer langzaam golvend. Het was onwerkelijk hoe hoog en laag aan de hemel dit vreemde licht door de lucht danste. Verschillende banen kwamen samen en leken elkaar vast te pakken om kort en sierlijk met elkaar te dansen, waarna zij los lieten en even verderop vervaagden. Met open mond stond ik daar als een nietig mens, in een oneindige wildernis, onder een nog oneindigere lucht te staren naar deze dansende geesten. De rest van de nacht bleef dit zo door gaan. Vlak voordat ik naar bed ging gloeide de aurora fel groen terwijl het tot hoog boven de horizon steeg als een magische vlam. Ik vraag mij dan af wat de dieren hiervan denken. Of zelfs wat de mens hier vroeger over dacht, voordat wetenschap ver genoeg ontwikkeld was om dit fenomeen te verklaren. Ik kan mij nu wel voorstellen dat de mens dit vroeger alleen kon verklaren door er een hogere macht aan toe te kennen. Bovendien wordt de aurora door een inheemse groep mensen in Canada "dancing spirits" genoemd.
Het is moeilijk te omschrijven hoe de aurora er echt uit ziet. Ik zei altijd dat ik het bestaan ervan niet geloof totdat ik het zelf zie, ongeacht wat mensen mij vertellen of wat ik op tv zie. Nu heb ik het met eigen ogen gezien en weet ik hoe bovennatuurlijk en indrukwekkend het werkelijk is. Hopelijk kan ik een fractie van mijn emoties die nacht met jullie delen via deze foto's.
Na twaalf onvergetelijke dagen en nachten op de PTA landde het kleine vliegtuigje op de zand landingsbaan en bracht deze ons weer terug naar Happy Valley-Goosebay. Voor mij was het avontuur echter nog niet voorbij, ik was gevraagd voor een tweede klus. De vijf dagen daarna reed ik met iemand van de lokale Wildlife Division over de grint snelweg van Labrador. Vanaf daar reden we elke dag honderden kilometers naar het noorden, over niet-onderhouden grint weggetjes tot diep in de wildernis waar wij kampeerden en meer vleermuis netten opzetten. Overdag vingen wij zelf ons avondeten (forel) in de rivieren zoals veel mensen dat doen in Labrador. Je zult hen nooit horen zeggen dat zij gaan vissen, zij gaan naar de rivieren voor 'troutin' (forellen). Onderweg, vanuit de auto zagen wij een hoop zwarte beren, marmotten, stekelvarkens, Canadese ganzen en nog veel meer wildlife. 's Nachts vingen we Little brown bats en zelfs nog een Northern long-eared bat, de meest noordelijke ooit gevangen in Labrador en met deze primeur sloot ik mijn onvergetelijke avonturen in Labrador af.
Back to the maple forest
Terug in Nova Scotia had ik echter geen enkele reden om mij te vervelen, want het was direct tijd om er op uit gaan voor mijn eigen project. Vleermuisdetectors moesten worden opgehaald en verplaatst in de bossen. Vergezeld door Caroline als veld assistent reden wij eerst naar twee mijnen in de provincie om apparatuur te checken. Vanaf daar reden wij door naar mijn windmolenpark om de detectors te checken. Er was een hoop werk te doen dus we hadden van tevoren besloten om in de bossen te overnachten. Voor avondeten gingen we naar Tatamagouche om te eten in de Train Station Inn. Vorig jaar ben ik al verliefd geworden op dit plekje, waar een oud treinstation is omgetoverd in een lunchroom. Oude treinwagonnen zijn nu een restaurant, lounche kamer en hotelkamers. Wij liepen de restaurant wagon in, maar moesten een kwartiertje in de louche wagon wachten op een tafel, met deze gezellige atmosfeer is dat echt geen straf. Na heerlijk gegeten te hebben besloten we nog even langer in de lounche wagon rond te hangen voordat wij de bossen in gingen. Het was inmiddels al donker geworden toen wij door de maple bossen liepen. Wij kwamen langs een oude, verlaten sugar camp, waar vroeger maple siroop gemaakt werd. Daar in de buurt vonden wij geschikte bomen om hangmatten aan op te hangen en zo sliepen wij die nacht onder het ritselende bladerdek, terwijl de bosmuizen onder de hangmatten door de bladeren ritselden. De volgende ochtend wandelden wij de bossen uit en kwamen bij het pannekoekenrestaurant (waar ik vorig jaar een vleermuispresentatie heb gegeven), je kunt dus vast wel raden dat wij die ochtend verse pannekoeken (met aardbeien en maple siroop) voor ontbijt hebben gegeten. Wij rondden ons werk met de vleermuisdetectors af en reden weer terug naar Halifax, waar ik na ruim drie weken weer in mijn eigen bed kon slapen. Ik merk dat ik totaal niet gehecht ben aan 'mijn' bed. Een leger bunker, tentje of hangmat in de bossen slaapt net zo lekker, misschien nog wel beter, maar het is ook gezellig om weer thuis te zijn. Met mijn vrienden zwemmen in meren, klimmen in bomen en barbecuen op mijn balkon is ook niet verkeerd. Ik heb het goed getroffen met zowel de natuur als de mensen hier in Canada. Ik mis jullie (de thuisblijvers) natuurlijk best, maar ik hoop dat het een troost is voor ons allen dat ik mijn droom leef en nergens liever ben dan waar ik nu ben. Hopelijk bieden mijn foto's en verhalen jullie een blik in mijn leven zodat je mijn gevoel van geluk en vrijheid kunt begrijpen en je je ook een beetje in mijn avonturen kan laten meevoeren.
