Sneak peek into the life of a Bat ecologist
Zaterdag, 29 juni 2012
Hallo beschaafde wereld. Hier een kort berichtje vanuit het veld. Voor het eerst in drie weken heb ik weer even internet, dus tijd om wat foto's te laten zien. Verhalen komen later (veel later), maar foto's spreken voor zich.
Hallo beschaafde wereld. Hier een kort berichtje vanuit het veld. Voor het eerst in drie weken heb ik weer even internet, dus tijd om wat foto's te laten zien. Verhalen komen later (veel later), maar foto's spreken voor zich.
Back to the wild
Zondag, 3 Juni 2012
Bij terugkomst in Halifax, na het Newfoundland avontuur, bleek ook hier de lente volop begonnen te zijn. Alle straten zijn rood of groen gekleurd met de blaadjes van de Canadeze Maple trees (het blad van de maple tree is de Canadeze vlag). We hebben van het lekkere weer geprofiteerd door met de hele vleermuisgroep en aanhang te barbequen in de achtertuin van een collega. Ik ontmoet steeds meer leuke mensen hier en voel me elke dag nog meer thuis in Halifax.
Gisteren ben ik met collega Amanda en haar vriend en zus, Jonathan en Nicki, naar Halifax' Museum of Natural History geweest, niet
zozeer om de natural history te zien, maar om de tijdelijke tentoonstelling te bekijken: Science fiction en comics.
Gisteren ben ik met collega Amanda en haar vriend en zus, Jonathan en Nicki, naar Halifax' Museum of Natural History geweest, niet
zozeer om de natural history te zien, maar om de tijdelijke tentoonstelling te bekijken: Science fiction en comics.
In het museum hebben we de officiele kostuums van Batman, Robin, Darth Vader en de Terminator bezichtigd. Ook was er een uitgebreide tentoonstelling met miniaturen van de Sci-fi vliegmachines uit de Star Wars en Star Trek films en werden bezoekers met professionele film make-up omgetoverd tot Klingons (Star Trek aliens).
Voordat we alles gezien hadden en het museum weer verlieten zijn we zelf ook nog even in de rol van superheld en superschurk
gekropen.
Voordat we alles gezien hadden en het museum weer verlieten zijn we zelf ook nog even in de rol van superheld en superschurk
gekropen.
Het was in het midden van de nacht in Halifax, en alles was kalm: totdat een gevecht uitbrak tussen goed en kwaad! Het lot van de stad rust in de handen van onze helden. Zullen zij overwinnen en de krachten van het duister verslaan?
|
Pow!
Smash! Bam! |
De stad Halifax is gered door de dappere helden. Het goede zal het altijd winnen van het kwaad
|
Afgelopen weekend zijn we (het vleermuisteam) naar een huis net buiten de stad gereden om vleermuizen te vangen. Een dame, die al 15 jaar in het huis woont samen met vleermuizen, merkt nu dat de vleermuispoep die zich op haar zolder ophoopt door het plafond heen aan het rotten is. Het is dus hoog tijd om de vleermuizen uit haar huis te krijgen. Gelukkig leeft zij ook mee met het lot van de vleermuizen, dus hoopt ze hen van een nieuwe woning te kunnen voorzien door vleermuishuizen in haar tuin te plaatsen (dezelfde als die ik in Newfoundland gezien heb). Voordat ze echter actie onderneemt mochten wij langs komen om dna samples van de vleermuizen te nemen. Hoewel er genoeg vleermuizen rondvlogen moesten wij genoegen nemen met 16 vleermuizen die in onze netten vlogen en zich zodanig "vrijwillig" aanmeldden om ge-sampled te worden. Voor mij was dit de eerste keer dat we vleermuizen vingen op het vaste land, waar de schimmelinfectie "white-nose syndrome" in de laatste jaren duizenden vleermuispopulaties heeft aangetast of uitgeroeid. Het effect hiervan was ook op deze vleermuizen duidelijk te zien. De meeste dieren hadden lidteken weefsel op hun vleugel en de vleugels van 1 vleermuis waren bijna helemaal weggevreten door de schimmel, het was verbazingwekkend dat het beestje nog in staat was om te vliegen. Hopelijk kunnen onze onderzoekers met deze dna samples wat vragen beantwoorden over de status en verwachtigen van de vleermuispopulaties in Nova Scotia.
Dit weekend zijn we naar Tatamagouche gereden, wat de komende 2.5 maanden mijn basis voor veldwerk zal zijn. Voor nu hebben we slechts een nachtje vleermuizen gevangen. Op het moment dat we de eerste vleermuizen hun huis zagen verlaten hingen er gelijk 8 in ons net, maar de rest van de nacht bleef het hierbij.
De officiele start van het veldwerk voor mijn windmolen project kwam steeds dichterbij en voorbereidingen moesten getroffen worden om de komende 2.5 maanden door te komen. De afgelopen week ben ik bezig geweest om alle apparatuur en materialen bij elkaar te verzamelen. Om een automatisch systeem te testen zijn we het bos in gegaan waar ik iemand met een radio zender heb laten rondrennen terwijl ik in de gaten hield of het systeem het zendertje oppikte. Dit apparaat, de LOTEK, is aangesloten met vier antenne's die allen in een andere richting wijzen. Als ik straks zendertjes aan de vleermuizen hang dan pikt de LOTEK deze signalen automatisch op wanneer de vleermuis dichtbij genoeg is. Zo kan ik mij ondertussen op andere dingen richten terwijl dit apparaat zijn werk zelfstandig uitvoert. Ondanks dat zal ik toch een super druk schema hebben; elke avond zal ik mist netten en harp traps opzetten om vleermuizen te vangen, op te meten en van een zender of chip te voorzien. Gedurende de hele nacht, tot ongeveer 6 uur in de ochtend, zal ik proberen om de gezenderde vleermuizen te volgen en zo een idee te krijgen van hun foerageer (voedsel zoek) gebied. Overdag zal ik deze vleermuizen weer zoeken om er achter te komen waar zij slapen. Ook moet ik regelmatig overdag de batterijen van de automatische systemen vervangen en data downloaden. Wanneer ik tijd heb om te slapen weet ik niet, maar dat merk ik wel wanneer het zover is...
Als alles volgens plan verloopt begin ik Dinsdag a.s. en zal ik in het veld zijn tot half Augustus. 2.5 maanden weg van de "beschaafde" wereld. De volgende update kan dus lang op zich laten wachten (tenzij ik tussendoor een dagje in de stad ben, maar ga daar maar niet van uit), maar blijf vooral in het gastenboek schrijven, ik lees alles wanneer ik weer terug ben.
Tot over enkele maanden!
Knuffels en groetjes van Jordi.
(Summary in English: Spring has really started in Halifax as the maple trees colour the streets with red and green and the weather is perfect for BBQ's. With friends I visited the Museum of Natural History to check out the sci-fi and comic exposition. We saw the original suits of Batman and Darth Vader and had our own little super hero adventure (see photo above).
In the last two weekends we (the bat team) visited several houses to trap bats and do some dna sampling, but I've spend my weekdays preparing for my own fieldwork on the wind turbine study. Starting this Tuesday I'll be in the field for two and a half months, away from the world. See in a while!)
Hallelujah, it's raining bats
Woensdag, 23 Mei 2012
Quote - "De verwachting (maar zoals ik al lang weet komt deze met veldwerk nooit overeen met de werkelijkheid) is dat we enkele honderden vleermuizen gaan vangen in 1 week tijd" – Unquote...
De realiteit: een scene zoals we die kennen uit een horrorfilm...
De lente is eindelijk begonnen in Nova Scotia! Terwijl Nederland
waarschijnlijk al enige tijd versierd is met groene blaadjes en bloesem is de
lente in Nova Scotia pas half Mei merkbaar.
Quote - "De verwachting (maar zoals ik al lang weet komt deze met veldwerk nooit overeen met de werkelijkheid) is dat we enkele honderden vleermuizen gaan vangen in 1 week tijd" – Unquote...
De realiteit: een scene zoals we die kennen uit een horrorfilm...
De lente is eindelijk begonnen in Nova Scotia! Terwijl Nederland
waarschijnlijk al enige tijd versierd is met groene blaadjes en bloesem is de
lente in Nova Scotia pas half Mei merkbaar.
Twee weken geleden begonnen de eerste blaadjes aan de bomen te groeien (foto genomen vanaf mijn balkon) en verderop bij mij in de straat stond een boom al vol in de bloesem. Buiten de stad werden de heuvels echter alleen groen gekleurd door de vele naaldbomen, maar daartussen waren bruine vlekken van kale loofbomen het dominanst. Tijdens een lange wandeling rond een van de vele meren in de omgeving merkte ik dat ik gevolgd werd door gebabbel. Eerst dacht ik dat het gekwetter van kleine vogeltjes was, maar ik zag steeds vaker iets bruins over de grond voor mij en door de bomen rond mij flitsen. Ik besloot het geluid te volgen en kwam er al gauw achter dat het in de bossen stikt van de eekhoorns.
Red squirrels maken babbelende geluiden die ik alleen maar ken van Disney’s Knabbel & Babbel en zijn overal in de bossen te vinden. Ze kennen geen angst voor mensen en verdedigen hun territorium dan ook vel tegen alle indringers door luid tegen hen te schreeuwen. Later tijdens mijn wandeling zag ik ook nog een vel groene slang weg kruipen. Nova Scotia heeft aardig wat slangen, maar geen enkele soort is giftig. Voor mij dus een mooie uitdaging om hen mooi op de foto te zetten. Dit is mij nog niet gelukt, maar ik heb nog zat tijd om deze plaatjes te maken.
Andere leuke dieren die ik wel op de foto heb weten te zetten zijn echte Noord-Amerikaanse dieren. Tijdens een trip om batterijen van PIT recorders te vervangen vonden we op de zolder van een oude schuur een nestje wasbeer pups. Elke twee weken gedurende de lente en zomer zullen we hier terug komen voor de PIT recorder en hopelijk kunnen we schattige wasbeertjes zien opgroeien.
Andere leuke dieren die ik wel op de foto heb weten te zetten zijn echte Noord-Amerikaanse dieren. Tijdens een trip om batterijen van PIT recorders te vervangen vonden we op de zolder van een oude schuur een nestje wasbeer pups. Elke twee weken gedurende de lente en zomer zullen we hier terug komen voor de PIT recorder en hopelijk kunnen we schattige wasbeertjes zien opgroeien.
Zoals ik de vorige keer al vertelde stond er een drukke veldweek in de planning en na het weekend was het eindelijk zo ver; Vleermuizen vangen op het Iers-Canadeze eiland "Newfoundland". Newfoundland is de provincie ten noorden van Nova Scotia, waar de mensen zeggen "I’m goin’ troutin’ b’y" in plaats van "I’m going fishing". Echter is de wereld hier zo veel groter dan wat wij gewend
zijn, om van de ene provincie naar de ander te rijden ben je al gauw vijf uur onderweg. Om 4.30 uur ’s ochtends vroeg werd ik door de professor opgehaald in onze gehuurde "Soccer mom van", een grote 7 persoons auto waarin stereotypisch alleen gereden wordt door moeders die alle kinderen uit de buurt naar voetbal of ijshockey brengen. Nadat we de andere vier studenten van onze vleermuisgroep in Halifax hadden opgepikt reden we noordwaarts richting het eiland. In de schemering zag ik de velen meren van Nova Scotia gehuld in de mist en na enkele uren reden we via een brug het Schots-Canadeze eiland van Cape Breton op. Vanuit de auto zag ik de Amerikaanse iconische roofvogel, de bald eagle, met zijn kenmerkende witte kop.
Nog enkele uren rijden door de "Schotse" Highlands bracht ons na een totaalreis van vijf uur bij de veerboot. Niet een 20 minuten ritje met de boot zoals ik gewend was van Texel, maar een zes uur durende tocht van zo’n 100 km door de Gulf of St. Lawrence. De tijd op de boot gebruikten wij allemaal om de gemiste slaap van die nacht in te halen. Rond 17 uur kwamen we eindelijk op het
eiland Newfoundland aan, ook bekend onder de naam "the Rock", een naam die het eiland gedetailleerd omschrijft. Bij het woord "eiland" denk ik vaak aan iets dat redelijk klein en overzichtelijk is, Newfoundland is echter zo’n 450 km in doorsnede. We waren dus nog niet op onze bestemming. Nog enkele uren rijden bracht ons bij Pynns Brook, onze eerste onderzoekslocatie. Daar aangekomen
hadden Newfie’s (de naam voor Canadezen uit Newfoundland) van de provinciale natuur afdeling alles al klaargemaakt om vleermuizen te vangen. Tijdens al het werk dat wij uitvoeren waarbij wij in aanraking komen met vleermuizen moeten wij speciale Tyvek pakken dragen, deze pakken voorkomen dat wij eventuele ziektes (zoals de schimmelinfectie "White-nose syndrome") van de ene vleermuiskolonie naar de andere kolonie overdragen.
eiland Newfoundland aan, ook bekend onder de naam "the Rock", een naam die het eiland gedetailleerd omschrijft. Bij het woord "eiland" denk ik vaak aan iets dat redelijk klein en overzichtelijk is, Newfoundland is echter zo’n 450 km in doorsnede. We waren dus nog niet op onze bestemming. Nog enkele uren rijden bracht ons bij Pynns Brook, onze eerste onderzoekslocatie. Daar aangekomen
hadden Newfie’s (de naam voor Canadezen uit Newfoundland) van de provinciale natuur afdeling alles al klaargemaakt om vleermuizen te vangen. Tijdens al het werk dat wij uitvoeren waarbij wij in aanraking komen met vleermuizen moeten wij speciale Tyvek pakken dragen, deze pakken voorkomen dat wij eventuele ziektes (zoals de schimmelinfectie "White-nose syndrome") van de ene vleermuiskolonie naar de andere kolonie overdragen.
Deze eerste nacht van vleermuizen vangen deden de ervaren mensen het vangwerk. Nadat zij 76 vleermuizen gevangen hadden brachten zij deze naar ons lab waar wij hen opgemeten hebben en voorzien hebben van een PIT tag, zodat de geinstalleerde PIT recorders hen scant wanneer zij hun slaapplaats in of uit gaan. Rond 2 uur ’s nachts hadden we alle vleermuizen verwerkt en vrij gelaten en zijn wij naar onze bungalow gereden om te slapen.
De dag erna bereidden wij ons voor op een tweede nacht vleermuizen vangen op dezelfde locatie. Dit keer vingen wij slechts enkele vleermuizen en waren we relatief vroeg klaar (12 uur). Dit kwam echter mooi uit, want de volgende ochtend moesten we vroeg op om naar de andere kant van het eiland te rijden, waar onze tweede onderzoekslocatie was. Tijdens het rijden had de professor nauwelijks zijn zin uitgesproken dat we misschien elanden zouden zien toen er plots een opdook langs de snelweg.
Na weer honderden kilometers gereden te hebben kwamen we aan bij Salmonier Nature Park, een openbaar natuurpark dat fungeert als rehabilitatie centrum voor gewonde dieren en als dierentuin voor dieren die niet meer in het wild terug te plaatsen zijn. Op het park hangen enkele vleermuis boxen waar elke lente en zomer honderden vleermuizen op af komen. Deze avond was het mijn beurt
om eigenhandig vleermuizen te vangen. Rond de paal met de vleermuis box monteerden we een tarp dat we aan de bovenkant zo goed mogelijk dicht bonden. De tarp maakten we in de vorm van een tunnel, de vleermuizen die onvermoed uit de box komen vliegen kunnen dan niets anders dan naar beneden glijden als in een glijbaan. Onderaan staan wij dan bij de opening om hen een voor een op de pakken en tijdelijk in zakjes te stoppen. Ik stond stilletjes te posten bij de tarp, wachtend op het geluid van de eerste vleermuis die onder in de tarp terecht zou komen. Terwijl de schemer viel en de almaar bijtende black flies (bloedzuigende vliegen die met duizenden tegelijk rond je hoofd hangen om zich in je vel te bijten) eindelijk verdwenen om plaats te maken voor de muggen, hoorde ik het gekwebbel van de vleermuizen boven in de vleermuis box. Niet veel later hoorde ik een zachte plof, het vangen was begonnen. Ik keek in de tarp en zag een verward vleermuisje liggen. Ik reikte met mijn hand naar het beestje en tot mijn verbazing kon ik haar gemakkelijk op pakken en in een zakje stoppen. Het zakje gaf ik over aan iemand anders die haar tijdelijk in een krat opborg. Al
gauw hoorde ik de tweede plof en reikte ik naar mijn tweede vleermuis. Terwijl ik dit deed viel er een derde vleermuis op mijn arm en een vierde en een vijfde. Hoewel de vleermuizen in eerste instantie verward zijn herstellen zij zich al gauw als ik hen niet gelijk oppakte. Ze begonnen direct naar de uitgang te zoeken. Omdat ik geen vleermuizen wilde laten ontsnappen kroop ik met mijn
bovenlichaam in de tarp, zodat ik het gat afdichte en de vier vleermuizen op mijn gemak in aparte zakjes kon stoppen. Terwijl ik half in de tarp zat keek ik omhoog naar waar de vleermuisbox hing, op dat moment kwam er een vleermuis uit vallen die recht in mijn gezicht belandde. Ik had ondertussen een vleermuis in elke hand dus was niet in staat om de vleermuis van mijn gezicht te plukken.