Back to the maple forest
Terug in Nova Scotia had ik echter geen enkele reden om mij te vervelen, want het was direct tijd om er op uit gaan voor mijn eigen project. Vleermuisdetectors moesten worden opgehaald en verplaatst in de bossen. Vergezeld door Caroline als veld assistent reden wij eerst naar twee mijnen in de provincie om apparatuur te checken. Vanaf daar reden wij door naar mijn windmolenpark om de detectors te checken. Er was een hoop werk te doen dus we hadden van tevoren besloten om in de bossen te overnachten. Voor avondeten gingen we naar Tatamagouche om te eten in de Train Station Inn. Vorig jaar ben ik al verliefd geworden op dit plekje, waar een oud treinstation is omgetoverd in een lunchroom. Oude treinwagonnen zijn nu een restaurant, lounche kamer en hotelkamers. Wij liepen de restaurant wagon in, maar moesten een kwartiertje in de louche wagon wachten op een tafel, met deze gezellige atmosfeer is dat echt geen straf. Na heerlijk gegeten te hebben besloten we nog even langer in de lounche wagon rond te hangen voordat wij de bossen in gingen. Het was inmiddels al donker geworden toen wij door de maple bossen liepen. Wij kwamen langs een oude, verlaten sugar camp, waar vroeger maple siroop gemaakt werd. Daar in de buurt vonden wij geschikte bomen om hangmatten aan op te hangen en zo sliepen wij die nacht onder het ritselende bladerdek, terwijl de bosmuizen onder de hangmatten door de bladeren ritselden. De volgende ochtend wandelden wij de bossen uit en kwamen bij het pannekoekenrestaurant (waar ik vorig jaar een vleermuispresentatie heb gegeven), je kunt dus vast wel raden dat wij die ochtend verse pannekoeken (met aardbeien en maple siroop) voor ontbijt hebben gegeten. Wij rondden ons werk met de vleermuisdetectors af en reden weer terug naar Halifax, waar ik na ruim drie weken weer in mijn eigen bed kon slapen. Ik merk dat ik totaal niet gehecht ben aan 'mijn' bed. Een leger bunker, tentje of hangmat in de bossen slaapt net zo lekker, misschien nog wel beter, maar het is ook gezellig om weer thuis te zijn. Met mijn vrienden zwemmen in meren, klimmen in bomen en barbecuen op mijn balkon is ook niet verkeerd. Ik heb het goed getroffen met zowel de natuur als de mensen hier in Canada. Ik mis jullie (de thuisblijvers) natuurlijk best, maar ik hoop dat het een troost is voor ons allen dat ik mijn droom leef en nergens liever ben dan waar ik nu ben. Hopelijk bieden mijn foto's en verhalen jullie een blik in mijn leven zodat je mijn gevoel van geluk en vrijheid kunt begrijpen en je je ook een beetje in mijn avonturen kan laten meevoeren.
Dikke knuffels van Jordi
English summary: During a wild three week adventure in Labrador we caught several Northern long-eared bat females; the first ever found there. One of the other most amazing and unforgettable things I've seen is the Aurora borealis; the northern lights. Spectacular green flares danced like spirits through the night. I saw many black bears, moose prints, porcupines, ground hogs and several birds. The most dominant animal factor around were the bugs though. Mosquitos, black flies, noseems and deer flies were always around in numbers unimaginable. Fortunatly we were well protected with bug jackets and bug spray.