Terwijl ik vleermuizen in zakjes stopte en er een vleermuis via mijn gezicht op mijn hoofd kroop vielen er nog meer vleermuizen uit de box. Inmiddels was ik omringd door meer vleermuizen dan ik aan kon. Terwijl ik er al meer dan tien in zakjes gestopt had waren er inmiddels meer dan dertig bij gekomen. Vleermuizen kropen via mijn armen naar mijn schouders. Andere klommen over mijn gezicht en mijn rug. Ondertussen had een andere studente zich ook in de tarp gewurmt om mij te helpen. We werden beiden beklommen door vleermuizen, ondertussen bleef het vleermuizen regenen van bovenaf. Ik keek naar mijn arm en zag dat er nu meerdere kleine monstertjes richting mijn hoofd kropen. Met mijn ene hand greep ik hen en met mijn andere hande griste ik vier vleermuizen van het hoofd van mijn mede studente.
om eigenhandig vleermuizen te vangen. Rond de paal met de vleermuis box monteerden we een tarp dat we aan de bovenkant zo goed mogelijk dicht bonden. De tarp maakten we in de vorm van een tunnel, de vleermuizen die onvermoed uit de box komen vliegen kunnen dan niets anders dan naar beneden glijden als in een glijbaan. Onderaan staan wij dan bij de opening om hen een voor een op de pakken en tijdelijk in zakjes te stoppen. Ik stond stilletjes te posten bij de tarp, wachtend op het geluid van de eerste vleermuis die onder in de tarp terecht zou komen. Terwijl de schemer viel en de almaar bijtende black flies (bloedzuigende vliegen die met duizenden tegelijk rond je hoofd hangen om zich in je vel te bijten) eindelijk verdwenen om plaats te maken voor de muggen, hoorde ik het gekwebbel van de vleermuizen boven in de vleermuis box. Niet veel later hoorde ik een zachte plof, het vangen was begonnen. Ik keek in de tarp en zag een verward vleermuisje liggen. Ik reikte met mijn hand naar het beestje en tot mijn verbazing kon ik haar gemakkelijk op pakken en in een zakje stoppen. Het zakje gaf ik over aan iemand anders die haar tijdelijk in een krat opborg. Al
gauw hoorde ik de tweede plof en reikte ik naar mijn tweede vleermuis. Terwijl ik dit deed viel er een derde vleermuis op mijn arm en een vierde en een vijfde. Hoewel de vleermuizen in eerste instantie verward zijn herstellen zij zich al gauw als ik hen niet gelijk oppakte. Ze begonnen direct naar de uitgang te zoeken. Omdat ik geen vleermuizen wilde laten ontsnappen kroop ik met mijn
bovenlichaam in de tarp, zodat ik het gat afdichte en de vier vleermuizen op mijn gemak in aparte zakjes kon stoppen. Terwijl ik half in de tarp zat keek ik omhoog naar waar de vleermuisbox hing, op dat moment kwam er een vleermuis uit vallen die recht in mijn gezicht belandde. Ik had ondertussen een vleermuis in elke hand dus was niet in staat om de vleermuis van mijn gezicht te plukken.
Terwijl ik vleermuizen in zakjes stopte en er een vleermuis via mijn gezicht op mijn hoofd kroop vielen er nog meer vleermuizen uit de box. Inmiddels was ik omringd door meer vleermuizen dan ik aan kon. Terwijl ik er al meer dan tien in zakjes gestopt had waren er inmiddels meer dan dertig bij gekomen. Vleermuizen kropen via mijn armen naar mijn schouders. Andere klommen over mijn gezicht en mijn rug. Ondertussen had een andere studente zich ook in de tarp gewurmt om mij te helpen. We werden beiden beklommen door vleermuizen, ondertussen bleef het vleermuizen regenen van bovenaf. Ik keek naar mijn arm en zag dat er nu meerdere kleine monstertjes richting mijn hoofd kropen. Met mijn ene hand greep ik hen en met mijn andere hande griste ik vier vleermuizen van het hoofd van mijn mede studente.
Twee handen vol met een zestal vleermuizen, die allen met hun kleine vlijmscherpe tandjes door mijn latex handschoenen beten, en een gezicht bedekt met scherpe vleermuis nagels. Zelfs met z’n tweeen konden we het aantal vleermuizen dat uit de box kwam vallen niet bijhouden met onze vleermuiszakjes. Voor de meeste mensen zou dit het werkelijk beleven van een horrorfilm zijn,
maar wij konden niet meer dan genieten terwijl tientallen kleine vleermuisjes om onze hoofde zwermden en over ons heen klommen. De wereld buiten de tarp leek niet meer te bestaan, vooral omdat het geklets van de vleermuizen oorverdovend vlak bij mijn oren oorverdovend was. Na ongeveer 150 vleermuizen in zakjes gestopt te hebben riep de professor dat we meer dan genoeg hadden voor vannacht. Bijna dronken van deze intense ervaring kroop ik uit de tarp vandaan. De mensen om mij heen konden van buitenaf alleen maar gissen wat zich binnen allemaal afgespeeld heeft terwijl ik daar giechelend met knikkende knieen van de adrenaline stond. Dit was een ervaring om nooit meer te vergeten en de nacht was nog maar net begonnen. De rest van de nacht zijn we met 10 mensen bezig geweest om alle vleermuizen zo snel mogelijk te verwerken en hen weer hun vrijheid te geven.
Zo heb ik nog nooit een vleermuis van dichtbij gezien en zo heb ik in drie dagen meer dan 200 in mijn handen gehad. Je zou bijna vergeten dat vleermuizen, met hun vreemde uiterlijk, zoogdieren zijn. Veel meer dan vogels hebben vleermuizen elk een waarneembaar unieke persoonlijkheid. Sommige zijn bijters, andere zijn wurmers of piepers of krijsers. Al zijn ze zo klein, ze zijn super fel en hebben een stoere houding die uitstraalt: "ik kan je wel aan, geef mij je vinger en ik zet mijn tanden er in". Ondanks dat en hun monsterachtige, kleine kopjes zijn ze super schattig; "dark angels" of "Gothic butterflies" zoals we ze die nacht gedoopt hebben. Rond 4.00 uur hadden we alle 150 vleermuizen opgemeten en lieten wij de laatste los in de donkere nacht.
De volgende ochtend konden we lekker uitslapen. Die dag was een relax dagje op het park. Het zomerseizoen is nog niet begonnen en daarom was het park nog niet geopend voor bezoekers. De baas van Salmonier Nature Park gaf ons een prive rondleiding langs alle dieren. Het is een mooi park dat de naam "dierentuin" bijna niet mag dragen. De dierverblijven zijn de onaangetaste natuur van
Newfoundland met een hek er omheen (relatief goedkoop dus om op die manier verblijven te maken en voor de dieren des te beter om in zo’n natuurlijke omgeving te verblijven). Er verblijven alleen dieren die inheems zijn in Canada, zoals sneeuwuilen, caribou’s, vossen en twee prachtige lynxen.
maar wij konden niet meer dan genieten terwijl tientallen kleine vleermuisjes om onze hoofde zwermden en over ons heen klommen. De wereld buiten de tarp leek niet meer te bestaan, vooral omdat het geklets van de vleermuizen oorverdovend vlak bij mijn oren oorverdovend was. Na ongeveer 150 vleermuizen in zakjes gestopt te hebben riep de professor dat we meer dan genoeg hadden voor vannacht. Bijna dronken van deze intense ervaring kroop ik uit de tarp vandaan. De mensen om mij heen konden van buitenaf alleen maar gissen wat zich binnen allemaal afgespeeld heeft terwijl ik daar giechelend met knikkende knieen van de adrenaline stond. Dit was een ervaring om nooit meer te vergeten en de nacht was nog maar net begonnen. De rest van de nacht zijn we met 10 mensen bezig geweest om alle vleermuizen zo snel mogelijk te verwerken en hen weer hun vrijheid te geven.
Zo heb ik nog nooit een vleermuis van dichtbij gezien en zo heb ik in drie dagen meer dan 200 in mijn handen gehad. Je zou bijna vergeten dat vleermuizen, met hun vreemde uiterlijk, zoogdieren zijn. Veel meer dan vogels hebben vleermuizen elk een waarneembaar unieke persoonlijkheid. Sommige zijn bijters, andere zijn wurmers of piepers of krijsers. Al zijn ze zo klein, ze zijn super fel en hebben een stoere houding die uitstraalt: "ik kan je wel aan, geef mij je vinger en ik zet mijn tanden er in". Ondanks dat en hun monsterachtige, kleine kopjes zijn ze super schattig; "dark angels" of "Gothic butterflies" zoals we ze die nacht gedoopt hebben. Rond 4.00 uur hadden we alle 150 vleermuizen opgemeten en lieten wij de laatste los in de donkere nacht.