After the Labrador adventures I spent a night sleeping in a hammock in the Nova Scotian maple forest where I woke up to the smell of strawberry pancakes. Life is good!
English summary: During a wild three week adventure in Labrador we caught several Northern long-eared bat females; the first ever found there. One of the other most amazing and unforgettable things I've seen is the Aurora borealis; the northern lights. Spectacular green flares danced like spirits through the night. I saw many black bears, moose prints, porcupines, ground hogs and several birds. The most dominant animal factor around were the bugs though. Mosquitos, black flies, noseems and deer flies were always around in numbers unimaginable. Fortunatly we were well protected with bug jackets and bug spray.
After the Labrador adventures I spent a night sleeping in a hammock in the Nova Scotian maple forest where I woke up to the smell of strawberry pancakes. Life is good!
Cabin in the woods
12 juni 2013
Laat ik beginnen met het goede nieuws: Sinds het vangen van de twee nieuwe (nieuw voor Cape Breton, Nova Scotia) vleermuis soorten, de Hoary bat (Lasiurus cinereus) (rechts) en de Red bat (Lasiurus borealis) (links), ben ik bezig geweest om onze observaties netjes op te schrijven om naar een wetenschapelijk journal te sturen. Enkele weken geleden heb ik het nieuws ontvangen dat ons artikel geaccepteerd is en deze in een klein biologie blad zal verschijnen. Daarmee ben ik dus officieel een gepubliceerde schrijver!
Inmiddels is het hier in Nova Scotia al volop lente. De lente is hier altijd een stuk later dan in Nederland, maar nu in juni ziet het er toch echt lente achtig uit. De meeste sneeuw is gesmolten (toch nog niet overal), de bomen zijn weer groen, de bloemetjes bloeien en de vleermuizen zijn weer wakker. We hebben al flink wat zonnige dagen achter de rug, hoewel het weer in Maritime Canada nooit voorspelbaar is; zo werden we afgelopen weekend geplaagd door een ware tropische storm, met de bijbehorende stortregen.
Inmiddels is het hier in Nova Scotia al volop lente. De lente is hier altijd een stuk later dan in Nederland, maar nu in juni ziet het er toch echt lente achtig uit. De meeste sneeuw is gesmolten (toch nog niet overal), de bomen zijn weer groen, de bloemetjes bloeien en de vleermuizen zijn weer wakker. We hebben al flink wat zonnige dagen achter de rug, hoewel het weer in Maritime Canada nooit voorspelbaar is; zo werden we afgelopen weekend geplaagd door een ware tropische storm, met de bijbehorende stortregen.
De zomervakantie is officieel al ruim zes weken aan de gang op Saint Mary's University (die Canadezen krijgen super lang vakantie), maar voor mij als Master student geldt dit niet, ik krijg geen vakantie. Gelukkig voelt mijn veldwerk nog steeds als vakantie, dus ik kom niets te kort. Mijn vakken zijn hiermee wel volledig afgerond, dus in mijn tweede jaar kan ik mij full-time richten op het analyseren van mijn data. Momenteel neemt dit dan ook de meeste tijd in beslag. De meeste dagen zit ik op mijn kantoor te staren naar de getallen op mijn monitor die geen logica lijken te bevatten. Statistiek vormt de grootste uitdaging; stop getalletjes in de computer, laat het zijn magie erop uit voeren en zie vervolgens hoe de resultaten onzin uitkramen. Maar dit alles kan vast overwonnen worden via het inschakelen van mensen met de juiste expertise, daar is de professor goed voor.
Natuurlijk probeer ik zo vaak mogelijk achter de computer vandaan te komen om van het lente weer te genieten. Wandelingen naar mijn favoriete meer, klauteren in bomen, picnic met goede vrienden en trainingen ter voorbereiding van mijn zomer veldwerk.
Natuurlijk probeer ik zo vaak mogelijk achter de computer vandaan te komen om van het lente weer te genieten. Wandelingen naar mijn favoriete meer, klauteren in bomen, picnic met goede vrienden en trainingen ter voorbereiding van mijn zomer veldwerk.
Enkele weekenden geleden was het voor mij tijd om een wildernis EHBO training te volgen: drie dagen en een overnachting in de bossen om te leren hoe te handelen wanneer mensen in het wild gewond raken. Vorig jaar heb ik wel al een normale EHBO training gevolgd, maar deze werkt volgens het principe: 'wat te doen tot de ambulance komt'. In het bos, vooral op de plekken die ik ga bezoeken, kan je wachten tot je een ons weegt (en in de wildernis zal je uiteindelijk letterlijk verteren tot je een ons weegt). Meestal kun je geen mobiele telefoon gebruiken en toegang voor een ambulance of helicopter is meestal niet mogelijk. Deze training heeft mij geleerd hoe ik zelf wonden, breuken, epilepsie en coma's moet behandelen. De harde waarheid die mij tijdens de training duidelijk werd is dat situaties die in de stad relatief makkelijk opgelost kunnen worden, hier in de bossen makkelijk tot de dood kunnen leiden. Voor de situaties die niet gegarandeerd tot de dood leiden weet ik nu in ieder geval wat te doen. Tijdens de training werden tal van scenario's, op de meest onverwachte momenten, op ons af gegooid. Wanneer ik niet een 'gewond' persoon moest verzorgen was ik zelf de persoon die moest acteren gewond te zijn, inclusief film make-up en bloed. Op een gegeven moment bevond ik mij in een situatie waar ik, stom dronken, met een bijl een boom had omgekapt, die vervolgens op iemand anders gevallen was. Als dronke-man kreeg ik ruzie met iemand anders waarbij ik hem op zijn neus sloeg en per ongeluk de bijl in mijn eigen scheenbeen hakte. De andere trainees moesten toen dus onze wonden (en mijn dronken bui) verzorgen. Ik had de grootste lol in het doen alsof ik dronken was terwijl het nep bloed uit mijn scheenbeen droop.
Laat in de avond begon een ander scenario waarbij we mensen moesten behandelen die uit hun boot in de koude rivier waren gevallen. We moesten wonden, frost bite en onderkoeling verzorgen, maar ook in de donkere bossen op zoek gaan naar een verdwaald kind (dat echter nooit gevonden werd). Na deze training voel ik dat ik daadwerkelijk in staat ben om dit soort situaties de baas te zijn (foto's volgen).
Laat in de avond begon een ander scenario waarbij we mensen moesten behandelen die uit hun boot in de koude rivier waren gevallen. We moesten wonden, frost bite en onderkoeling verzorgen, maar ook in de donkere bossen op zoek gaan naar een verdwaald kind (dat echter nooit gevonden werd). Na deze training voel ik dat ik daadwerkelijk in staat ben om dit soort situaties de baas te zijn (foto's volgen).
Na de wildernis EHBO training was het direct tijd voor veldwerk. Dit keer ging ik niet op pad voor de vleermuizen, maar was ik veldassistent voor een collega die onderzoek doet naar het effect dat vraatzuchtige elanden hebben op bosranden. Hiervoor reden we naar het meest noordelijke topje van Nova Scotia, de Cape Breton Highlands.
.
Ik kan mij niet herinneren ooit eerder zoveel bomen bij elkaar gezien te hebben. De autoweg door de Highlands, the Cabot trail, is een van de meest scenic routes ter wereld. Ik waande mij werkelijk in een scene van Jurassic Park, met alle indrukwekkende valleien, bossen en rivieren.
Voor drie dagen tourden wij door de Highlands. We stopten bij alles vergezichten om foto's te maken en wandelden diep de bossen in om bij de studie sites te komen. Zeer toepasselijk werden wij tijdens het verzamelen van gegevens bekeken door een grazende eland. De ene dag hulden de bossen zich in een griezelige nevel en de andere dag scheen de zon ons helder toe (klik de foto's voor groot formaat).
Wij overnachten in het huis van de voormalige bos ranger van de Highlands, een prachtig huis voorzien van alle luxe. De warme douche was vooral de eerste twee dagen zeer welkom. Hier in de Highlands ligt nog steeds een beetje sneeuw en de motregen met wind maakten de eerste twee dagen flink koud. Niet ver van ons huis vandaan stond een klein huisje, verlaten. We besloten om naar binnen te gluren en zagen een spookachtig tafereel. Aan de gordijnen en het meubilair was te zien dat al jaren niemand hier heeft gewoond, maar toch voelde het niet volledig verlaten. We besloten naar binnen te gaan.
De gordijnen waren in een staat van ontbinding en in de wastafel lag nog afwas dat nooit gedaan was. Twee stoelen stonden opgesteld richting een omgevallen wastafel en een klein keukentje, waarvan het plafond naar beneden gekomen was. In een kleine slaapkamer lag een opengeslagen blad op de grond naast het bed. Het hele huisje deed voorkomen alsof het ooit plots verlaten was, maar het voelde alsof er nog steeds iets of iemand aanwezig was. Zoals horror films suggereren blijkt dat camera's beelden kunnen vangen die wij met het blote oog niet kunnen zien...