De volgende ochtend konden we lekker uitslapen. Die dag was een relax dagje op het park. Het zomerseizoen is nog niet begonnen en daarom was het park nog niet geopend voor bezoekers. De baas van Salmonier Nature Park gaf ons een prive rondleiding langs alle dieren. Het is een mooi park dat de naam "dierentuin" bijna niet mag dragen. De dierverblijven zijn de onaangetaste natuur van
Newfoundland met een hek er omheen (relatief goedkoop dus om op die manier verblijven te maken en voor de dieren des te beter om in zo’n natuurlijke omgeving te verblijven). Er verblijven alleen dieren die inheems zijn in Canada, zoals sneeuwuilen, caribou’s, vossen en twee prachtige lynxen.
Die avond was het weer tijd om vleermuizen te vangen. Ik beklom de ladder om weer een tarp op te hangen. Omdat ik mijn handen vol had met balanceren en het ophangen van de tarp kon ik deze niet gebruiken om de vele black flies van mij af te slaan. Nu, een week later heb ik nog meer dan 300 rode, jeukende bulten op mijn armen en benen. Toch kan dit de pret niet drukken. Ik mocht weer een van de tarps bemannen en kreeg weer een kleine herhaling van de vorige avond. Dit keer waren er wat minder vleermuizen dus kon ik het allemaal goed in mijn eentje bijhouden. Toen we ongeveer 100 vleermuizen hadden haalden we de tarp naar beneden zodat de overgebleven vleermuizen het luchtruim in konden vliegen om insecten te vangen. Een van de vleermuizen die we die avond vingen was wel een heel speciaal geval. De Little brown bat, zoals zijn naam suggereerd, is een bruin gekleurde vleermuis met donkerbruine vleugels. Hoewel er wat variatie is in vachtkleur (lichtbruin, donkerbruin en roodbruin) zijn zij allemaal bruin.
Maar wat is de natuur zonder een uitzondering hier en daar.
Maar wat is de natuur zonder een uitzondering hier en daar.
Deze mooie dame lijkt een halve albino te zijn. De helft van beide vleugels is wit, ze heeft een witte vlek naast haar neus en enkele tenen zijn wit. Ik prijs mij erg gelukkig dat ik op mijn vierde vangnacht al zo’n bijzonder individu heb mogen zien, sommige mensen zijn blijkbaar geboren voor het geluk.
Het vleermuis vangen op Salmonier Nature Park zat er op, we hadden nog een dagje om te relaxen voordat we de volgende dag naar de derde site zouden rijden. Dit dagje gebruikte we om de professor in St. Johns, de hoofdstad van Newfoundland aan de oostkust) af te zetten. Hij vloog vanaf daar terug naar Halifax terwijl wij, de vijf studenten enkele dagen Newfoundland gingen verkennen. In St. Johns maakten we een lange wandeling rond Signal Hill vanaf waar meer dan honderd jaar geleden de eerste draadloze communicatie werd ontvangen (verzonden vanuit Engeland). In de mist kon ik Cape Spear zien liggen, het meest oostelijke puntje van Noord-Amerika; dichter bij Nederland dan dit kom ik de komende tijd niet.
Het vleermuis vangen op Salmonier Nature Park zat er op, we hadden nog een dagje om te relaxen voordat we de volgende dag naar de derde site zouden rijden. Dit dagje gebruikte we om de professor in St. Johns, de hoofdstad van Newfoundland aan de oostkust) af te zetten. Hij vloog vanaf daar terug naar Halifax terwijl wij, de vijf studenten enkele dagen Newfoundland gingen verkennen. In St. Johns maakten we een lange wandeling rond Signal Hill vanaf waar meer dan honderd jaar geleden de eerste draadloze communicatie werd ontvangen (verzonden vanuit Engeland). In de mist kon ik Cape Spear zien liggen, het meest oostelijke puntje van Noord-Amerika; dichter bij Nederland dan dit kom ik de komende tijd niet.
De vleermuisgroep van Saint Mary’s University (Amanda, Jordi, Alicia, Laura, Lynne, Hugh). In plaats van zes geposeerde lachende gezichten zie je hier zes oprecht lachende mensen. Op het moment dat de foto gemaakt werd blies de hevige wind de camera om waardoor we uiteraad allemaal moesten lachen. Wonder boven wonder was de foto gelukt voordat de camera omviel.
Voordat we de professor achterlieten reden we eerst nog naar een klein havendorpje genaamd Quidi Vidi waar een ijskoude verrassing op ons lag te wachten.
Met z’n vijfen reden we terug naar Salmonier om te overnachten. ’s Ochtends reden we naar het zuiden over de Avalon peninsula (hoewel vaak mistig niet vernoemd naar de "Mists of Avalon") richting Cape Saint Mary’s (per toeval dezelfde naam als onze universiteit) om indrukwekkende vogelkolonies te bekijken totdat... We op de graffel road een platte band kregen. Op een verlaten weg ver van de beschaving wisten we als team efficient het wiel te vervangen met het reserve wiel. We reden verder in de hoop een garage in het eerst volgende dorpje te vinden. Echter, zo ver van de beschaving kennen ze geen garages, als auto’s hier kapot gaan moet je het zelf repareren. Gelukkig waren er genoeg vriendelijke Newfie’s die, met hun bijna onverstaanbare accent, met plezier onze
band wilde reparen. Terwijl de meiden bij de auto bleven ging ik met lekke band mee met de Newfie’s naar hun buurman die op dat moment de band van zijn eigen quade-bike aan het reparen was. Al gauw hadden ze een minuscuul gaatje gevonden, een plug erin gestopt en de band opgepompt. Helaas bleek dat we te lang op de lekke band doorgereden hadden en er enkele zwakke plekken in zaten. De Newfie’s raadde ons aan om hierop verder te rijden, maar wel bij de eerst volgende garage een nieuwe band te halen. Ik werd weer bij de meiden en de auto afgezet, waar we het reserve wiel weer vervangde voor de gerepareerde band en doorreden naar Cape Saint Mary’s. De Cape was in zicht, we haalden onze verrekijkers en camera’s al onze tassen toen... BOEM!! Onze gerepareerde band met zwakke plekken ontplofte, een klapband. Wederom stapten we uit en haalden het wiel er weer af om nogmaals het reservewiel er op te zetten. We reden de laatste honder meter en parkeerden de auto. We lieten het avontuur van de klapband tijdelijk achter ons en gingen op weg langs het klif naar de vogelkolonie.
band wilde reparen. Terwijl de meiden bij de auto bleven ging ik met lekke band mee met de Newfie’s naar hun buurman die op dat moment de band van zijn eigen quade-bike aan het reparen was. Al gauw hadden ze een minuscuul gaatje gevonden, een plug erin gestopt en de band opgepompt. Helaas bleek dat we te lang op de lekke band doorgereden hadden en er enkele zwakke plekken in zaten. De Newfie’s raadde ons aan om hierop verder te rijden, maar wel bij de eerst volgende garage een nieuwe band te halen. Ik werd weer bij de meiden en de auto afgezet, waar we het reserve wiel weer vervangde voor de gerepareerde band en doorreden naar Cape Saint Mary’s. De Cape was in zicht, we haalden onze verrekijkers en camera’s al onze tassen toen... BOEM!! Onze gerepareerde band met zwakke plekken ontplofte, een klapband. Wederom stapten we uit en haalden het wiel er weer af om nogmaals het reservewiel er op te zetten. We reden de laatste honder meter en parkeerden de auto. We lieten het avontuur van de klapband tijdelijk achter ons en gingen op weg langs het klif naar de vogelkolonie.
Ze geven elkaar niet meer ruimte dan de vleugels nodig hebben om te landen en op te stijgen. Als natuurliefhebber kijk ik hier mijn ogen uit, er is zoveel te zien. Terwijl er hier een koppel aan het paren is zijn er daar koppels bezig hun nest te perfectioneren. Vogels vliegen af en aan met nestmateriaal, landen in de kolonie en voordat ze hun partner bereiken is de helft van hun verzamelde
materiaal al door andere vogels uit hun snavel gepikt.
materiaal al door andere vogels uit hun snavel gepikt.
Allen zeer onder de indruk van het spektakel, de herrie van de vogels en de intense geur van de kolonie keerden wij terug naar de auto en moesten wij een plan bedenken om de situatie aan te pakken. We hadden geplanned om die avond een derde locatie in het noorden van Newfoundland te bezoeken om daar vleermuizen te bezoeken, maar dat zat er met ons reservewiel niet meer in. We besloten om terug te rijden naar Salmonier zodat we in ieder geval een slaapplaats hadden voor die nacht. Daar aangekomen belden we nogmaals met het verhuurbedrijf die inmiddels een oplossing voor ons had. Nog geen kwartier hiervandaan hadden zij nog een
filiaal, tegen alle regels in mochten wij onze grijze auto daar omruilen voor een identieke witte auto. Het probleem was onverwacht en direcht opgelost, maar helaas was het te laat om alsnog naar onze derde locatie te rijden. Die avond zaten we bij de bat boxen om hen, dit keer zonder tarp, uit te zien vliegen, waarna we naar bed gingen.
De volgende ochtend gingen we weer vroeg op pad in onze nieuwe auto, terug over het eiland naar de westkust, naar Gros Morne National Park; een van Canada’s mooiste Nationale parken. Tijdens de rit merkten we op dat de kale, bruine loofbomen bijna allemaal de transformatie naar lente hadden doorgemaakt in die paar dagen dat wij in het oosten waren.
filiaal, tegen alle regels in mochten wij onze grijze auto daar omruilen voor een identieke witte auto. Het probleem was onverwacht en direcht opgelost, maar helaas was het te laat om alsnog naar onze derde locatie te rijden. Die avond zaten we bij de bat boxen om hen, dit keer zonder tarp, uit te zien vliegen, waarna we naar bed gingen.
De volgende ochtend gingen we weer vroeg op pad in onze nieuwe auto, terug over het eiland naar de westkust, naar Gros Morne National Park; een van Canada’s mooiste Nationale parken. Tijdens de rit merkten we op dat de kale, bruine loofbomen bijna allemaal de transformatie naar lente hadden doorgemaakt in die paar dagen dat wij in het oosten waren.
In het park aangekomen reden we richting een klein dorpje aan de kust, onderweg zagen we nog enkele elanden langs de weg grazen. In het plaatsje Rocky harbour verbleven we de komende twee nachten in een schattige bungalow, waar we de eerste avond ons hard verdiende kreeft maaltijd aten.
We waren allen zeer benieuwd en enthousiast over het Nationale park en trokken er vroeg op uit. Met de auto reden we langs een fjord, acht ogen gericht op de bossen rond ons (acht omdat de twee ogen van de bestuurder op de weg moesten letten) in de hoop meer elanden te spotten toen we plots wat in het water zagen; walvissen!!!
We waren allen zeer benieuwd en enthousiast over het Nationale park en trokken er vroeg op uit. Met de auto reden we langs een fjord, acht ogen gericht op de bossen rond ons (acht omdat de twee ogen van de bestuurder op de weg moesten letten) in de hoop meer elanden te spotten toen we plots wat in het water zagen; walvissen!!!
Na een lange photoshoot met de foeragerende ( jagende / naar voedsel zoekende) walvissen reden we verder om een lange wandel klimtocht te maken.
We kwamen aan bij een berg met de magische naam "Table lands", een bijzondere geografische locatie. Deze berg tussen alle andere bergen, heuvels en valleien in het park lijkt niet op de juiste plaats te zijn. Het is afwijkend van de rest van de omgeving. Vanaf uitzichtpunten is een duidelijke scheidingslijn te zien tussen de kale, rode stenen van Table lands en de groene, begroeide heuvels die
er aan grenzen. Het is alsof het van een andere planeet is.
We kwamen aan bij een berg met de magische naam "Table lands", een bijzondere geografische locatie. Deze berg tussen alle andere bergen, heuvels en valleien in het park lijkt niet op de juiste plaats te zijn. Het is afwijkend van de rest van de omgeving. Vanaf uitzichtpunten is een duidelijke scheidingslijn te zien tussen de kale, rode stenen van Table lands en de groene, begroeide heuvels die
er aan grenzen. Het is alsof het van een andere planeet is.
500 miljoen jaar geleden heeft de aarde deze berg omhoog geduwd, de korst van de aarde brak hier los als berg. In de miljoenen jaren die volgde hebben gletsjer de top laag van de berg er af ge-erodeerd (geschuurd) waardoor vandaag de dag de stenen uit de mantel van de aarde hier aan de oppervlakte liggen. We gingen bijna letterlijk to the center of the earth en konden zien hoe de aarde
er aan de binnenkant uit ziet. De stenen zijn rood omdat ze zeer ijzerrijk zijn, als gevolg hiervan gaan de stenen aan de oppervlakte letterlijk roesten en krijgen zij deze roest-rode kleur. Voor enkele uren beklommen wij de flanken van Table lands, langs prachtige watervallen en pakken sneeuw. Hier en daar vonden wij kleine plantjes die een manier van overleven hebben gevonden op de onvruchtbare, stenen berg. Langs de watervallen omhoog, naar een richel met een prachtig uitzicht over de omliggende valeien, heuvels en fjord, klommen we naar de top.
er aan de binnenkant uit ziet. De stenen zijn rood omdat ze zeer ijzerrijk zijn, als gevolg hiervan gaan de stenen aan de oppervlakte letterlijk roesten en krijgen zij deze roest-rode kleur. Voor enkele uren beklommen wij de flanken van Table lands, langs prachtige watervallen en pakken sneeuw. Hier en daar vonden wij kleine plantjes die een manier van overleven hebben gevonden op de onvruchtbare, stenen berg. Langs de watervallen omhoog, naar een richel met een prachtig uitzicht over de omliggende valeien, heuvels en fjord, klommen we naar de top.
Na de platte top (vandaar de naam "Table lands") bereikt te hebben en de sporen van onze prestatie te hebben achtergelaten daalden wij weer af, terug naar de voet van Table lands.
In andere delen van het Nationale park hebben we nog meer wandelingen gemaakt, dit keer langs riveren, watervallen en door prachtige bossen.
Dit was onze laatste dag in Newfoundland. Om deze toepasselijk af te sluiten zijn we terug naar onze bungalow gegaan waar we vanaf het strand de laatste Newfie zon hebben zien onder gaan.
De volgende ochtend moesten we om 6.00 uur op pad om naar de veerboot te rijden, 6 uur te varen en nogmaals 5 uur door Nova Scotia naar Halifax te rijden om 23.00 uur thuis aan te komen. Vanuit de auto zagen we nog een laatste keer een eland en, als klap op de vuurpijl, een zilver vos (kleur variatie van de
rode vos). Vaarwel Newfoundland! Zoveel meegemaakt in zo’n korte tijd, zoveel
nieuwe indrukken, zoveel wildlife.
rode vos). Vaarwel Newfoundland! Zoveel meegemaakt in zo’n korte tijd, zoveel
nieuwe indrukken, zoveel wildlife.
Groetjes en knuffels van Jordi
(English summary: Spring has finaly started although in the last few weeks most decidious trees still had nog leaves on them. After some short day trips during which I saw many squirrels, a nest of baby raccoons and a snake it was finally time for the first big field trip of the season, to the island of Newfoundland. After driving for more than 9 hours and spending 6 hours on the ferry we finally arrived at our first location. We started catching bats straight away and did so there for the first two nights. After that we travelled to the East side of the island, the Avalon peninsula to catch more bats. This time I was assigned the task to grab bats and put them in bags. We made funnel out of tarp which we tied around bat boxes. As the evening fell the first bats started emerging from the box. Before I knew it a couple of dozen bats had fallen into the tarp and was waist deep covered in bats, climbing my arms and making their way over my face to the the top of my head. Bats were crawling all over, I had the time of my life. Soon we took the tarp down and started processing all 150 caught bats. In the night that followed the same scene happened, though while processing we found a beautiful semi-albino bat amongst our catches.
After these four nights of catching bats we had the rest of the week to be a tourist on the island. We stayed at Salmonier Nature Park to check out the native animals in the rehabilitation center, like the lynx, bald eagle and foxes. We drove to the capital of Newfoundland, Saint John's to do a scenic hike and watch an ice berg in the harbour of Quidi Vidi.
The next day, while we were on our way to a bird breeding colony at Cape Saint Mary's our car got a flat tire in the middle of nowhere. Fortunatly some local Newfie's could fix it for us and we went back on our way. The tire however didn't hold up and exploded later on, the rest of the way to and from the cape we travelled on our spare tire; the donut. The Cape was beautiful, thousands of gannets, razorbills and other birds were breeding side by side, we could look at them building nests for hours.
That night we managed to trade our rental vehicle for a new one so the next day we were on our way again, back to the east coast. We stayed in Gros Morne National Park for the last few days to do scenic hikes to waterfalls, through forests and up the Table lands; a piece of the earth's crust that has been pushed up about 500 milion years ago. Because of glacial erosion this now allows us to see what the Earth looks like inside its crust. While driving trough the National Park we saw several moose, which are huge, but also a fox en even two species of whales foraging together; Minke whale and a Beluga. On our last night in Newfoundland we watched a gorgeous sunset and returned back home the next night after a long day of driving and ferry-ing.
Newfoundland was amazing!
Cheers Jordi)
Ship on the ocean floor
Woensdag, 2 Mei 2012
De dag na aankomst was gelijk een drukke dag. Behalve dat ik mijn boodschappen en andere praktische zaken moest vinden in een onbekende stad had ik ook al meteen een afspraak met de professor gemaakt. Mijn eerste indruk van Halifax was al meteen goed. Bijna alle straten zijn aan beide kanten omgeven met bomen waaraan langzaam de eerste blaadjes en bloemen doorkomen. Op straat en in de winkels werd ik aangesproken door vriendelijke mensen die een sociaal babbeltje kwamen maken. Zo achterdochtig als ik ben hield ik mijn rugtas goed in de gaten om er zeker van te zijn dat het geen afleidings manoevre was terwijl een handlanger mijn tas leeg rooft. In de afgelopen weken heb ik wel geleerd dat Canadezen (aan de oostkust) simpelweg oprecht vriendelijk en geinteresseerd in je zijn.