De gordijnen waren in een staat van ontbinding en in de wastafel lag nog afwas dat nooit gedaan was. Twee stoelen stonden opgesteld richting een omgevallen wastafel en een klein keukentje, waarvan het plafond naar beneden gekomen was. In een kleine slaapkamer lag een opengeslagen blad op de grond naast het bed. Het hele huisje deed voorkomen alsof het ooit plots verlaten was, maar het voelde alsof er nog steeds iets of iemand aanwezig was. Zoals horror films suggereren blijkt dat camera's beelden kunnen vangen die wij met het blote oog niet kunnen zien...
Na drie prachtige (en een beetje griezellige) dagen zat onze trip in de Highlands er op en reden wij weer terug naar Halifax terwijl wij met de nodige Disney liedjes meezongen.
De afgelopen week heb ik mij nog een beetje op de statistiek gericht, maar ik ben vooral bezig met het voorbereiden van een super spannende veld trip. Maandag vertrek ik voor drie weken naar Labrador, ver ten noorden van hier. Dit is een van de wildste provincies van Canada en over het algemeen woont hier niemand. Toen ik nog maar net in Canada was werd Labrador aan mij uitgelegd als: nobody lives here and nobody cares about it. We hebben dan ook eigenlijk geen idee wat we moeten verwachten. Landkaarten van de regio zijn oud en bevatten weinig detail. Labrador heeft maar een weg (een grindweg), maar waar wij heen gaan is geen weg. Wij moeten dus met een helicopter of klein vliegtuig naar de wildernis gebracht worden, waar een kleine 'leger' basis is. Niemand heeft hier ooit onderzoek naar vleermuizen gedaan, misschien vinden we dus helemaal niets, maar misschien vinden we juist super bijzondere dieren, dat maakt dit alles zo spannend.
Over drie weken kom ik geheid terug met een hoop nieuwe foto's en verhalen. Hopelijk hoef ik mijn nieuwe vaardigheden in wildernis EHBO niet uit te oefenen, maar als dit wel nodig zal zijn dan heb ik er vertrouwen in dat het allemaal goed gaat komen.
Knuffels Jordi
Ps.: voor de oplettende lezer, "waar is dan dat slechte nieuws?" Ik heb geen idee!
De afgelopen week heb ik mij nog een beetje op de statistiek gericht, maar ik ben vooral bezig met het voorbereiden van een super spannende veld trip. Maandag vertrek ik voor drie weken naar Labrador, ver ten noorden van hier. Dit is een van de wildste provincies van Canada en over het algemeen woont hier niemand. Toen ik nog maar net in Canada was werd Labrador aan mij uitgelegd als: nobody lives here and nobody cares about it. We hebben dan ook eigenlijk geen idee wat we moeten verwachten. Landkaarten van de regio zijn oud en bevatten weinig detail. Labrador heeft maar een weg (een grindweg), maar waar wij heen gaan is geen weg. Wij moeten dus met een helicopter of klein vliegtuig naar de wildernis gebracht worden, waar een kleine 'leger' basis is. Niemand heeft hier ooit onderzoek naar vleermuizen gedaan, misschien vinden we dus helemaal niets, maar misschien vinden we juist super bijzondere dieren, dat maakt dit alles zo spannend.
Over drie weken kom ik geheid terug met een hoop nieuwe foto's en verhalen. Hopelijk hoef ik mijn nieuwe vaardigheden in wildernis EHBO niet uit te oefenen, maar als dit wel nodig zal zijn dan heb ik er vertrouwen in dat het allemaal goed gaat komen.
Knuffels Jordi
Ps.: voor de oplettende lezer, "waar is dan dat slechte nieuws?" Ik heb geen idee!
English summary: A while ago I received word that my paper on the Red bat and Hoary bat will get published in a biological journal! Spring has arrived in Nova Scotia. I've been preparing for a trip to the wilderness of Labrador by doing a three day long wilderness first-aid training. After that I went for a trip to assist a moose biologist with her fieldwork in the beautiful Cape Breton Highlands. When I'm not in the field I'm focussing on analyzing my data through some pretty tricky statistics, but I try to spend as much time outside as possible: walking around lakes and organizing picnics with friends.