Op de universiteit ging het net zo. De professor was erg blij om mij te ontmoeten en vise versa. Hij heeft mij voorgesteld aan zijn andere studenten en rondgeleid op de universiteit. Inmiddels heb ik al aardig wat tijd doorgebracht met mijn medestudenten/collega's, zowel op het werk als in mijn vrije tijd. Vanaf die eerste dag heb ik het eigenlijk alleen maar druk gehad. Door de weeks zat ik vooral op het lab om aan mijn onderzoeksvoorstel te werken en over mijn onderzoek te discussieren, maar in de weekenden heb ik gelukkig ook tijd gehad om mijn nieuwe omgeving een beetje te verkennen.
Het eerste weekend was het stralend weer (gelukkig heb ik mijn hoed meegenomen) en ben ik downtown Halifax gaan verkennen. Halifax blijkt vele gezichten te hebben, de omgeving waar ik woon is een afslag van een winkelstraat waardoor alles dat ik nodig heb binnen handbereik ligt. De huizen zijn bijna allemaal van hout en de meeste zijn gebouwd in een soort moderne Victoriaanse stijl (ook het huis waar ik in woon) dit geeft de stad een erg gezellige sfeer. Het centrum is wat moderner met gezellige barretjes, winkelstraten, zonnig waterfront (Halifax is een havenstad) en ook moderne kantoorgebouwen.
De dag na aankomst was gelijk een drukke dag. Behalve dat ik mijn boodschappen en andere praktische zaken moest vinden in een onbekende stad had ik ook al meteen een afspraak met de professor gemaakt. Mijn eerste indruk van Halifax was al meteen goed. Bijna alle straten zijn aan beide kanten omgeven met bomen waaraan langzaam de eerste blaadjes en bloemen doorkomen. Op straat en in de winkels werd ik aangesproken door vriendelijke mensen die een sociaal babbeltje kwamen maken. Zo achterdochtig als ik ben hield ik mijn rugtas goed in de gaten om er zeker van te zijn dat het geen afleidings manoevre was terwijl een handlanger mijn tas leeg rooft. In de afgelopen weken heb ik wel geleerd dat Canadezen (aan de oostkust) simpelweg oprecht vriendelijk en geinteresseerd in je zijn.
Op de universiteit ging het net zo. De professor was erg blij om mij te ontmoeten en vise versa. Hij heeft mij voorgesteld aan zijn andere studenten en rondgeleid op de universiteit. Inmiddels heb ik al aardig wat tijd doorgebracht met mijn medestudenten/collega's, zowel op het werk als in mijn vrije tijd. Vanaf die eerste dag heb ik het eigenlijk alleen maar druk gehad. Door de weeks zat ik vooral op het lab om aan mijn onderzoeksvoorstel te werken en over mijn onderzoek te discussieren, maar in de weekenden heb ik gelukkig ook tijd gehad om mijn nieuwe omgeving een beetje te verkennen.
Het eerste weekend was het stralend weer (gelukkig heb ik mijn hoed meegenomen) en ben ik downtown Halifax gaan verkennen. Halifax blijkt vele gezichten te hebben, de omgeving waar ik woon is een afslag van een winkelstraat waardoor alles dat ik nodig heb binnen handbereik ligt. De huizen zijn bijna allemaal van hout en de meeste zijn gebouwd in een soort moderne Victoriaanse stijl (ook het huis waar ik in woon) dit geeft de stad een erg gezellige sfeer. Het centrum is wat moderner met gezellige barretjes, winkelstraten, zonnig waterfront (Halifax is een havenstad) en ook moderne kantoorgebouwen.
In de week daarna heb ik weer vooral op het lab gezeten, maar gelukkig zijn we een ook half dagje het veld in geweest. Een uurtje rijden bij Halifax vandaan bezochten Hugh (de professor), Alicia (een van mijn medestudenten) en ik een oude, verlaten goudmijn. We hadden zware accu's en ander meetapparatuur meegenomen dat we een kwartier door dichte bossen moesten slepen om bij de mijn te komen. De mijn is een overwinteringsplek voor veel vleermuizen en in het duister kon ik zien dat er nog flinke ijsbrokken aan het plafond hingen. De vleermuizen zaten diep in de donkere gleuven verscholen en nu is voor ons nog niet het moment om mijnen of grotten in de gaan. Bovendien kan ik mij voorstellen dat het niet veilig is met al die ijsbrokken die langzaam van het plafond af smelten. We bleven buiten de ingang van de mijn, waar we onze apparatuur hebben opgezet. We hebben een zogenaamde PIT recorder geinstalleerd in de opening van de mijn. Dit is in feite een scan apparaat dat een signaal ontvangt wanneer bepaalde vleermuizen (die ooit gechipt zijn, net als honden en katten) er doorheen vliegen om de mijn in en uit te gaan. Deze apparatuur hebben we achtergelaten om de komende weken zijn werk te laten doen. Deze PIT recorders zullen we op meer locaties uitzetten, we moeten dan eens in de zoveel weken terug komen om de data uit te lezen en de accu's te vervangen.
Hoewel ik verder alleen maar in het lab gezeten heb was de week om voor ik het door had. De vele regen van de afgelopen week was op tijd voor het weekend opgelost en ik kon weer met mijn ontdekkingstochten verder gaan. Ik had van Shauna een fiets geleend zodat ik de stad uit kon en de omliggende heuvels kon gaan verkennen. Al gauw reed ik de bewoonde wereld uit en was ik omgeven door machtige bossen, meren en een ruige kustlijn. Het is hier nog steeds flink koud en vooral als er een dik pak wolken in de lucht hangt kan het flink afkoelen. Op een gegeven moment vielen er zelfs wat kleine sneeuwvlokjes uit de lucht. De grauwe lucht leende zich echter prima voor het maken van flink wat surrealistische HDR foto's.
Hoewel ik verder alleen maar in het lab gezeten heb was de week om voor ik het door had. De vele regen van de afgelopen week was op tijd voor het weekend opgelost en ik kon weer met mijn ontdekkingstochten verder gaan. Ik had van Shauna een fiets geleend zodat ik de stad uit kon en de omliggende heuvels kon gaan verkennen. Al gauw reed ik de bewoonde wereld uit en was ik omgeven door machtige bossen, meren en een ruige kustlijn. Het is hier nog steeds flink koud en vooral als er een dik pak wolken in de lucht hangt kan het flink afkoelen. Op een gegeven moment vielen er zelfs wat kleine sneeuwvlokjes uit de lucht. De grauwe lucht leende zich echter prima voor het maken van flink wat surrealistische HDR foto's.
Na ruim 12km gefietst te hebben kwam ik er achter dat mijn achterband nogal zacht begon te worden. Niet veel later was de band volledig leeg en daar stond ik dan langs de kant van de weg. Er zat niets anders op dan om te keren en terug naar huis te lopen. In totaal ben ik daar nog eens 5 uur mee bezig geweest, maar ik heb wel veel zijpaden genomen om de bossen in te gaan en van de natuurlijke rijkdom te genieten.
Alsof ik dat weekend nog niet genoeg gewandeld had besloot ik zondag's samen met Laura (mede studente) een culturele, vijf uur durende wandeltocht door Halifax te maken. Eerst zijn we naar het zuidpuntje van het schiereiland (Halifax is een schiereiland) gegaan waar ik genoten heb van de kraaien en eekhoorns in Point Pleasant Park, een stadspark/bos. Daarna zijn we terug naar downtown gewandeld om aan de Titanic tocht te beginnen. Halifax heeft nogal wat betrokkenheid bij het Titanic drama dat eerder in april zijn 100ste verjaardag vierde. Toen het schip zonk was Halifax een van de eerste steden die de noodsignalen opving en hulp gestuurd heeft. Duidelijk is inmiddels wel dat bijna alle hulp te laat kwam. Er waren ongeveer 2200 mensen aan boord van de Titanic toen deze zonk. Meer dan 1500 mensen hebben dit niet overleefd. Slechts 337 lichamen zijn terug gevonden, waarvan er 209 direct met een boot naar Halifax zijn gebracht. De tocht door Halifax bracht ons langs kerken waar destijds herdenkingsdiensten gehouden zijn en langs de plekken waar de lichamen opgebaard lagen om geidentificeerd te worden.
De tocht eindigde bij de meest indrukwekkende locatie; de begraafplaats waar 121 slachtoffers van de ramp zijn begraven. De meeste graven hebben niet eens een naam omdat de lichamen nooit geidentificeerd zijn. Andere graven hebben een uitgebreid verhaal. Zo ligt hier het graf van het jongste teruggevonden slachtoffer van de Titanic; een twee jaar oud jongetje dat "bekend" is onder de naam "the unknown child". Dit kind was destijds niet geidentificeerd, maar heeft wel een groter grafsteen gekregen dan de meeste andere. Het verhaal heeft echter ook een mooie kant. Een ander slachtoffer, een dame genaamd Alma Palsson, ligt twee meter verder begraven. Zij is samen met haar vier jonge kinderen overleden. In 1991 zijn onderzoekers er achter gekomen dat het ongeidentificeerde kind haar zoon blijkt te zijn, puur per toeval liggen hun twee graven vlak bij elkaar.
Een ander herkenbaar graf was die van John Hume, de violist die (zoals in de film te zien is) besloot aan boord te blijven en tot het bittere einde viool bleef spelen met zijn muziekensemble. Wat grappig is om te vermelden is dat er ook een graf ligt met de naam "J. Dawson". Na de film van James Cameron, waar de hoofdrolspeler "Jack Dawson" heette werd dit graf door hordes emotionaal beladen mensen bezocht. Er is echter geen enkel verband tussen het graf en het fictieve karakter uit de film, het is puur toeval dat initiaal en achternaam overeen komen.
Alsof ik dat weekend nog niet genoeg gewandeld had besloot ik zondag's samen met Laura (mede studente) een culturele, vijf uur durende wandeltocht door Halifax te maken. Eerst zijn we naar het zuidpuntje van het schiereiland (Halifax is een schiereiland) gegaan waar ik genoten heb van de kraaien en eekhoorns in Point Pleasant Park, een stadspark/bos. Daarna zijn we terug naar downtown gewandeld om aan de Titanic tocht te beginnen. Halifax heeft nogal wat betrokkenheid bij het Titanic drama dat eerder in april zijn 100ste verjaardag vierde. Toen het schip zonk was Halifax een van de eerste steden die de noodsignalen opving en hulp gestuurd heeft. Duidelijk is inmiddels wel dat bijna alle hulp te laat kwam. Er waren ongeveer 2200 mensen aan boord van de Titanic toen deze zonk. Meer dan 1500 mensen hebben dit niet overleefd. Slechts 337 lichamen zijn terug gevonden, waarvan er 209 direct met een boot naar Halifax zijn gebracht. De tocht door Halifax bracht ons langs kerken waar destijds herdenkingsdiensten gehouden zijn en langs de plekken waar de lichamen opgebaard lagen om geidentificeerd te worden.
De tocht eindigde bij de meest indrukwekkende locatie; de begraafplaats waar 121 slachtoffers van de ramp zijn begraven. De meeste graven hebben niet eens een naam omdat de lichamen nooit geidentificeerd zijn. Andere graven hebben een uitgebreid verhaal. Zo ligt hier het graf van het jongste teruggevonden slachtoffer van de Titanic; een twee jaar oud jongetje dat "bekend" is onder de naam "the unknown child". Dit kind was destijds niet geidentificeerd, maar heeft wel een groter grafsteen gekregen dan de meeste andere. Het verhaal heeft echter ook een mooie kant. Een ander slachtoffer, een dame genaamd Alma Palsson, ligt twee meter verder begraven. Zij is samen met haar vier jonge kinderen overleden. In 1991 zijn onderzoekers er achter gekomen dat het ongeidentificeerde kind haar zoon blijkt te zijn, puur per toeval liggen hun twee graven vlak bij elkaar.
Een ander herkenbaar graf was die van John Hume, de violist die (zoals in de film te zien is) besloot aan boord te blijven en tot het bittere einde viool bleef spelen met zijn muziekensemble. Wat grappig is om te vermelden is dat er ook een graf ligt met de naam "J. Dawson". Na de film van James Cameron, waar de hoofdrolspeler "Jack Dawson" heette werd dit graf door hordes emotionaal beladen mensen bezocht. Er is echter geen enkel verband tussen het graf en het fictieve karakter uit de film, het is puur toeval dat initiaal en achternaam overeen komen.
Na dit weekend vol belevenissen is er weer een nieuwe week aangebroken. We zijn weer het veld in gegaan om nog wat PIT recorders te plaatsen bij een mijn vlak langs een snelweg. Daarna zijn we naar een klein plaatsje genaamd "Nuttby" gereden, mijn voornaamste onderzoekslocatie. Hier is vorig jaar een wind turbine park geplaatst en mijn taak voor de komende tijd is om uit te zoeken wat voor effect dit heeft op de vleermuizen in dit gebied. We zijn naar de windturbines gereden en naar enkele huizen in de buurt waar vleermuizen zitten. Uiteraard was dit alles over dag, dus we hebben geen vleermuizen gezien, maar ik kan mij nu wel beter voorbereiden op het veldseizoen.
Later op de dag zijn we verder gereden naar een plaatsje genaamd "Tatamagouche", waar het huis staat dat wij zullen gaan gebruiken tijdens de zomer, onze basis tijdens het veldwerk. In de zolder van het huis zitten in de zomer vleermuizen (heel toepasselijk dus dat wij daar gaan "wonen") en in enkele zogenaamde batboxes hebben wij al vleermuizen zien zitten. Naast het huis staat een oude schuur waar we in een donker hoekje een nestje baby wasberen hebben gevonden. In de zomer is het huis volgens Hugh omringd door wilde beesten zoals konijnen, vossen, herten en zelfs kolibri's, ik kan dus niet wachten om hier te gaan wonen.
Omdat we al vleermuizen gevonden hadden besloten we om hen 's avonds te proberen te vangen. We hadden mist netten (dezelfde die ik in Nieuw Zeeland voor vogels heb gebruikt) en harp traps (vergelijkbaar, maar dan met verticaal visdraad) opgezet en gewacht tot de schemer. Een half uurtje na zonsondergang zagen we de eerste vleermuis vliegen, al gauw volgde de tweede, de derde, tot in de tientallen. Dit was het moment dat we er achter kwamen dat er alleen nog maar vleermuizen in de batbox zaten en nog niets in de zolder. Vanwege de lage aantallen vingen we helaas niets en zijn we met lege handen, midden in de nacht weer terug naar Halifax gereden.
Vandaag hebben we met de vleermuisgroep gesproken over het veldwerk dat we over enkele weken gaan verrichten. De verwachting (maar zoals ik al lang weet komt deze met veldwerk nooit overeen met de werkelijkheid) is dat we enkele honderden vleermuizen gaan vangen in 1 week tijd, ook zal er hopelijk wat tijd zijn om een andere provincie van Canada te gaan verkennen. Genoeg dus om naar uit te kijken.
Tot slot een prijsvraag ("eer" is de prijs). Dit bord kwam ik tegen in Halifax, vertel in het gastenboek maar wat jullie denken dat dit betekend.
Omdat we al vleermuizen gevonden hadden besloten we om hen 's avonds te proberen te vangen. We hadden mist netten (dezelfde die ik in Nieuw Zeeland voor vogels heb gebruikt) en harp traps (vergelijkbaar, maar dan met verticaal visdraad) opgezet en gewacht tot de schemer. Een half uurtje na zonsondergang zagen we de eerste vleermuis vliegen, al gauw volgde de tweede, de derde, tot in de tientallen. Dit was het moment dat we er achter kwamen dat er alleen nog maar vleermuizen in de batbox zaten en nog niets in de zolder. Vanwege de lage aantallen vingen we helaas niets en zijn we met lege handen, midden in de nacht weer terug naar Halifax gereden.
Vandaag hebben we met de vleermuisgroep gesproken over het veldwerk dat we over enkele weken gaan verrichten. De verwachting (maar zoals ik al lang weet komt deze met veldwerk nooit overeen met de werkelijkheid) is dat we enkele honderden vleermuizen gaan vangen in 1 week tijd, ook zal er hopelijk wat tijd zijn om een andere provincie van Canada te gaan verkennen. Genoeg dus om naar uit te kijken.
Tot slot een prijsvraag ("eer" is de prijs). Dit bord kwam ik tegen in Halifax, vertel in het gastenboek maar wat jullie denken dat dit betekend.
Groetjes en knuffels van Jordi
(English summary: In the last few weeks I've got to meet the professor and my fellow students which whom I will be working together in the field and in the lab. During week days I've spend most of my time indoors in the lab, writing my research proposal to prepare for my field project. In between we took a couple of days to visit some of my and the other students' field sites. We visited an old gold mine which we prepared for the field season by installing PIT recorders, devices that will read incoming and outgoing bats. We also visited my own field site, a wind turbine facility near a town called Nuttby. An attempt to catch bats at night unfortunately wasn't successful, but in a couple of weeks we expect to catch over a hundred bats in one week, so I'm very excited about that.
I filled my weekends by exploring Halifax and its surroundings. It's a beautiful city with great architecture and history. I've visited the graves of 121 people who died in the Titanic tragedy. On another day I biked about 12km out of town to visit magnificant forests, lakes and coastlines, after which I found out I had a flat tire and had to walk all the way back home. However, in this beautiful world
that is not a punishment.
Finally, I encountered a weird road sign in Halifax, let me know what you think it means by replying in the Gastenboek.
Cheers Jordi)
(English summary: In the last few weeks I've got to meet the professor and my fellow students which whom I will be working together in the field and in the lab. During week days I've spend most of my time indoors in the lab, writing my research proposal to prepare for my field project. In between we took a couple of days to visit some of my and the other students' field sites. We visited an old gold mine which we prepared for the field season by installing PIT recorders, devices that will read incoming and outgoing bats. We also visited my own field site, a wind turbine facility near a town called Nuttby. An attempt to catch bats at night unfortunately wasn't successful, but in a couple of weeks we expect to catch over a hundred bats in one week, so I'm very excited about that.
I filled my weekends by exploring Halifax and its surroundings. It's a beautiful city with great architecture and history. I've visited the graves of 121 people who died in the Titanic tragedy. On another day I biked about 12km out of town to visit magnificant forests, lakes and coastlines, after which I found out I had a flat tire and had to walk all the way back home. However, in this beautiful world
that is not a punishment.
Finally, I encountered a weird road sign in Halifax, let me know what you think it means by replying in the Gastenboek.
Cheers Jordi)
Journey to the land of maple trees
Donderdag, 19 April 2012
Woensdag vroeg in de ochtend met pap en mam in de trein eersteklas naar Schiphol. Daar stond de hele familie mij al opwachten, compleet met een spandoek. Ik heb het afscheid nemen bewust maar kort gehouden, maar ik moest ook direct mijn baggage inchecken en door de security checks heen. Tegenwoordig hebben ze op Schiphol alles flink gemoderniseerd, waardoor je bijna alles zelfstandig en digitaal kan doen, allemaal in naam van de efficientie natuurlijk... Niet echt. De computer om zelf je baggage in te checken is zo gevoelig (met het scannen van je paspoort bijvoorbeeld) dat er nog een medewerker naast je staat om alles voor je in te vullen. Vervolgens bij de paspoort controle moet je zelf je paspoort scannen en in een camera kijken. 9 van de 10 keer gaat er een zoemer af dat je alsnog moet wachten op een douane beamte, waarschijnlijk omdat de camera je gezicht niet heeft herkent met de foto op je paspoort. De laatste check was wel zoals van ouds; iedereen wordt een voor een door een mannetje meegenomen en flink ondervraagd over zijn intensies in Amerika, waarbij al het papierwerk dat je bij je hebt grondig bestudeerd wordt. Gelukkig stond ik vooraan in de rij waardoor ik vrij snel door de body scan kon; een eng scan apparaat waar je je voeten op de juiste plek moet zetten en handen in de lucht moet houden alsof je onder schot gehouden wordt. Een vreemd ding cirkelt dan rond je waarmee je van binnen en buiten bekeken kan worden. Ook efficient zou je denken, behalve dat ik daarna alsnog grondig gefouilleerd werd. Je voelt je in ieder geval al flink ongemakkelijk voordat je reis uberhaupt begonnen is.
De vliegreis die daarna volgde verliep zonder problemen. In Philidelphia aangekomen moest ik uiteraad alle security checks opnieuw ondergaan terwijl zwijgende, slecht gehumeurde douane mensen je scherp in de gaten houden. Ondanks dat alles ging ook dit redelijk vlot, waarna ik alsnog ruim 5 uur op mijn aansluitende vlucht moest wachten. Ook de twee uur durende vliegreis daarna verliep prima. Eindelijk zette ik voet op Canadese grond!
Nu nog het laatste kritieke stapje om door de douane te komen, hopend dat al mijn papierwerk ook daadwerkelijk in orde is. Bij het eerste mannetje moest ik mijn eerste documenten tonen. Hij was enorm vriendelijk (een gigantisch contrast met de VS) en bleek ook op Saint Mary's university gestudeerd te hebben. We kletsten wat over de universiteit waarna hij mij vertelde waar ik de immigration office kon vinden. Ook hier werd ik geholpen door een vriendelijke dame die als eerst zei: "Welcome to Canada sir", waarop ik alleen maar kon antwoorden: "Wow, thanks!". Ik toonde mijn documenten en kreeg direct mijn studenten visum in mijn paspoort geniet. Echte security was er verder niet, dus voordat ik het wist had ik mijn grote tas op mijn rug en stond ik in de aankomsthal van het vliegveld (dit alles was binnen een half uur na touch down geregeld). Als laatste etappe nam ik een bus naar downtonwn Halifax en kwam ik na middernacht bij mijn nieuwe thuis aan. Zoals beloofd vond ik een sleutel in de brievenbus waarmee ik mijzelf kon binnenlaten en eindelijk naar bed kon (1 uur 's nachts Canadese tijd, 6 uur 's ochtends Nederlandse tijd), het was een lange dag.
Vannochtend werd ik net op tijd wakker om Holly (de huisbaas) en haar zoon Austin te ontmoeten voordat zij naar hun werk gingen. Nu zit ik thuis met het bejaarde hondje "Baby" en een enorme kat "Puss". Enkele sociale plannen voor de vrijdag avond zijn al gemaakt, maar eerst is het tijd om boodschappen te doen en de omgeving te verkennen. Mijn Nederlandse telefoonnummer werkt niet in Canada, dus het nieuwe nummer komt zodra ik deze heb aangeschaft.
Nou, het begin is weer gemaakt, ik kan niet wachten om er op uit te gaan dus dat ga ik nu ook doen.
Groetjes en knuffels van Jordi
(English summary: After saying goodbye to the family at Schiphol airport I made my way through customs and all the awfull security checks involved when flying to the USA. All went well and after a transit time of 7 hours at Philidelphia I finally got on the last short 2 hour plane ride to Halifax. I arrived in the middle of night and was surprised about how friendly Canadians are, even the custom and immigration people are, unlike the grumpy Americans, welcoming me into their country with open arms. A short bus ride brought me to my new Canadian home where I am now writing this. I can't wait to start my explorations of the city so I'll get straight to it!
Cheers, Jordi)
De vliegreis die daarna volgde verliep zonder problemen. In Philidelphia aangekomen moest ik uiteraad alle security checks opnieuw ondergaan terwijl zwijgende, slecht gehumeurde douane mensen je scherp in de gaten houden. Ondanks dat alles ging ook dit redelijk vlot, waarna ik alsnog ruim 5 uur op mijn aansluitende vlucht moest wachten. Ook de twee uur durende vliegreis daarna verliep prima. Eindelijk zette ik voet op Canadese grond!
Nu nog het laatste kritieke stapje om door de douane te komen, hopend dat al mijn papierwerk ook daadwerkelijk in orde is. Bij het eerste mannetje moest ik mijn eerste documenten tonen. Hij was enorm vriendelijk (een gigantisch contrast met de VS) en bleek ook op Saint Mary's university gestudeerd te hebben. We kletsten wat over de universiteit waarna hij mij vertelde waar ik de immigration office kon vinden. Ook hier werd ik geholpen door een vriendelijke dame die als eerst zei: "Welcome to Canada sir", waarop ik alleen maar kon antwoorden: "Wow, thanks!". Ik toonde mijn documenten en kreeg direct mijn studenten visum in mijn paspoort geniet. Echte security was er verder niet, dus voordat ik het wist had ik mijn grote tas op mijn rug en stond ik in de aankomsthal van het vliegveld (dit alles was binnen een half uur na touch down geregeld). Als laatste etappe nam ik een bus naar downtonwn Halifax en kwam ik na middernacht bij mijn nieuwe thuis aan. Zoals beloofd vond ik een sleutel in de brievenbus waarmee ik mijzelf kon binnenlaten en eindelijk naar bed kon (1 uur 's nachts Canadese tijd, 6 uur 's ochtends Nederlandse tijd), het was een lange dag.
Vannochtend werd ik net op tijd wakker om Holly (de huisbaas) en haar zoon Austin te ontmoeten voordat zij naar hun werk gingen. Nu zit ik thuis met het bejaarde hondje "Baby" en een enorme kat "Puss". Enkele sociale plannen voor de vrijdag avond zijn al gemaakt, maar eerst is het tijd om boodschappen te doen en de omgeving te verkennen. Mijn Nederlandse telefoonnummer werkt niet in Canada, dus het nieuwe nummer komt zodra ik deze heb aangeschaft.
Nou, het begin is weer gemaakt, ik kan niet wachten om er op uit te gaan dus dat ga ik nu ook doen.
Groetjes en knuffels van Jordi
(English summary: After saying goodbye to the family at Schiphol airport I made my way through customs and all the awfull security checks involved when flying to the USA. All went well and after a transit time of 7 hours at Philidelphia I finally got on the last short 2 hour plane ride to Halifax. I arrived in the middle of night and was surprised about how friendly Canadians are, even the custom and immigration people are, unlike the grumpy Americans, welcoming me into their country with open arms. A short bus ride brought me to my new Canadian home where I am now writing this. I can't wait to start my explorations of the city so I'll get straight to it!
Cheers, Jordi)